17 APRIL 1991. - Besluit van de Vlaamse Executieve houdende de subsidiëring van de investeringsverrichtingen voor dagverzorgingscentra.
Art. 1-4
Artikel 1. In het besluit van de Vlaamse Executieve van 17 juli 1985 houdende de bijzondere voorwaarden voor de subsidiëring van de inesteringsverrichtingen worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° Het opschrift van hoofdstuk III van bovenvermeld besluit wordt vervangen door volgend opschrift :
" Hoofdstuk III : Serviceflatgebouwen, woningcomplexen met dienstverlening, rusthuizen en dagverzorgingscentra ";
2° In artikel 3 van hetzelfde besluit worden in het eerste lid de woorden " of een rusthuis " en " of rusthuis " respectievelijk vervangen door de woorden " een rusthuis of een dagverzorgingscentrum " en " rusthuis of dagverzorgingscentrum ";
3° In artikel 3, 2° van hetzelfde besluit wordt een C. toegevoegd luidend als volgt :
" c) Wanneer het een dagverzorgingscentrum betreft, bewijzen dat de inrichting zodanig zal zijn aangepast en uitgerust dat zij aan de eisen voldoet om bejaarden op te nemen die moeten worden geholpen bij het verrichten van de essentiële handelingen van het leven en/of op die bejaarden toezicht moet worden gehouden. ";
4° In artikel 3, 4° van hetzelfde besluit worden de woorden " Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, de Nationale Landmaatschappij of een door haar geleide vennootschap " vervangen door de woorden " Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of een door haar erkende vennootschap ".
Art.2. In het besluit van de Vlaamse Executieve van 10 juli 1985 tot vaststelling voor voorzieningen voor bejaarden van de maximale kostprijs van de werken, leveringen en diensten die voor subsidiëring in aanmerking komen worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° In artikel 2, § 1, wordt vóór de woorden " - voor rusthuizen " volgende tekst toegevoegd :
" - voor dagverzorgingscentra : 20 m2 per verblijfseenheid; ";
2° In artikel 3 wordt voor de woorden : " - vor uitbreiding " volgend lid toegevoegd :
" - voor dagverzorgingscentra : tot een maximumbedrag van 75 000 F per verblijfseenheid; ".
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 1991.
Art. 4. De Gemeenschapsminister van Welzijn en Gezin is gelast met uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 april 1991.
De Voorzitter van de Vlaamse Executieve,
G. GEENS
De Gemeenschapsminister van Welzijn en Gezin,
J. LENSSENS