1 OKTOBER 1991. - Besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, in verband met de adviseurs en directeurs bij de hulpverlening aan de jeugd en hun adjuncten alsook met wijzigingen aan de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming.
Art. 1-3
Artikel 1. Treden in werking de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad verschijnt, de volgende artikelen van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd :
- artikel 5;
- artikel 6;
- artikel 7, lid 1;
- artikel 9, lid 1;
- artikel 10, wat de toepassing van artikel 36, §§ 2, 6 en 7 betreft;
- artikel 13, wat de toepassing van artikel 36, § 6, betreft;
- artikel 15, lid 2;
- artikel 31;
- artikel 32, § 1 en § 2, 1° tot 3° en 5°;
- artikel 33 leden 1 en 4;
- artikel 34;
- artikel 35;
- artikel 36, § 1, § 2, 1° en 2°, en §§ 3 tot 7;
- artikel 51;
- artikel 55, wat de toepassing van artikel 36, § 6, betreft;
- artikel 57;
- artikel 62 § 1, § 2, § 4, §§ 6 tot 8, § 11 en §§ 15 tot 18;
- artikel 66.
Art.2. De opdrachten toegewezen aan de jeugdbeschermingscomités bij artikel 2, leden 1, 2 en 3. 1° van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming blijven behoren tot de bevoegdheid van die comités totdat de adviseurs bij de hulpverlening aan de jeugd in dienst treden.
Art. 3. De Minister tot wiens bevoegdheid de hulpverlening aan de jeugd en de jeugdbescherming behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.