16 JULI 1992. - Koninklijk besluit betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-07-1993 en tekstbijwerking tot 18-04-2024)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Afgifte van uittreksels uit de registers en van de getuigschriften die aan de hand van die registers zijn opgemaakt.
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - De raadpleging van de registers.
Art. 5, 5bis, 5ter
HOOFDSTUK IV. - De verstrekking aan derden van personenlijsten uit de registers.
Art. 6-10
HOOFDSTUK V. - [1 Diverse bepalingen]1
Art. 10bis, 10ter, 11-12, 12bis, 13-14
1992801337 1996000397 1996801828 1997000654 1997801946 1999000992 2001000778 2002000875 2005000068 2005000185 2005000346 2011203752 2014000015 2021040201 2023044023
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet onder registers worden verstaan het bevolkingsregister en het vreemdelingenregister bepaald in de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister.
HOOFDSTUK II. - Afgifte van uittreksels uit de registers en van de getuigschriften die aan de hand van die registers zijn opgemaakt.
Art.2. Een ieder kan een uittreksel uit de registers of een getuigschrift dat aan de hand van die registers is opgemaakt verkrijgen voor zover de inlichtingen die zij bevatten op hem betrekking hebben.
De aanvraag geschiedt mondeling of schriftelijk door de betrokken persoon, zijn wettelijke vertegenwoordiger of zijn gemachtigde bij de bevolkingsdienst van de gemeente waar hij is ingeschreven. De betrokken persoon moet niet doen blijken van enig bijzonder belang.
Art.3.Elke persoon, elke publieke of private instelling, kan, op schriftelijk en ondertekend verzoek, een uittreksel uit de registers of een getuigschrift dat aan de hand van die registers is opgemaakt krijgen betreffende een inwoner van de gemeente wanneer de afgifte van die documenten door of krachtens de wet is voorgeschreven of toegestaan.
(Door documenten waarvan de afgifte door of krachtens de wet is voorgeschreven of toegestaan, dient voor de toepassing van het eerste lid verstaan te worden, onder andere de documenten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging of voor de voortzetting van een procedure bepaald door de wet, het decreet of de ordonnantie, in het bijzonder het Burgerlijk Wetboek, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering, of door een besluit genomen in uitvoering van de wet, het decreet of de ordonnantie, wanneer de rechtspleging de aanwijzing vereist van de woonplaats van de persoon jegens welke ze dient ten uitvoer gebracht of vervolgd te worden en wanneer de woonplaats in dit geval dient gelijkgesteld te worden met de inschrijving in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister.
Onverminderd de in artikel 4 voorgeschreven beperkingen, bevat het uittreksel alleen de informatie die nodig is voor de rechtspleging wanneer de persoon jegens welke ze ten uitvoer gebracht of vervolgd wordt, ingeschreven is in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de aanvraag werd ingediend; indien deze persoon afgevoerd werd, duidt het uittreksel de datum van afvoering aan en, naargelang van het geval, de gemeente waar hij of zij nadien werd ingeschreven of duidt het aan of het gaat om een afvoering van ambtswege of voor het buitenland. (Indien deze persoon ingeschreven is in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van een andere Belgische gemeente op het ogenblik van de aanvraag, deelt de gemeente de aanvrager bovendien het laatst bekende adres van deze persoon mede.) <KB 2005-04-22/43, art. 2, 006 ; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
De Minister van Binnenlandse Zaken of zijn gemachtigde bepaalt, op verzoek van de gemeente of van de persoon die de aanvraag indient, of een betwiste aanvraag voor het bekomen van een uittreksel of van een getuigschrift al dan niet beantwoordt aan de in dit artikel bedoelde afgiftevoorwaarden.) <KB 1993-07-02/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-07-1993>
[1 De beperkingen op de afgifte aan derden van uittreksels en getuigschriften uit de registers gelden niet wanneer ze bestemd zijn voor genealogische, historische of andere wetenschappelijke doeleinden en voor zover de registers meer dan 120 jaar geleden afgesloten zijn. In afwijking van artikel 4 kan het aldus bekomen uittreksel of getuigschrift ook de afstamming in opgaande lijn vermelden.
De afgifte aan derden van uittreksels en getuigschriften uit de registers die minder dan 120 jaar geleden afgesloten zijn, voor genealogische, historische of andere wetenschappelijke doeleinden, is toegelaten met schriftelijke toestemming van de betrokken persoon. De toestemming vermeldt de doeleinden.
Indien de betrokken persoon overleden is of niet meer gezond van geest is, dient deze toestemming te worden gegeven door diens langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner. Voor minderjarigen wordt de toestemming gegeven door de ouders of voogd.
Indien de betrokken persoon overleden is en geen langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner heeft nagelaten of deze laatste niet meer gezond van geest is, dient de toestemming te worden gegeven door ten minste één van de afstammelingen in de eerste graad van de desbetreffende persoon.
Zijn er geen afstammelingen in de eerste graad, of zijn deze niet gezond van geest of overleden, dan komt het aan het College van Burgemeester en Schepenen toe om te beslissen of de uittreksels of getuigschriften worden afgeleverd.
Voormelde toestemming moet voorgelegd worden door de aanvrager. De toestemming kan eveneens de machtiging inhouden om de afstamming in opgaande lijn te vermelden.
Indien de aanvrager het adres niet kent van de persoon die de toestemming dient te geven, kan een brief gericht worden aan de persoon waarvan de toestemming vereist is bij de aanvraag gericht om deze te verkrijgen. De gemeente zendt dan deze brief door aan de bestemmeling, die vervolgens zelf beslist al dan niet in te gaan op het verzoek van de aanvrager. Het adres van de bestemmeling wordt door de gemeente niet medegedeeld aan de aanvrager.
Uittreksels en getuigschriften kunnen door de gemeenten afgeleverd worden tegen kostprijs.]1
----------
(1)<KB 2014-01-05/02, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 27-01-2014>
Art.4. Tenzij de wet anders bepaalt mogen de uittreksels of getuigschriften geen andere gegevens bevatten dan degene waarin artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen voorziet. Zij mogen het identiteitsbewijs van de betrokken persoon vermelden (, van de verklaring van wettelijke samenwoning, evenals, eventueel, de beëindiging ervan). <KB 1999-12-30/33, art. 1, 1°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2000>
Het uittreksel of getuigschrift dat aan de aanvrager wordt overhandigd wordt in naam van het college van burgemeester en schepenen ondertekend door de ambtenaar van de burgerlijke stand of door de daartoe overeenkomstig artikel 126 van de nieuwe gemeentewet gemachtigde ambtenaar en vermeldt met welk doel het wordt afgegeven en eventueel de persoon voor wie het bestemd is. Het identificatienummer van het rijksregister van de natuurlijke personen staat er niet op vermeld behalve indien de aanvrager krachtens de wet gemachtigd is dit te gebruiken.
(Wanneer de vraag om een uittreksel of een getuigschrift betrekking heeft op een van de gegevens bedoeld in (10°, wat betreft de verklaring inzake het bestaan van een huwelijkscontract (, van een overeenkomst tot stand gekomen na een verklaring van wettelijke samenwoning en waarbij de samenwonenden de modaliteiten ervan regelen) of een vermogensrechtelijk contract gesloten tussen personen die niet onderworpen zijn aan het huwelijksvermogensstelsel, met inbegrip van de aanduiding van de notaris bij wiens minuten het contract (of de overeenkomst, naargelang het geval,) werd opgemaakt, 16° of 22°) van artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister, is de aanvrager, in afwijking van artikel 3, niet verplicht aan te tonen dat de afgifte van het document door of krachtens de wet voorgeschreven of toegestaan is. Hij moet echter bij de ambtenaar van de burgerlijke stand of bij de hiertoe gemachtigde ambtenaar bewijzen dat het verkrijgen van de informatie voor hem onontbeerlijk is. Indien de ambtenaar van de burgerlijke stand het onontbeerlijke karakter weigert te erkennen, doet het college van burgemeester en schepenen op verzoek van de betrokken uitspraak over de gegrondheid van de aanvraag.) <KB 1996-06-12/40, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 06-09-1996> <KB 1996-09-05/32, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 03-10-1996> <KB 1999-12-30/33, art. 1, 2°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2000>
HOOFDSTUK III. - De raadpleging van de registers.
Art.5. De raadpleging van het bevolkingsregister en het vreemdelingenregister door de gemeentelijke diensten en de diensten afhankelijk van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn is slechts toegestaan voor interne doeleinden.
De raadpleging van deze registers is verboden aan private personen. Zij kan aan de andere overheden of openbare instellingen slechts door of krachtens de wet worden toegestaan.
Art. 5bis. [1 De raadpleging door derden van de registers, die meer dan 120 jaar geleden afgesloten zijn, is toegelaten voor genealogische, historische of andere wetenschappelijke doeleinden, ongeacht het gaat om papieren registers of registers, die met het oog op een duurzame bewaring, op een andere informatiedrager zijn overgezet.
De wijze waarop de raadpleging gebeurt wordt vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-01-05/02, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 27-01-2014>
Art. 5ter. [1 De gemeenten kunnen de registers, met het oog op een duurzame bewaring, op een andere informatiedrager overzetten.
De gemeenten kunnen de reproducties van de registers, die meer dan 120 jaar geleden afgesloten zijn, tegen kostprijs aan derden ter beschikking stellen wanneer deze bestemd zijn voor genealogische, historische of andere wetenschappelijke doeleinden.
Deze derden mogen de verkregen reproducties evenwel niet verder verspreiden.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-01-05/02, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 27-01-2014>
HOOFDSTUK IV. - De verstrekking aan derden van personenlijsten uit de registers.
Art.6. Geen enkele lijst van personen ingeschreven in de registers mag aan derden worden verstrekt. Dit verbod is niet van toepasing op de overheden of de openbare instellingen die door of krachtens de wet gemachtigd zijn om dergelijke lijsten te verkrijgen en dit voor de informatie waarop deze machtiging betrekking heeft.
Art.7.In afwijking van artikel 6 mogen, op schriftelijke aanvraag en met vermelding van het gebruik waarvoor ze gevraagd worden de personenlijsten die geen andere informatie bevatten dan deze die opgesomd wordt in artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, enkel worden verstrekt :
a) aan de instellingen van Belgisch recht die taken van algemeen belang vervullen die niet het voorwerp waren van een nominatieve aanwijzing door de Koning om toegang te hebben tot de informatie van het Rijksregister van de natuurlijke personen, met toepassing van artikel 5 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen; het college van burgemeester en schepenen oordeelt over de gegrondheid van de aanvraag;
b) aan buitenlandse overheden, mits de Minister van Buitenlandse Zaken vooraf zijn akkoord geeft;
c) [2 ...]2
d) aan de opiniepeilingsinstellingen die erkend zijn door de Minister van Economische Zaken, op advies van de Commissie voor de opiniepeilingen.
De beperking tot de informatie opgenomen in artikel 3, eerste lid, van de voormelde wet van 8 augustus 1983 betreft eveneens de selectiecriteria op basis waarvan deze lijsten worden opgesteld.
[1 e) aan onderzoekers die uitdrukkelijk doen blijken van een duidelijk historisch of ander wetenschappelijk belang. In dat geval mag de lijst ook de afstamming in opgaande lijn vermelden, dit in afwijking van hetgeen is bepaald in het eerste lid.]1
----------
(1)<KB 2014-01-05/02, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 27-01-2014>
(2)<KB 2023-07-11/08, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 21-08-2023>
Art.8.
<Opgeheven bij KB 2023-07-11/08, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 21-08-2023>
Art.9. De lijsten bedoeld in artikel 7 mogen slechts verstrekt worden in de mate dat het doel, dat in de aanvraag vermeld is, overeenstemt met hetgeen de aanvrager nastreeft.
Art.10. Degene voor wie de lijst bestemd is mag ze zelf niet verstrekken aan derden of ze gebruiken voor andere doeleinden dan die vermeld in de aanvraag.
HOOFDSTUK V. - [1 Diverse bepalingen]1
----------
(1)
Art. 10bis. [1 Het verzoek tot het bekomen van informatie uit de registers die minder dan 120 jaar geleden afgesloten zijn, dit met het oog op genealogische, historische of andere wetenschappelijke doeleinden, hetzij door middel van uittreksels of getuigschriften, hetzij door middel van personenlijsten, dient te worden gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen aan de hand van een gemotiveerd verzoekschrift.
Dit verzoekschrift omvat tevens de verbintenis van de verzoeker dat de verkregen gegevens enkel gebruikt zullen worden voor genealogische, historische of andere wetenschappelijke doeleinden met vermelding van de eventuele publicaties waarvoor deze gegevens zullen worden aangewend.
Het College van Burgemeester en Schepenen, kan, alvorens de gevraagde informatie uit de bevolkingsregisters te bezorgen, aan de aanvrager alle bijkomende inlichtingen vragen ter staving van de gegrondheid van de aanvraag. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-01-05/02, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 27-01-2014>
Art.10ter. [1 Het verzoek tot het bekomen van informatie uit de afgesloten registers in het kader van erfrechtelijke genealogie, dient te worden gericht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, aan de hand van een gemotiveerd verzoekschrift. Het verzoekschrift dient op straffe van niet-ontvankelijkheid ingediend te worden door de instantie die door de wet belast is met de wettelijke opdracht waarvoor het erfrechtelijk genealogisch onderzoek noodzakelijk is, dan wel door diens verwerker, mits deze een duidelijk en welomschreven bijzondere lastgeving toevoegt aan het verzoekschrift. Het verzoekschrift vermeldt duidelijk de toepasselijke wetgeving waaruit de wettelijke opdracht en de daarvoor noodzakelijke gegevens blijken, alsook de essentiële elementen van de gegevensverwerking.
Voor zo ver deze instantie toegang heeft tot het Rijksregister, dient deze, in toepassing van artikel 6 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, aan te tonen dat het bekomen van de gegevens niet mogelijk was via het Rijksregister, zulks op straffe van niet-ontvankelijkheid. De mededeling van gegevens dient alleszins strikt beperkt te worden tot de gegevens die noodzakelijk zijn voor de wettelijke opdracht.
De ambtenaar van burgerlijke stand kan per gemotiveerd besluit toestaan dat de aanvrager zelf de fysieke registers kan raadplegen. In voorkomend geval dient de raadpleging plaats te vinden onder toezicht en verantwoordelijkheid van de ambtenaar van burgerlijke stand of diens afgevaardigde.
Wanneer de ambtenaar van burgerlijke stand een verzoekschrift weigert, kan de aanvrager hiertegen een beroep instellen conform artikel 3, vierde lid.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2024-03-07/41, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 28-04-2024>
Art.11. § 1. Iedereen kan aan het gemeentebestuur van de gemeente van zijn verblijfplaats vragen dat zijn adres niet aan derden wordt verstrekt. De aanvraag moet schriftelijk en gemotiveerd zijn.
Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over de aanvraag; de aanvrager wordt schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing.
§ 2. De goedkeuring van de aanvraag houdt het niet verstrekken van het adres slechts in voor een periode van zes maanden te rekenen vanaf de datum van de beslissing van hetcollege van burgemeester en schepenen.
Art.12. Op schriftelijk verzoek, met opgave van het beoogde doel en de voorgenomen aanwending, kan het college van burgemeester en schepenen toestemming verlenen om aan derden statistische gegevens uit de registers te verstrekken op voorwaarde dat deze de identificatie van de in deze registers ingeschreven personen niet mogelijk maken.
Art. 12bis. [1 De in artikel 10 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen bedoelde consulent inzake informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer die door de gemeente werd aangewezen, is belast met het toezicht op de raadplegingen van de bevolkingsregisters van de gemeente.
Onder toezicht van voormelde veiligheidsconsulent wordt een logging bijgehouden van de raadplegingen van de bevolkingsregisters.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-01-05/02, art. 6, 007; Inwerkingtreding : 27-01-2014>
Art.13. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand die volgt op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 14. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.