24 JANUARI 1991. - Koninklijk besluit houdende oprichting van de Nationale Raad voor Accreditatie en Certificatie.
Art. 1-6
Artikel 1. Bij het Ministerie van Economische Zaken wordt een Nationale Raad voor Accreditatie en Certificatie opgericht.
Art.2. De Nationale Raad voor Accreditatie en Certificatie bestaat uit :
- één lid dat het Ministerie van Economische Zaken vertegenwoordigt;
- één lid dat ieder ministerie vertegenwoordigt dat gemachtigd is laboratoria, keuringsinstellingen en certificatie-organismen te erkennen krachtens wetten, besluiten, decreten of ordonnanties;
- twee leden die de Vlaamse Executieve vertegenwoordigen;
- één lid dat de Waalse Gewest Executieve vertegenwoordigt;
- één lid dat de Franse Gemeenschapsexecutieve vertegenwoordigt;
- twee leden die de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve vertegenwoordigen;
- één lid dat de Belgische Kalibratie Organisatie vertegenwoordigt;
- drie leden die ieder één van de respectieve organisaties vertegenwoordigen van geaccrediteerde laboratoria, keuringsinstellingen en certificatie-organismen;
- één lid dat het Belgisch Instituut voor Normalisatie vertegenwoordigt;
- acht leden die de meest representatieve industriële organisaties vertegenwoordigen;
- acht leden die de verbruikersorganisaties vertegenwoordigen waaronder vijf leden die de werknemersorganisaties vertegenwoordigen.
De Raad telt evenveel plaatsvervangende als werkende leden.
De Minister van Economische Zaken benoemt de leden van de Raad op voordracht van de betrokken instanties.
Onder de leden van de Raad benoemt de Minister van Economische Zaken één voorzitter en twee ondervoorzitters.
Art.3. De Minister van Economische Zaken duidt onder de ambtenaren van zijn departement de secretaris van de Raad aan, evenals de ambtenaren die van het secretariaat deel uitmaken.
Art.4. De Raad zal een reglement van inwendige orde ter goedkeuring voorleggen aan de Minister van Economische Zaken.
De Raad kan op zijn vergaderingen elke persoon uitnodigen waarvan het advies hem nuttig lijkt.
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6. Onze Minister van Economische Zaken en het Plan is belast met de uitvoering van dit besluit.