Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

5 NOVEMBER 1991. - Koninklijk besluit van 5 november 1991 betreffende het bij arbeidsovereenkomst in dienst houden van sommige personeelsleden van de overheidsbesturen en instellingen van openbaar nut.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991000026 



Uitvoeringsbesluit(en):

1995000339  1995000340  1995011213  1997002079 



Artikels:

Artikel 1. (In afwijking van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken), worden, voor onbepaalde tijd en zonder proefclausule, bij arbeidsovereenkomst in dienst gehouden : <W 1993-07-22/33, BS 14-08-1993>
  1° de personeelsleden die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, bij arbeidsovereenkomst zijn aangeworven bij de Regie der Gebouwen;
  2° de personen gebezigd in de diensten zoals bedoeld in artikel 18, § 2, van de wet van 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en van sommige instellingen van openbaar nut;
  3° de contractuele personeelsleden van de Dienst voor nijverheidsbevordering, afgeschaft bij koninklijk besluit nr. 250 van 31 december 1983 tot opheffing van de Dienst voor nijverheidsbevordering;
  4° de personeelsleden en de personen bedoeld in artikel 18, § 6, tweede lid, van de voormelde wet van 20 februari 1990 die, op 31 december 1991, de leeftijd van vijftig jaar zullen bereikt hebben;
  5° de personeelsleden en de personen bedoeld in artikel 18, § 6, tweede lid, van de voormelde wet van 20 februari 1990 die geslaagd zijn voor een door het Vast Wervingssecretariaat georganiseerd vergelijkend wervingsexamen;
  6° de personeelsleden tijdelijk benoemd of bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen tussen 25 juli 1972 en 1 april 1974;
  7° de personeelsleden tijdelijk benoemd, in dienst op de datum van inwerkingtreding van de voormelde wet van 20 februari 1990, voor zover zij niet bedoeld zijn in de andere categorieën van dit artikel;
  (8° de leden van het informaticapersoneel die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, bij arbeidsovereenkomst zijn aangeworven bij het Fonds voor de beroepsziekten;) <KB 10-04-1995, BS 02-06-1995>
  (9° de personeelsleden en de personen bedoeld bij het koninklijk besluit van 4 december 1990 houdende uitvoering van artikel 8, 2°, d, van de voormelde wet van 20 februari 1990;) <KB 10-04-1995, BS 02-06-1995>
  (10° de personeelsleden die in dienst genomen zijn bij het Instituut tot aanmoediging van het wetenschappelijk onderzoek in nijverheid en landbouw;) <KB 10-04-1995, BS 02-06-1995>
  (11° de personeelsleden die, op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, bij arbeidsovereenkomst zijn aangeworven bij het Nationaal Orkest van België, in uitvoering van artikel 10, derde lid, van de wet van.22 april 1958 houdende het statuut van het Nationaal Orkest van België, zoals gewijzigd bij de wet van 23 mei 1960;) <KB 08-08-1997, BS 23-09-1997 en erratum in BS 12-12-1997>
  (12° de personeelsleden die, op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, bij arbeidsovereenkomst zijn aangeworven bij het Paleis voor Schone Kunsten, in uitvoering van artikel 7 van het koninklijk besluit van 6 maart 1989 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Paleis voor Schone Kunsten.) <KB 08-08-1997, BS 23-09-1997 en erratum in BS 12-12-1997>
  (13° de personeelsleden die, op datum van 1 maart 1993, in dienst waren bij het Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers om onvolledige prestaties te verrichten;) <W 1999-03-22/47, art. 29, § 2, Inwerkingtreding : 30-04-1999>
  (14° de leden van het contractueel personeel van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die zowel bij het hoofdbestuur als bij de permanente vertegenwoordigingen zijn in dienst genomen krachtens de rubriek 13° van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut.) <W 1999-03-22/47, art. 29, § 2, Inwerkingtreding : 30-04-1999>

Art.2. Voor de toepassing van artikel 1, 5°, dienen " als geslaagd voor een vergelijkend wervingsexamen " te worden beschouwd de personeelsleden en de personen :
  a) die geslaagd zijn of geslaagd geweest zijn voor een door het Vast Wervingssecretariaat georganiseerd vergelijkend wervingsexamen;
  b) die geslaagd zijn of geslaagd geweest zijn voor een door het Vast Wervingssecretariaat georganiseerd vergelijkend wervingsexamen voor werving van tijdelijken;
  c) die geslaagd zijn of geslaagd geweest zijn voor het door het Vast Wervingssecretariaat georganiseerd bekwaamheidsexamen overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 275 van 31 december 1983 betreffende sommige wetenschappelijke inrichtingen van de Staat.

Art.3. De personeelsleden en de personen bedoeld in artikel 1 behouden hun graad en de geldelijke toestand die ze hebben op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art.4. Het koninklijk besluit van 27 december 1990 betreffende het bij arbeidsovereenkomst in dienst houden van sommige personeelsleden van de overheidsbesturen en instellingen van openbaar nut wordt opgeheven.

Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1992.

Art. 6. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Motril, 5 november 1991.
  BOUDEWIJN
  Van Koningswege :
  De Minister van Openbaar Ambt,
  R. LANGENDRIES
  De Minister van Begroting,
  Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER