28 JUNI 1991. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve tot vaststelling van de opening en de sluiting van de jacht en handel in wild in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest voor het seizoen 1991-1992.
Art. 1-3
Verbodsbepalingen.
Art. 4
Bestrijding van wilde konijnen.
Art. 5
Bestrijding van ander wild.
Art. 6
Voorkomen van schade aan gewassen, vee en bossen en voor de bescherming van de flora en de fauna.
Art. 7-8
Vervoer en handel van bepaalde soorten wild.
Art. 9-12
Artikel 1. Het jachtseizoen 1991-1992 loopt van 1 juli 1991 tot en met 30 juni 1992.
Art.2. De jacht op alle soorten dieren die niet in dit besluit bedoeld zijn, is verboden.
Art.3. De openings- en sluitingsdata van de jacht op wild dit seizoen worden bepaald zoals hierna vermeld :
a) Grof wild :
De jacht op reebok wordt uitsluitend toegelaten indien de houder van de jachtrecht een schietplan bezit goedgekeurd door de e.a. ingenieur van Waters en Bossen in de naam van de Staatssekretaris.
Soort edelhert :
Edelhert : van 15 september tot en met 30 november.
Hinde en jongen van beide geslachten : van 15 oktober tot en met 31 december.
Soort ree :
Reebok :
- met minstens drie enden aan een stang : van 1 juli tot en met 15 september 1991.
- met minder dan drie enden aan elke stang : van 15 mei tot 30 juni 1992.
- van 1 oktober tot en met 30 november.
Reegeit en jongen van beide geslachten : van 1 oktober tot en met 30 november en van 15 januari tot 28 februari.
Soort damhert :
Damhert : van 15 september tot en met 30 november.
Damhinde en jongen van beide geslachten : van 1 november tot en met 31 december.
Soort moeflon :
De moeflonram waarvan één hoorn, gemeten langs de buitenzijde, minstens 60 cm bereikt, vrouwelijke moeflons evenals lammeren van het vrouwelijk geslacht en jonge mannelijke dieren met hoornen van maximum 15 centimeter : van 1 oktober tot en met 15 januari.
Wild zwijn :
Heel het jaar door.
b) Klein wild :
Patrijs : van 15 september tot en met 30 november.
Haas : van 15 oktober tot en met 31 december.
Fazantehaan : van 15 oktober tot en met 31 januari.
Fazantehen : van 15 oktober tot en met 31 december.
Houtsnip : van 15 oktober tot en met 31 december.
c) Waterwild :
Wilde eend : van 15 augustus tot en met 31 januari.
Het schieten van eendekuikens die nog niet kunnen vliegen, is verboden.
d) Jacht op het overige wild :
Konijn zowel in open veld als in de bossen : van 15 september tot en met 31 december.
Houtduif, zowel in open veld als in de bossen : van 15 september tot en met 28 februari.
De vos, in het bos en open veld : gans het jaar, na geschreven toestemming van de Staatssecretaris in het geval er duidelijke verwoestingen worden vastgesteld.
De nesten, holen of legers wilde kat, eekhoorn, boom- en steenmarter en das mogen niet gestoord, vernietigd of weggenomen worden.
e) Allerlei :
Jacht in open veld : van 15 september tot en met 31 december.
De jacht met een roofvogel is niet open.
Verbodsbepalingen.
Art.4. Elke jachtdaad in de velden, waarop zich graangewassen of andere korrel- of zaaddragende planten bevinden, rijp of rijpend te velde staan, of afgemaaid en liggend op de grond, is verboden. De overtreders worden gestraft met de bij artikel 6 van de jachtwet van 28 februari 1882 bepaalde straffen.
Onverminderd de bepalingen van artikel 556, 6°, van het strafwetboek is dit verbod niet toepasselijk op maïs, op gras en voeder van alle aard, op bieten, aardappelen, rapen en andere planten die niet geteeld worden met het oog op de graan- en zaadopbrengst, op de oogsten van gebonden, rechtgezette of opgehoopte graan- of zaadgewassen, noch op de herfstbezaaiingen.
Bestrijding van wilde konijnen.
Art.5. De beëdigde wachters van de houders van het jachtrecht en de ambtenaren mogen het konijn gans het jaar bestrijden met het geweer, op de gehele oppervlakte van de eigendommen die zij moeten bewaken.
Bestrijding van ander wild.
Art.6. § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 6 van de jachtwet van 28 februari 1882, mogen verwilderde katten te allen tijde worden bestreden door de ambtenaren en aangestelden van de Dienst van Waters en Bossen.
Daartoe mogen deze personen, onder hun verantwoordelijkheid, gebruik maken van :
- vallen met een maximaal volume 100 dm3, waarin dieren zich na de vangst vrij kunnen bewegen en die in gesloten toestand minstens één vrije opening hebben waarin een cirkel met een doormeter van 5 cm kan worden getrokken.
Het gebruik van alle andere middelen of tuigen is verboden.
§ 2. Wanneer de houtduiven belangrijke schade aan de gewassen en bossen toebrengen en dit op geen andere bevredigende manier kan worden voorkomen, mogen beëdigde wachters van de houders van het jachtrecht deze vogels, heel het jaar door, bij dag, met het geweer, eventueel zonder jachtverlof, bestrijden daar waar schade wordt vastgesteld in het gebied waarvoor zij aangesteld zijn.
Die wachters brengen de e.a. ingenieur van Waters en Bossen op de hoogte van de bestrijding, zodat deze het nodige toezicht kan uitoefenen en zo nodig, deze bestrijding kan beperken of verbieden. Zij brengen er eveneens de commandant van de rijkswachtbrigade van op de hoogte.
Voorkomen van schade aan gewassen, vee en bossen en voor de bescherming van de flora en de fauna.
Art.7. Bij toepassing van artikel 5 van de richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand is het verboden zwarte kraaien, roeken, kauwen, gaaien en eksters te schieten.
Art.8. § 1. Bij toepassing van artikel 9, 1, a), derde en vierde streepje van de richtlijn 79/409/EEG van de Raad van Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand, wanneer de in artikel 7 bedoelde soorten een overmatig bevolkingsniveau tonen dat van aard is belangrijke schade aan de fauna, de teelt of de flora aan te brengen, moeten de gebruikers van de bedreigde gronden alsmede de houders van het jachtrecht die in het bezit zijn van een jachtvergunning en hun beëdigde wachters moeten per aangetekende brief de e.a. ingenieur van Waters en Bossen inlichten van hun voornemen het aantal van deze soorten te beperken.
Deze voorafgaande kennisgeving moet de periode van de bestrijding, alsmede de betrokken velden, gewassen, weiden, graslanden, boomgaarden, bossen en wouden nader bepalen.
§ 2. Tijdens vijf vrije dagen vanaf de verzending van de aangetekende brief mag geen bestrijding plaats hebben.
§ 3. Indien de e.a. Ingenieur van Waters en Bossen een verzet doet gelden tegen de bestrijding, moet hij het door een gemotiveerde beslissing, aan de belanghebbende persoon per aangetekende brief betekenen.
§ 4. Na onderzoek en bij gemotiveerde beslissing, zal de e.a. ingenieur van Waters en Bossen, de bestrijding kunnen beperken of vroegtijdig doen beëindigen.
§ 5. De bestrijding kan enkel gebeuren onder de volgende voorwaarden :
1° enkel tijdens de dag;
2° met geweer of door vallen die derwijze geplaatst zijn dat zij de vangst van andere dieren onmogelijk maken;
3° zonder dat er gebruik mag worden gemaakt van gifstoffen;
4° zonder dat er ooit in de nesten mag geschoten worden.
Vervoer en handel van bepaalde soorten wild.
Art.9. § 1. In de periode waarin alleen het schieten en het vervoer van de fazanthaan toegelaten is, mogen de fazanten slechts vervoerd worden, te koop aangeboden, verkocht en gekocht, indien minstens hun kop met pluimen bedekt is.
Overeenkomstig artikel 9 van de jachtwet van 28 februari 1882, is de houder van de jachtrecht in een bos, dat minstens twintig hectaren uit één stuk groot is, gemachtigd van 15 september tot 30 november 1991 kippende ruikooien onder de vorm van doorzichtig gevlochten manden te gebruiken voor het terugvangen, in dit bos, voor het houden of voor de kweek bestemde fazanten, op voorwaarde dat hij aangepaste bijzondere inrichtingen bezit voor het houden van de teruggevangen vogels.
De vangtuigen mogen niet op minder dan vijftig meter van de rand van de naburige beboste eigendommen geplaatst worden.
Het vangen van fazanten, onder andere dan de hierboven vermelde voorwaarden, moet aangevraagd worden in een met redenen omkleed verzoek. Een bijzondere machtiging kan worden afgeleverd.
§ 2. Gedurende de tijd dat het geoorloofd is reebokken te schieten, evenals tijdens de tien dagen die op de sluitingsdatum volgen, is het vervoer tot aan de plaats van gebruik of van kleinhandel slechts toegelaten zo het dier zijn gewei heeft behouden of mits voorlegging van een getuigschrift, geldig gedurende vijf dagen, uitgaande van één der in lid 1 van artikel 24 van de jachtwet van 28 februari 1882 vermelde overheidsbeambten. In dit getuigschrift moet worden vastgesteld dat het vervoerde dier behoort tot één der types waarvan het schieten toegestaan is op grond van artikel 1 van dit besluit.
§ 3. In de periode dat het allen toegestaan is het hert, de hinde, de reebok, het damhert of de damhinde te schieten en te vervoeren, is het vervoer tot aan de plaats van verbruik of van kleinhandel slechts geoorloofd wanneer het dier op zichtbare wijze de uiterlijke kenmerken draagt van zijn geslacht.
§ 4. In de periode dat het toegestaan is de herten, hinden en jongen te schieten en te vervoeren, is het vervoer tot aan de plaats van verbruik of van kleinhandel slechts toegelaten mits voorlegging van een getuigschrift, geldig voor vijf dagen, opgesteld door een brigadechef of een technisch beambte van de dienst van Waters en Bossen, een rijkswachter of een veldwachter, waarin wordt vastgesteld dat het dier behoort tot één der types waarvan het schieten is toegestaan op grond van artikel 1 van dit besluit.
§ 5. Het vervoer en het in handel brengen van wilde katten, dassen, boom- en steenmarters, eekhoorns, bunzings, otters, hermelijnen, wezels, vossen, zwarte kraaien, bonte kraaien, eksters, Vlaamse gaaien, kauwen, roeken, zilvermeeuwen en kokmeeuwen is verboden.
Art.10. Bij sneeuw is het verboden in open veld te jagen, welke ook de hoeveelheid sneeuw is die de grond bedekt. De jacht blijft echter geoorloofd in bossen, houtkanten en bremvlakten.
In geval van buitengewoon meteorologische omstandigheden, de e.a. Ingenieur van Waters en Bossen kan elke jacht geheel of gedeeltelijk verbieden.
Dit verbod wordt pas van kracht op de eerste dag nadat een bericht daaromtrent in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.11. De Gouverneur van de provincie Brabant wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 12. De Staatssekretaris toegevoegd aan de Minister van Leefmilieu, Landbouwhervorming en Natuurbehoud is belast met de uitvoering van huidig besluit.