11 JULI 1991. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve in uitvoering van artikel 8 van de ordonnantie met betrekking tot het recht op een minimumlevering van elektriciteit.
Art. 1-8
Artikel 1. Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld bij artikel 107quater van de Grondwet.
Art.2. In uitvoering van artikel 8 van de ordonnantie met betrekking tot het recht op een minimumlevering van elektriciteit wordt een " Hulpfonds voor Sociaal Onderzoek in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest " opgericht, hierna genoemd " Hulpfonds ".
Art.3. Het Hulpfonds heeft als doel het dekken van de kosten, die voortvloeien uit het sociaal onderzoek bij de aangesloten elektriciteitsverbruikers, bij wie automatisch of op eigen verzoek een vermogensbeperker van 4 Ampère werd geplaatst.
Art.4. Het Hulpfonds wordt beheerd door de vertegenwoordigers van de elektriciteitsbedrijven die elektriciteit voor huishoudelijk verbruik leveren en waarvan de werking zal vastgelegd worden door het huishoudelijk reglement dat aan de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve ter goedkeuring wordt voorgelegd.
Art.5. Jaarlijks, vóór 1 mei, legt het Fonds zijn rapport ter goedkeuring voor aan de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve.
Art.6. Het Hulpfonds wordt gestijfd door de bijdragen van de in artikel 4 bedoelde elektriciteitsbedrijven.
Art.7. De bijdrage wordt jaarlijks vastgelegd en wordt over de organismen verdeeld die het sociaal onderzoek, bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie met betrekking tot het recht op een minimumlevering van elektriciteit, uitvoeren en dit in functie van volgende formule, die gesteund is op de meest recente gegevens :
- voor 1/4 in functie van het aantal inwoners;
- voor 1/2 in functie van het aantal personen die het bestaansminimum ontvingen;
- voor 1/4 in functie van het aantal geplaatste vermogensbeperkers.
Art. 8. De bijdrage voor het jaar 1991 beloopt F 20 000 000. De reeds gestorte bedragen, ten gevolge van vroeger aangegane overeenkomsten in dit verband, worden hierop in mindering gebracht.