30 DECEMBER 1991. - Koninklijk besluit tot instelling van een enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf.
Art. 1-14
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf die werknemers tewerkstellen die gedurende maximum vijfentwintig arbeidsdagen per kalenderjaar in de sector tewerkgesteld zijn in het kader van een seizoen- of een gelegenheidswerk.
Art.2. De werkgevers bedoeld in artikel 1 moeten voor de er bedoelde werknemers, een aanwezigheidsregister bedoeld in artikel 4, § 2 van het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten, bijhouden en bewaren overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. Dit aanwezigheidsregister wordt hierna het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf genoemd.
Art.3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf : het document in overeenstemming met het model opgenomen als bijlage bij dit besluit, op dewelke de werkgever per werknemer, de vermeldingen bepaald in artikel 5, inzonderheid de tijdstippen van begin en einde van de arbeidsdag inschrijft;
2° het bijhouden : het inschrijven van de vermeldingen in het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf en het opbergen ervan buiten de periode van het bewaren bedoeld in 3°;
3° het bewaren : het opbergen van het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf tijdens de in artikel 9 van dit besluit bepaalde periode;
4° seizoenwerken : de activiteiten die noodzakelijkerwijze, gelet onder meer op het normale plant-, zaai-, oogst- of verkooptijdstip en op de klimatologische omstandigheden, op een relatief korte tijdspanne moeten uitgevoerd worden;
5° gelegenheidswerk : de arbeid die verricht wordt op een andere wijze dan de arbeid die regelmatig en vrijwillig gedurende een kortere periode dan de normale periode wordt verricht en die beoogd wordt door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 35 gesloten in de Nationale Arbeidsraad in verband met de deeltijdse arbeid.
Art.4. § 1. Het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf is samengesteld uit ingebonden bladen. Elk blad bestaat uit twee luiken, links luik A, rechts luik B, en is doorlopend genummerd. Het nummer komt op beide luiken voor. Luik B dat in tweevoud wordt bijgehouden, kan van luik A afgescheiden worden.
§ 2. Alleen de documenten afgeleverd door het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf, dat deze documenten tevens waarmerkt, worden voor de toepassing van dit besluit in aanmerking genomen.
Ten minste veertien dagen vóór de tewerkstelling van in artikel 1 bedoelde werknemers of voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de documenten, vraagt de werkgever een document aan.
§ 3. Het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf dient per kalenderjaar te worden bijgehouden.
§ 4. De vermeldingen dienen in het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf leesbaar en met onuitwisbare inkt te worden ingeschreven.
Art.5. Het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf vermeldt op de daarvoor voorziene plaatsen :
1° voor de werkgever :
a) de naam, de voornaam en de woonplaats of de maatschappelijke naam en de maatschappelijke zetel en, in voorkomend geval, de benaming waaronder de werkgever zich tot het publiek richt;
b) de benaming van de verzekeringsinstelling waarbij de werkgever tegen arbeidsongevallen verzekerd is en het nummer van de verzekeringspolis;
2° voor iedere werknemer :
a) de naam en de voornaam, de woonplaats of hoofdverblijfplaats, de geboortedatum, de nationaliteit, de aard en het nummer van het identiteitsbewijs en de aanvangsdatum van de tewerkstelling;
b) de data van de arbeidsprestaties en het begin van de arbeidsdag;
c) het einde van de arbeidsdag, het totaal aantal arbeidsuren per dag;
d) de wijze en het tijdstip van de betaling van het loon;
e) het bedrag van het basisloon per toegepaste meeteenheid, zoals : uur, dag, week, maand, stuk, prestatie;
f) het aantal meeteenheden, het verschuldigde brutoloon volgens de normaal gepresteerde uren, de overuren en de feestdagen, het bedrag van de premies, van de bedrijfsvoorheffing, van het nettoloon en in voorkomend geval van de voorschotten.
Art.6. De vermeldingen worden door de werkgever in het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf ingeschreven :
1° vóór elke andere vermelding, de vermeldingen van artikel 5, 1°;
2° uiterlijk op het tijdstip van de tewerkstelling van de werknemer, de vermeldingen van artikel 5, 2°, a, d en e;
3° op het ogenblik zelf waarop de werknemer zijn arbeidsdag begint, de vermeldingen van artikel 5, 2°, b;
4° op het ogenblik zelf waarop de arbeidsdag van de werknemer eindigt, de vermeldingen van artikel 5, 2°, c;
5° op het ogenblik van de betaling van het loon, de vermeldingen van artikel 5, 2°, f.
Art.7. De werkgever houdt luik A van het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf bij in zijn woonplaats of op de maatschappelijke zetel, indien deze in België gevestigd zijn; bij gebreke hiervan, in de in België gelegen woonplaats van een natuurlijke persoon die ze als lasthebber of aangestelde van de werkgever bijhoudt.
De werkgever die luik A van het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf op één van de in het eerste lid bedoelde plaatsen zal bijhouden of zal doen bijhouden, brengt dit vooraf bij een ter post aangetekende brief ter kennis van de inspecteur-districthoofd van de inspectie van de sociale wetten van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid in wiens district het zal bijgehouden worden.
De werkgever houdt per werknemer luik B van het enig sociaal document in dubbel exemplaar bij op iedere plaats waar hij de bedoelde werknemer tewerkstelt.
Art.8. Zowel luik A als luik B van het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf dienen zich op een gemakkelijk toegankelijke plaats te bevinden, opdat de ambtenaren die met het toezicht op de uitvoering van dit besluit zijn belast, er op ieder ogenblik kennis van kunnen nemen.
Art.9. Wanneer de tewerkstelling een einde neemt, overhandigt de werkgever een exemplaar van luik B van het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf aan de werknemer en hij laat hem tekenen voor ontvangst.
Art.10. § 1. De werkgever dient het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf te bewaren gedurende een periode van vijf jaar die aanvangt op de datum van inschrijving van de laatste verplichte vermelding.
§ 2. De werkgever bewaart het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf in zijn woonplaats of op de maatschappelijke zetel, indien deze in België gevestigd zijn; bij gebreke hiervan, in de in België gelegen woonplaats van een natuurlijke persoon die ze als lasthebber of aangestelde van de werkgever bewaart.
De werkgever die het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf op één van de in het eerste lid bedoelde plaatsen zal bewaren of zal doen bewaren brengt dit vooraf bij een ter post aangetekende brief ter kennis van de inspecteur-districtshoofd van de inspectie van de sociale wetten van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid in wiens district het zal bewaard worden.
Art.11. De werkgever die het enig sociaal document in het tuinbouwbedrijf bijhoudt en bewaart overeenkomstig de bepalingen van dit besluit wordt voor de werknemers bedoeld in artikel 1 vrijgesteld van de verplichting een personeelsregister bij te houden en een individuele rekening zoals bedoeld in artikel 4, § 1, 1 en 2 van het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten. In dat geval worden deze werknemers eveneens uitgesloten van de toepassing van de wet van 8 april 1965 betreffende de instelling van arbeidsreglementen.
Art.12. Artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten treedt in werking op 1 januari 1992 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 1994, voor de personen die onder de toepassing van dit besluit vallen.
Art.13. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1992 en houdt op van kracht te zijn op (1 juli 1994.) <KB 1994-05-09/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-04-1994>
Art.14. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. ENIG SOCIAAL DOCUMENT VOOR HET TUINBOUWBEDRIJF.
<Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 06/03/1992, p. 4805-4807>