7 MEI 1991. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de ijzernijverheid ressorteren voor de ontslagen bejaarde werklieden die onder de toepasing vallen van de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 november 1990 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen.
Art. 1-5
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de ijzernijverheid ressorteren en op de bejaarde werklieden die zij tewerkstellen en die onder de toepassing vallen van de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 november 1990 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen.
Art.2. In afwijking van de bepalingen van artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 juli 1973 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Nationaal Paritair Comité voor de ijzernijverheid ressorteren, wordt de opzeggingstermijn op achtentwintig dagen vastgesteld , ongeacht de anciënniteit van de werkman, wanneer de opzegging wordt gegeven door de werkgever aan de bij artikel 1 bedoelde werklieden die afgedankt zijn om een overschot aan personeel in een onderneming op te slorpen.
Art.3. De opzeggingen betekend voor de inwerkingtreding van dit besluit aan de bij artikel 2 bedoelde werklieden blijven hun gevolgen behouden.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1992.
Art. 5. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid wordt belast met de uitvoering van dit besluit.