25 JULI 1991. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve tot vaststelling van de voorwaarden inzake toekenning van de tegemoetkoming van het Gewest in de financiering van de aankoop van gebouwen en van hun ombouwing in sociale woningen of van de bouw van sociale woningen door een openbare instelling <vertaling>.
Art. 1-12
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder:
1° de Minister: de Minister van het Waalse Gewest tot wiens bevoegdheid de huisvesting behoort;
2° openbare instelling:
- een publiekrechtelijke bouwmaatschappij erkend door de Waalse Regionale Maatschappij voor de Huisvesting;
- een provincie;
- een gemeente;
- een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn,
die alleen of gemeenschappelijk handelen.
Art.2. Binnen de perken van de daartoe op de begroting van het Waalse Gewest uitgetrokken kredieten en onder de door dit besluit vastgestelde voorwaarden kan het Gewest optreden aan de hand van een gedeeltelijke gelddotatie in de financiering van de aankoopsom van één of verschillende gebouwen en van hun ombouwing in sociale woningen of in de bouwkosten van sociale woningen door een openbare instelling.
Art.3. § 1. De gedeeltelijke gelddotatie wordt berekend rekening houdend met:
- het door de Minister gemachtigde investeringsproject;
- een voortijdschema van de operatie;
- de vooruitlopende huurontvangsten;
- in voorkomend geval het bedrag van het geïnvesteerd persoonlijk kapitaal;
- de voorwaarden van de financiering die de gedeeltelijke gelddotatie bijpast;
- de financiële ontvangsten en uitgaven die uit de investeringsoperatie voortkomen.
§ 2. Het bedrag van de gedeeltelijke gelddotatie wordt bepaald zodat de vooruitlopende huurontvangsten en de terugbetalingslasten van de financiering die de gedeeltelijke dotatie bijpast, sluitend te maken ten einde de financiering van de investeringsoperatie te sluiten.
Onder terugbetalingslasten van de bijkomende financiering dient te worden verstaan, maximum, de annuïteiten van een lening op twintig jaar tegen de marktkoers op de datum van de ondertekening door de Minister van de in artikel 7 bedoelde vaste belofte.
§ 3. Het bedrag van de gedeeltelijke gelddotatie is niet herzienbaar.
Art.4. De tegemoetkomingsaanvraag wordt ingediend door de openbare instelling aan de hand van het door de Minister opgemaakte formulier en gaat vergezeld van het project van de operatie.
Het project bepaalt:
- de localisatie van de woningen;
- een raming van de aankoopsom van de te verbouwen gebouwen;
- een uitvoerige raming van de kostprijs van de verbouwings- of bouwwerken van de woningen, alsmede de kosten van de prestaties inzake studie, leiding of toezicht die erop betrekking hebben en alle onkosten met betrekking tot die werken;
- het voortijdsschema van de operatie;
- de voorwaarden van de bijkomende financiering, met name de financiële lasten en de gestelde waarborgen en zekerheden;
- de raming van de te innen huurontvangsten berekend overeenkomstig de door de Minister bepaalde criteria;
- in voorkomend geval, het bedrag van het fonds of de opbrengsten die de openbare instelling zich verplicht voor de operatie te bestemmen, de waarden van de opbrengsten moet bevestigd worden door de ontvanger der registratie;
- een verslag opgemaakt door de gemeente op het grondgebied waar de woningen zullen gebouwd worden en dat met name de behoeften aan sociale huurwoningen bepaalt.
Art.5. Het bevel de onder de voorwaarden van dit besluit gesubsidieerde werken aan te vatten, moet gegeven worden binnnen twee jaar na het bekomen van de in artikel 7 bedoelde vaste belofte van de Minister.
De Minister kan op gemotiveerd verzoek van de openbare instelling een bijkomende termijn van één jaar verlenen.
Art.6. Voorrang wordt gegeven aan de aankoopoperaties van gebouwen en aan hun ombouwing in sociale woningen.
Art.7. De gedeeltelijke gelddotatie wordt uitbetaald in een enige tranche aan de openbare instelling bij de ondertekening door de Minister van de vaste belofte vergezeld van de in artikel 3 bedoelde voorwaarden voor de uitvoering van het project.
Art.8. Er wordt een afzonderlijke boekhouding van de door de gedeeltelijke gelddotatie gedekte investeringsoperatie gehouden.
Art.9. In geval van verkoping van één of verschillende woningen gesubsidieerd onder de voorwaarden van dit besluit wordt de openbare instelling ertoe gehouden de opbrengst van de verkoop onder de door de Minister bepaalde voorwaarden te bestemmen voor een operatie van aankoop-ombouwing in of bouw van sociale woningen.
Art.10. Indien de voorwaarden van dit besluit niet in acht worden genomen, moet de Waalse Regionale Maatschappij voor de Huisvesting de terugbetaling van de gelddotatie, vermeerderd met de interesten, vorderen; zij wordt overeenkomstig de door dit besluit bepaalde modaliteiten ertoe gehouden die dotatie voor de in artikel 2 bedoelde operaties voor te behouden.
Art.11. Voor de in artikel 1, 2°, eerste streepje, bedoelde openbare instelling is de op 2 juni 1988 door de Waalse Gewestexecutieve goedgekeurde uitbetaling van de voorschotten van de W.R.M.H. niet van toepassing op de financiëring van de door dit besluit bedoelde operaties.
Art. 12. De Minister van het Waalse Gewest tot wiens bevoegdheid de Huisvesting behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.