28 SEPTEMBER 1992. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de openbare en militaire ambten zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, 6°, van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective.
Art. 1-3
Artikel 1. De vergunning tot uitoefening van het beroep van privé-detective mag niet worden verleend aan :
1° de personen die in de loop van de vijf jaren voorafgaand aan de aanvraag tot vergunning in de hoedanigheid van definitief, tijdelijk of contractueel personeelslid een openbaar ambt hebben bekleed bij één van de volgende diensten :
a) bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken : de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie, de dienst van het Rijksregister van de Algemene Directie van de Wetgeving en van de Nationale Instellingen en de Dienst Vreemdelingenzaken;
b) bij het Ministerie van Justitie : de directie van de Burgerlijke en Criminele Zaken en de directie van het Centraal Strafregister;
c) bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken : de directie Veiligheid;
d) bij het Ministerie van Landsverdediging : de algemene dienst Inlichtingen en Veiligheid;
2° de personen die in de loop van de vijf jaren voorafgaand aan de aanvraag tot vergunning lid zijn geweest van een overheidsdienst die een opdracht van administratieve of gerechtelijke politie vervult, of die in de loop van de vijf voorafgaande jaren ambtenaar zijn geweest bij een bestuur of een instelling van openbaar nut en de hoedanigheid van agent of officier van gerechtelijke politie hadden;
3° de personen die in de loop van de vijf jaren voorafgaand aan de vergunning lid zijn geweest van het beroepskader, het aanvullend, tijdelijk of hulpkader in één van de volgende afdelingen van de Belgische Strijdkrachten :
a) de militaire politie;
b) de eenheden van de speciale verkenningsescadrons;
4° de personen die in de loop van de vijf jaren voorafgaand rechter zijn geweest van de Rechterlijke Orde, magistraat van het openbaar ministerie, griffier of personeelslid van een griffie of van een parket bij de hoven en rechtbanken.
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 2 oktober 1992.
Art. 3. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.