Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

5 AUGUSTUS 1992. - Koninklijk besluit tot uitvoering van Hoofdstuk II - Invoering van een hoofdelijke werkgeversbijdrage voor de tewerkstelling van onvrijwillig deeltijdse werknemers - van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen.



Inhoudstafel:


Art. 1-2, 2bis, 3-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  - werknemers : de personen die geheel of gedeeltelijk onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
  - werkgevers : de natuurlijke- of rechtspersonen die een of meer hogervermelde werknemers tewerkstellen.

Art.2. (§ 1. Het bedrag van de bijzondere bijdrage bedoeld bij artikel 103 van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, wordt vastgesteld op 3 000 frank per kwartaal.
  Deze bijdrage is verschuldigd voor iedere onvrijwillig deeltijdse werknemer die gedurende geheel of een deel van dit kwartaal effectief werd tewerkgesteld en die in de loop van deze periode de voorwaarden bedoeld bij artikel 101, § 1, eerste lid, 1° en 2° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering vervulde.
  § 2. Voor de werkgevers die tijdens het voorgaande jaar ofwel geen ofwel gemiddeld minder dan 20 werknemers tewerkstelden, wordt het bedrag van de driemaandelijkse bijdrage bedoeld in § 1 verminderd tot 1 500 frank.
  Om het gemiddelde van het tijdens een jaar tewerkgestelde aantal werknemers te bepalen, wordt het totaal van de op de laatste dag van elk kalenderkwartaal in dienst zijnde werknemers gedeeld door het aantal kwartalen waarvoor een aangifte werd ingediend bij de instellingen belast met de inning van de sociale zekerheidsbijdragen.
  Om het gemiddelde werknemersaantal bedoeld in het eerste lid te bepalen, moeten alle werknemers in aanmerking genomen worden die op de laatste dag van het desbetreffend kalenderkwartaal met de werkgever verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst of met deze werknemers gelijkgesteld worden omdat ze werken onder het gezag van de werkgever of hun prestaties verrichten in gelijkaardige voorwaarden als die van een arbeidsovereenkomst, of verbonden zijn door een leerovereenkomst, gecontroleerde leerverbintenis of stageovereenkomst erkend overeenkomstig de voorwaarden bepaald bij de reglementering betreffende de voortdurende vorming van de middenstand of door een leerovereenkomst die valt onder de bepalingen van de wet van 19 juli 1983 op het leerlingenwezen voor beroepen uitgeoefend door arbeiders in loondienst of, wat de openbare sector betreft, wier toestand statutair geregeld is.
  Er moet nochtans geen rekening gehouden worden met de werknemers wier arbeidsprestaties of gelijkgestelde prestaties geschorst zijn wegens oproeping onder de wapens, wegens het vervullen van een dienst als gewetensbezwaarde, wegens onderbreking van de beroepsloopbaan overeenkomstig artikel 100 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen of wegens ziekte of ongeval sedert meer dan twaalf maanden.) <KB 1992-11-27/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
  (§ 3. Nochtans wordt voor iedere maand voor dewelke de werkgever aantoont dat de betrokken werknemer ofwel helemaal niet tewerkgesteld geweest is ofwel de voormelde voorwaarden van artikel 101, § 1, eerste lid, 1° en 2°, en het tweede lid van het voormelde koninklijk besluit van 25 november 1991 niet vervulde, het bedrag van de driemaandelijkse verschuldigde bijzondere bijdrage met 1 000 frank verminderd wanneer de werkgever een bijdrage van 3 000 frank verschuldigd is en met 500 frank wanneer hij een bedrag van 1 500 frank verschuldigd is.) <KB 1992-11-27/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-07-1992>

Art. 2bis. <Ingevoegd bij KB 1993-06-24/35, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-07-1993> De bedragen van de bijzondere bijdrage die verschuldigd zijn in toepassing van het voorgaand artikel worden echter verminderd met :
  - 10 % vanaf 1 juli 1993;
  - 35 % vanaf 1 juli 1994;
  - 80 % vanaf 1 juli 1995.

Art.3. Voor de werkgevers die aangesloten zijn bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten wordt het bedrag van de bijzondere bijdrage geïnd door deze dienst. Deze laatste maakt het bedrag over aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid.

Art.4. <KB 1993-06-24/35, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-07-1993> Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1992 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 1996.

Art. 5. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.