Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

5 MAART 1992. - Koninklijk besluit tot regeling van de uitoefening van de opdrachten van de Regeringscommissaris bij de autonome overheidsbedrijven.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De Regeringscommissaris bij de autonome overheidsbedrijven oefent zijn toezicht op basis van stukken en ter plaatse uit.
  Hij krijgt vóór de vergaderingen kennis van alle documenten met betrekking tot de problemen die op de agenda van de vergaderingen van de beheersorganen staan.

Art.2. Het autonome overheidsbedrijf zendt de opmerkingen van het college van commissarissen alsook de antwoorden die op deze opmerkingen zijn gegeven, onmiddellijk door aan de Regeringscommissaris.
  De Regeringscommissaris correspondeert met de leden van het college van commissarissen over de aangelegenheden die tot zijn bevoegdheid behoren.

Art.3. In het geval bedoeld in artikel 23, § 4, vijfde lid, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, hierna " de wet " te noemen, geeft de minister die zich tegen de geschorste beslissing verzet, er vóór het verstrijken van de termijn van acht vrije dagen bedoeld in de genoemde bepaling van de wet, aan het bedrijf kennis van dat de termijn tot dertig vrije dagen wordt verlengd.
  Bij ontstentenis van de kennisgeving bedoeld bij het eerste lid, binnen de termijn van acht vrije dagen, wordt de beslissing definitief.
  Indien de Minister onder wie het overheidsbedrijf ressorteert en de Minister van Begroting, vóór het verstrijken van de termijn van dertig dagen bedoeld in artikel 23, § 4, tot een akkoord komen, deelt de Minister onder wie het overheidsbedrijf ressorteert, dit onmiddellijk mede aan het bedrijf.
  In het geval dat de Minister waaronder het bedrijf ressorteert en de Minister van Begroting niet tot een akkoord komen, wordt de zaak ter beslissing aan de Ministerraad voorgelegd.

Art.4. In het geval bepaald in artikel 15, tweede lid van de wet, oefent de regeringscommissaris zijn toezicht uit bij het beperkt comité bedoeld in artikel 7bis van de wet van 23 juli 1926 tot oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.

Art.5. De plaatsvervangende regeringscommissaris aangewezen door de Minister onder wie het overheidsbedrijf ressorteert, beschikt voor de uitoefening van zijn opdracht over dezelfde bevoegdheden als die welke aan de regeringscommissaris zijn toegekend.

Art. 6. Onze Minister van Verkeerswezen en Onze Minister van Posterijen, Telegrafie en Telefonie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.