Details





Titel:

4 APRIL 1991. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 3bis van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, houdende vaststelling van bedragen die bij wijze van voorschot worden betaald. (NOTA : opgeheven voor de Duitstalige gemeenschap bij BDG2018-11-29/14, art. 46,22°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-12-1996 en tekstbijwerking tot 27-12-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2018206331 



Artikels:

Artikel 1. De gewaarborgde gezinsbijslag wordt bij wijze van voorschot toegekend aan het in artikel 40 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders bepaalde bedrag, eventueel verhoogd met de (in artikel 44 of 44bis van dezelfde wetten, naargelang het geval, bepaalde bijslagen), behoudens indien uit de aanvraag om gewaarborgde gezinsbijslag blijkt dat een eventueel voorrangsrecht enkel in de kinderbijslagregeling voor zelfstandigen zal kunnen worden vastgesteld of in een buitenlandse of internationale regeling, in welk geval de voorschotten worden toegekend aan de bedragen bepaald bij artikel 17 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen. <KB 1996-12-18/32, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1997>
  (lid opgeheven) <KB 1996-12-18/32, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1997>

Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1991.

Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.