Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

27 DECEMBER 1990. - Ministerieel besluit betreffende de toekenning van een premie voor de sanering van de produktie van appelen.



Inhoudstafel:


Art. 1-10
Bijlage 1.
Art. N1
Bijlage 2.
Art. N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1. Boomgaard : Het totaal van de percelen van het bedrijf die met appelbomen, die geschikt zijn om een normale produktie te geven, minder dan twintig jaar zijn beplant, een dichtheid van meer dan 400 bomen per hectare en een minimumoppervlakte van 1 ha hebben;
  2. De Dienst Tuinbouw : Dienst Tuinbouw ressorterend onder het Bestuur Land- en Tuinbouw van het Ministerie van Landbouw, Manhattan Office Tower, Bolwerklaan 21, 1210 Brussel;
  3. Rooiwerkzaamheden : Werkzaamheden die er in bestaan boomgaarden met appelbomen, andere dan bomen voor de teelt van persappelen voor de ciderbereiding, te rooien en niet te herplanten met appelbomen en de bomen na het rooien ongeschikt te maken voor wederaanplanting.

Art.2. De appelproducenten kunnen onder de voorwaarden van dit besluit en van de Verordening 1200/90 van de Raad van 7 mei 1990 en 2604/90 van de Commissie van 7 september 1990 een E.E.G.-premie bekomen voor de door hen uitgevoerde rooiwerkzaamheden in de verkoopseizoenen 1990/1991 tot en met 1992/1993. Een verkoopseizoen loopt van 1 juli tot en met 30 juni.

Art.3. De EEG-premie wordt vastgesteld op 3 500 Ecu per hectare voor de boomgaarden die voorwerp zijn van rooiwerkzaamheden. De omrekening in de nationale munteenheid gebeurt volgens de omrekeningskoers die van kracht is op de eerste dag van het verkoopseizoen waarin de betrokken premieaanvraag wordt ingediend.

Art.4. De premie voorzien in artikel 2 wordt slechts toegekend indien de betrokken appelproducenten bij de Dienst Tuinbouw uiterlijk op 1 december 1992 een aanvraagformulier per aangetekend schrijven indienen dat overeenstemt met het model in bijlage 1 bij dit besluit.
  Het aanvraagformulier bevat de schriftelijke verbintenis om de gehele boomgaard vóór 1 april van het betrokken verkoopseizoen ineens te rooien of te laten rooien en om er gedurende vijftien jaar geen appelbomen te herplanten en de overblijvende oppervlakte beplant met appelen niet uit te breiden.
  Indien de aanvrager van de premie geen eigenaar is van de betrokken boomgaard dient bij het aanvraagformulier eveneens de schriftelijke toestemming van de eigenaar(s) met de rooiwerkzaamheden te worden gevoegd evenals een verklaring van de eigenaar(s) om bij overdracht van de boomgaard de verbintenis om gedurende vijftien jaar geen appelbomen aan te planten te doen overnemen door elke nieuwe eigenaar en om bij het sluiten van een nieuwe pachtovereenkomst deze verbintenis ter kennis brengen van eventuele volgende pachters (model in bijlage 2). Indien de aanvrager van de premie eigenaar is van de betrokken boomgaard bevat het aanvraagformulier eveneens een verklaring van de aanvrager dat hij al het nodige zal doen om zijn verbintenis door eventuele nieuwe eigenaars te doen overnemen of ter kennis te brengen van eventuele volgende pachters.

Art.5. De Dienst Tuinbouw voert de controle uit op naleving van de voorschriften van de rooiwerkzaamheden. De ambtenaren van die Dienst hebben het recht de controles uit te voeren op de tijdstippen die zij daarvoor het meest geschikt achten.

Art.6. De rooiwerkzaamheden mogen niet aanvangen vóór het indienen van de aanvraag en voor de controle ter plaatse van de te rooien oppervlakte door de in artikel 5 genoemde ambtenaren. De aanvrager wordt uiterlijk twee maanden na de indiening van zijn aanvraag in kennis gesteld van de ontvankelijkheid ervan. De rooiwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd binnen drie maanden na deze kennisgeving en uiterlijk voor 1 april van het betrokken verkoopseizoen. De premieaanvrager moet de bevoegde ambtenaar in kennis stellen van de datum van de rooiwerkzaamheden.
  Na het beëindigen van de rooiwerkzaamheden dienen dezelfde ambtenaren onmiddellijk hiervan in kennis gesteld te worden.

Art.7. Na beëindiging van de rooiwerkzaamheden, wordt door de dienst Tuinbouw nagegaan of ze uitgevoerd zijn overeenkomstig de voorwaarden bepaald in Verordening (EEG) nr. 1200/90, 2604/90 en in dit besluit.

Art.8. De Belgische Dienst voor Bedrijfsleven en Landbouw is belast met de uitbetaling van de rooipremie. De premie wordt uiterlijk twee maanden na de in artikel 7 bedoelde vaststelling uitgekeerd.

Art.9. Elke verklaring die na controle geheel of gedeeltelijk vals zou blijken te zijn evenals elke niet nagekomen verbintenis, brengt stopzetting van betaling van de premie en terugvordering van de reeds uitgekeerde bedragen met zich mee. Het bedrag van de terug te betalen bedragen wordt in voorkomend geval, vermeerderd met de wettelijke intrest met ingang van de datum van hun betaling. Van de overtreder wordt eveneens een bedrag gevorderd dat gelijk is aan de uitgekeerde rooipremie.

Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 1990.

Bijlage 1.
Art. N1. AANVRAAG E.E.G.-ROOIPREMIE. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 08/02/1991, p. 2626-2627>

Bijlage 2.
Art. N2. TOELATING ROOIWERKZAAMHEDEN DOOR EIGENAAR. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 08/02/1991, p. 2629>