6 DECEMBER 1990. - Koninklijk besluit betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw in de benadeelde gebieden. (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest door BWG 1997-07-17/63, art. 72, Inwerkingtreding : 17-07-1997.) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-01-1991 en tekstbijwerking tot 25-10-1997)
Art. 1-8
Artikel 1. (Zie nota onder TITEL) Dit besluit is van toepassing op de landbouwers en tuinders, begunstigden van het stelsel tot aanmoediging van investeringen voorzien in hoofdstuk II A van het koninklijk besluit van 25 oktober 1990 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw die beantwoorden aan de bepalingen vervat in artikel 1 van het ministerieel besluit van 4 september 1990 tot toekenning van een jaarlijkse compenserende vergoeding voor de permanente belemmeringen aan de landbouwers van de probleemstreken.
Art.2. (Zie nota onder TITEL) Een investeringspremie, in de zin van artikel 3, lid 3, van de wet van 15 februari 1961 houdende oprichting van een Landbouwinvesteringsfonds, wordt aan de in artikel 1 bedoelde personen toegekend.
Deze premie is gelijk aan het equivalent van 2/5 van de steun verleend onder de vorm van rentetoelage, overeenkomstig artikel 9 van voormelde koninklijk besluit waarbij gesteld is dat hij 10 % van de betoelaagde investeringen niet mag overtreffen.
De samenvoeging van de premie en de rentetoelage mag niet voor gevolg hebben dat de rente van de lening ten laste van de begunstigde lager wordt dan 2 %.
De Minister van Landbouw stelt het bedrag van de premie alsook de toepassingsmodaliteiten van de toekenning ervan vast.
Art.3. (Zie nota onder TITEL) De investeringsverrichtingen die genieten van de steun voorzien in artikel 17 van de voormelde Verordening (EEG) nr. 797/85 komen niet meer in aanmerking voor de toekenning van de premie voorzien bij artikel 2 en kunnen niet meer genieten van de rentetoeslag bedoeld bij artikel 9 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1990 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw.
Art.4. (Zie nota onder TITEL) Onverminderd de ambtsbevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie worden overtredingen van dit besluit opgespoord en vastgesteld door de ambtenaren ingenieurs en inspecteurs van het Ministerie van Landbouw.
Art.5. (Zie nota onder TITEL) De ten onrechte uitgekeerde bedragen worden teruggevorderd en indien kwade trouw wordt vastgesteld, worden die bedragen vermeerderd met een intrest van 10 % per jaar, vanaf de datum van uitbetaling.
Art.6. (Zie nota onder TITEL) De in dit besluit bedoelde tussenkomsten kunnen worden geweigerd aan de aanvragers die een verklaring hebben afgelegd welke na onderzoek geheel of gedeeltelijk vals is bevonden.
Art.7. (Zie nota onder TITEL) Het koninklijk besluit van 3 maart 1986 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw in de benadeelde gebieden wordt afgeschaft.
Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1990.
Art. 8. (Zie nota onder TITEL) Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.