Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

18 JULI 1991. - Wet tot wijziging van de voorschriften van het Gerechtelijk Wetboek die betrekking hebben op de opleiding en de werving van magistraten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-07-1991 en tekstbijwerking tot 02-06-2003)



Inhoudstafel:


Art. 1-23



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1899061501  1971040801 



Uitvoeringsbesluit(en):

1992009209  1992102950 



Artikels:

Artikel 1. <wijzigingsbepaling van art. 79 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.2. <wijzigingsbepaling van art. 80, lid 2 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.3. <wijzigingsbepaling van art. 187 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.4. <wijzigingsbepaling van art. 188 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.5. <wijzigingsbepaling van art. 189 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.6. <wijzigingsbepaling van art. 190 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.7. <wijzigingsbepaling van art. 191 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.8. <wijzigingsbepaling van art. 192 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.9. <wijzigingsbepaling van art. 193 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.10. <wijzigingsbepaling van art. 194 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.11. <wijzigingsbepaling van art. 195, lid 1, van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.12. <wijzigingsbepaling van art. 207 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.13. <wijzigingsbepaling van art. 103 van W 1899-06-15>

Art.14. <wijzigingsbepaling van art. 208 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.15. <wijzigingsbepaling van art. 209 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.16. <wijzigingsbepaling van art. 210bis, al. 1, van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.17. <wijzigingsbepaling van art. 254 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.18. <wijzigingsbepaling van art. 258 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.19. <wijzigingsbepaling van art. 287 van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>

Art.20. <invoeging van de artikelen 259bis tot 259quater in deel II van het Gerechtelijk Wetboek, in boek I, titel VI, hoofdstuk Vbis, van het Gerechtelijk Wetboek, 1967-10-10/02>
  OVERGANGSMAATREGELEN.

Art.21. <W 1998-12-22/47, art. 89, 005; Inwerkingtreding : 02-08-2000> De magistraten in dienst op de dag van de inwerkingtreding van de bepalingen van deze wet en de magistraten benoemd voor de inwerkingtreding van deze wet maar aan wie wegens onverenigbaarheid ontslag om eervolle redenen is verleend, worden geacht de gerechtelijke stage bepaald in artikel 259octies van het Gerechtelijk Wetboek te hebben vervuld en worden geacht geslaagd te zijn voor het examen inzake beroepsbekwaamheid, bedoeld in artikel 259bis-9 van hetzelfde Wetboek.
  De plaatsvervangende rechters benoemd voor 1 oktober 1993 en de plaatsvervangende rechters benoemd voor 1 oktober 1993 maar aan wie wegens onverenigbaarheid ontslag om eervolle redenen is verleend, worden geacht geslaagd te zijn voor het examen inzake beroepsbekwaamheid, bedoeld in artikel 259bis-9 van hetzelfde Wetboek.
  Het dossier van de plaatsvervangende rechters benoemd voor 1 oktober 1993, wordt slechts voor voordracht aan de bevoegde benoemingscommissie overgezonden voor zover alle individuele adviezen gunstig zijn.
  (NOTA : Bij arrest nr 3/2001 van 25 januari 2001 (B.S. 13-02-2001) heeft het Arbitragehof in dit artikel, het derde lid vernietigd Opheffing : 02-08-2000)
  Indien er voor een benoeming, benevens één van voornoemde plaatsvervangende rechters (die regelmatig, in de loop van de vijf jaar die aan hun kandidaatstelling voorafgaan, rechters of leden van het openbaar ministerie hebben vervangen), ook een geslaagde voor het examen inzake beroepsbekwaamheid, een persoon die de vereiste gerechtelijke stage beëindigd heeft of een magistraat zich kandidaat stelt voor wie alle individuele adviezen (...) gunstig zijn, (kan) de benoemingscommissie aan deze kandidaten bij de voordracht voorrang verlenen. <W 2001-06-15/34, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 21-07-2001>
  (...) <W 2003-05-03/45, art. 53, 007; Inwerkingtreding : 02-06-2003>

Art.22. De wet van 8 april 1971 tot organisatie van een gerechtelijke stage, gewijzigd bij de wetten van 2 juli 1975 en 8 december 1977, wordt opgeheven.

Art. 23. De Koning stelt de datum van inwerkingtreding van elk van de bepalingen van deze wet vast.