Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 FEBRUARI 1992. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 4, laatste lid, van de wet van 21 mei 1991 tot vaststelling van een zeker verband tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht.



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De tijdelijke functionarissen tewerkgesteld bij de Europese Gemeenschappen of bij de instellingen die ermede worden gelijkgesteld voor de toepassing van het Statuut van de ambtenaren en andere beambten van de Europese Gemeenschappen, die aanspraak kunnen maken op een pensioen ten laste van deze instellingen, dienen de bij artikel 3 van de wet van 21 mei 1991 tot vaststelling van een zeker verband tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal recht bedoelde aanvraag in te dienen binnen een termijn van 10 jaar en 6 maanden te rekenen vanaf de datum van hun indiensttreding bij deze instellingen en ten laatste binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf het bereiken van de leeftijd van 60 jaar.

Art.2. De tijdelijke functionarissen die op 20 juni 1991 in dienst waren bij een in artikel 1 bedoelde instelling, dienen de in artikel 3 van de bovenvermelde wet van 21 mei 1991 bedoelde aanvraag in te dienen, hetzij binnen de in artikel 1 voorziene termijn, hetzij binnen de in artikel 28, § 1 van dezelfde wet voorziene termijn.

Art.3. Wordt voor de toepassing van de artikelen 1 en 2 beschouwd als tijdelijke functionaris :- het personeelslid, aangesteld om een ambt te vervullen dat is opgenomen in de lijst van het aantal ambten, gevoegd bij de afdeling van de begroting die op iedere instelling betrekking heeft en aan welk ambt de begrotingsautoriteiten een tijdelijk karakter hebben verleend;- het personeelslid, aangesteld om een functie te bekleden bij een persoon die een hem krachtens de Verdragen tot oprichting van de Gemeenschappen of het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben opgedragen ambt bekleedt of bij een verkozen voorzitter van een instelling of orgaan der Gemeenschappen of van een politieke fractie van het Europese Parlement, en dat niet uit de ambtenaren van de Gemeenschappen wordt verkozen;- het personeelslid, aangesteld om tijdelijk een vast ambt te vervullen dat wordt bezoldigd uit de onderzoek- en investeringskredieten en dat is opgenomen in de lijst van het aantal ambten, gevoegd bij de begroting van de betrokken instelling.

Art. 4. Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.