Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

24 JULI 1991. - Besluit van de Vlaamse Executieve houdende vaststelling van de statuten van de Vlaamse Milieumaatschappij alsmede de aanwijzing van de plaats waar zij wordt gevestigd. (NOTA : opgeheven met ingang op een onbepaalde datum bij <BVR2006-03-31/46, art. 7, 002 ; Inwerkingtreding : onbepaald >)



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° De wet: de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;
  2° De Maatschappij: de "Vlaamse Milieumaatschappij" bedoeld in artikel 32bis van de wet;
  3° De Gemeenschapsminister: de Gemeenschapsminister van Leefmilieu, Natuurbehoud en Landinrichting.

Art.2.
  § 1. De Maatschappij is een instelling van openbaar nut met rechtspersoonlijkheid.
  Zij is medeonderworpen aan de regelen, opgelegd in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, aan instellingen bedoeld in artikel 1, littera A.
  § 2. De Maatschappij heeft haar zetel in Aalst in de provincie Oost-Vlaanderen.
  § 3. De Maatschappij vangt haar activiteiten aan op de datum van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
  § 4. De activiteiten van de Maatschappij beperken zich tot het grondgebied van het Vlaamse Gewest.

Art.3. De Maatschappij is belast met de taken haar opgelegd door de wet met inachtname van artikel 32septies.
  De Maatschappij mag alle handelingen verrichten en initiatieven nemen die nodig zijn voor de verwezenlijking van haar bij de wet en deze statuten opgelegde taken.
  Zij kan andere maatschappijen oprichten, toetreden tot bepaalde initiatieven en deze blijven controleren.

Art.4. De Maatschappij is onderworpen aan het gezag van de Gemeenschapsminister. Zij wordt vertegenwoordigd en beheerd door de Gemeenschapsminister.
  De Gemeenschapsminister of de daartoe door hem aangewezen gemachtigde is bevoegd om alle daden van beheer te sellen onder voorbehoud van artikel 5, § 1, tweede lid.

Art.5.
  § 1. De Maatschappij kan al de roerende en de onroerende goederen verwerven die zij voor de uitoefening van haar werkzaamheden nodig heeft. Tevens kan zij andere onroerende rechten uitoefenen, inzonderheid het vestigen van erfpacht en opstal.
  De Maatschappij kan met machtiging van de Vlaamse Executieve door onteigening alle voor de goede gang en de ontwikkeling van de exploitatie of voor alle andere noodwendigheden van de Maatschappij nodig geoordeelde onroerende goederen verwerven.
  § 2. De Maatschappij kan met machtiging van de Executieve alle voor de goede gang en de ontwikkeling van de exploitatie of voor alle andere noodwendigheden van de Maatschappij nodig geoordeelde onroerende goederen vervreemden.
  § 3. De Maatschappij mag haar activa en haar beschikbare gelden slechts aanwenden voor verrichtingen en investeringen bepaald in de wet en in deze statuten.

Art.6. De Maatschappij kan laboratoria oprichten voor het verrichten van analyses. Zij kan deze analyses ook laten verrichten in door de Vlaamse Executieve erkende laboratoria.

Art.7. De Maatschappij int de ontvangsten en betaalt de uitgaven door tussenkomst van haar rekenplichtingen door middel van een zichtrekening bij het Gemeentekrediet van België. Haar beschikbare gelden worden belegd op een beleggingsrekening bij het Gemeentekrediet van België.

Art.8.
  § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 3, § 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut stelt de Maatschappij jaarlijks een begroting op nopens al haar activiteiten. Deze wordt voorgelegd aan de Gemeenschapsminister, die vervolgens op basis hiervan een begroting opmaakt die hij ter goedkeuring voorlegt aan de Vlaamse Executieve.
  De door de Vlaamse Executieve goedgekeurde begroting wordt opgenomen in het ontwerp van begroting van de Vlaamse Gemeenschap. De Maatschappij verwerft haar middelen uit de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en het Fonds voor Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuur.
  Zij kan mits akkoord van de Gemeenschapsminister van Financiën en Begroting en van de Gemeenschapsminister van Leefmilieu, Natuurbehoud en Landinrichting leningen aangaan of uitschreven. De Vlaamse Executieve kan voor deze leningen de gewestwaarborg verlenen.
  § 2. De Maatschappij voert een boekhouding overeenkomstig de reglementaire bepalingen in uitvoering van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.

Art.9.
  § 1. De Maatschappij is gehouden tenminste jaarlijks alsmede op verzoek van de Gemeenschapsminister hem een verslag over haar activiteiten voor te leggen.
  § 2. De Maatschappij is bovendien jaarlijks gehouden aan de Gemeenschapsminister voor te leggen:
  1° een jaarverslag van de emissies van verontreinigende stoffen in de omgevingslucht;
  2° een jaarverslag van de verontreinigende stoffen die via afvalwaters of effluentwaters van afvalwaterzuiveringsinstallaties worden geloosd:
  a) in openbare collektoren, prioritaire riolen en openbare riolen;
  b) in kunstmatige afvoerwegen voor regenwater en in de gewone oppervlaktewateren;
  3° vuilvrachtbalansen per stroom- en rivierbekken, waarin voor het beschouwde jaar de in deze bekkens geloosde vrachten voor elk van de stoffen en/of parameters vermeld in artikel 35quater, § 1., 2° van de wet zijn vermeld;
  4° een jaarverslag van door haar of in haar opdracht gemeten immissies van verontreiningende stoffen in de oppervlaktewateren behorend tot het openbaar hydrografisch net;
  5° een jaarverslag van de door haar of in haar opdracht gemeten immissies van verontreinigende stoffen in de omgevingslucht.

Art.10. De Maatschappij is gehouden, in uitvoering van artikel 62 van het decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid, de milieu-informatie waarover zij beschikt, inzonderheid ingevolge de uitvoering van de haar bij artikel 32quater van de wet opgedragen taken, systematisch en onmiddellijk vanaf de beschikbaarheid ervan te bezorgen aan:
  1° Het Bestuur Algemeen Milieubeleid van de Administratie Milieu, Natuur en Landinrichting van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
  2° Het Bestuur Milieuvergunningen van de Administratie Milieu, Natuur- en Landinrichting van het departement Leefmilieu en Infrastructuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
  3° De in artikel 32septies, § 1 van de wet bedoelde naamloze vennootschap.
  De Maatschappij is tevens gehouden, in uitvoering van artikel 62 van het decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid, de in toepassing van artikel 32quater van de wet opgemaakte Algemene Waterzuiveringsprogramma's systematisch en onmiddellijk vanaf de beschikbaarheid te bezorgen aan het bestuur Milieu-investeringen van de Administratie Milieu, Natuur en Landinrichting van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Art.11. Indien de Maatschappij de verplichtingen haar opgelegd door of krachtens dit besluit en de wet niet naleeft, kan de Vlaamse Executieve, op voordracht van de Gemeenschapsminister, de uitvoering van deze verplichtingen geheel of gedeeltelijk aan een door haar benoemde commissaris opdragen.

Art.12. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 13. De Gemeenschapsminister van Leefmilieu, Natuurbehoud en Landinrichting is belast met de uitvoering van dit besluit.