Details





Titel:

27 JUNI 1990. - Decreet tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het personeel [in het gespecialiseerd onderwijs] worden bepaald (VERTALING) <Opschrift gewijzigd door DDG2009-05-11/15, art. 85, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-11-1994 en tekstbijwerking tot 09-11-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Bestemmingen tot vaststelling van het leidend en onderwijzend personeel in de [1 gespecialiseerde scholen]1 .
Afdeling I. - Algemeenheden.
Art. 1-5, 5bis, 5ter, 5quater, 5quinquies, 5sexies
Afdeling II. - [1 Gespecialiseerd basisonderwijs]1
Art. 6-14
Afdeling III. - Het huisonderwijs.
Art. 15-19
Afdeling IV. - [1 Gespecialiseerd secundair onderwijs]1 .
Art. 20-26
HOOFDSTUK II. - Bestemmingen tot vaststelling van de ambten van administratief personeel en het opvoedend hulppersoneel in de [1 gespecialiseerde scholen]1 met uitzondering van de internate of semi-internaten.
Afdeling I. - Algemeenheden.
Art. 27-29
Afdeling II. - [1 Gespecialiseerd basisonderwijs]1
Art. 30-31, 31bis, 31ter
Afdeling III. - [1 Gespecialiseerd secundair onderwijs]1
Art. 32-34
Afdeling IV. [1 - Gemeenschappelijke bepalingen voor het gespecialiseerd basisonderwijs en het gespecialiseerd secundair onderwijs]1
Art. 34.1-34.3
HOOFDSTUK III. - [1 Bepalingen betreffende de ambten van het paramedisch en psychosociaal personeel, met uitzondering van de internaten of semi-internaten]1
Afdeling I. - Algemeenheden.
Art. 35-36
Afdeling II. - Berekeningswijze der ambten.
Art. 37-40
HOOFDSTUK IV. - [1 Bepalingen betreffende het paramedisch personeel en het voor het internaat toegekend personeel in de gespecialiseerde scholen van het gemeenschapsonderwijs]1 .
Afdeling I. - Algemeenheden.
Art. 41-47
Afdeling II. - Verdeling van het urenpakket voor het paramedisch personeel en voor het personeel, toegekend in het kader van het internaat.
Art. 48-49
Afdeling III. - Bepalingen in verband met het paramedisch personeel, het opvoedend hulppersoneel en het administratief personeel toegekend in het kader van het internaat.
Art. 50-53
HOOFDSTUK IVbis. (Ingevoegd bij DDG 2000-10-23/31, art. 8; Inwerkingtreding : 01-09-1999) - Overdracht van lestijdenpakket.
Art. 53bis
HOOFDSTUK IVter. - Overgangsbepaling. <ingevoegd bij DDG 2004-05-17/49, art. 34 ; Inwerkingtreding : 01-05-2004>
Art. 53ter, 53quater, 53quinquies, 53sexies
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 54-55



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1982001123  1982001124  1982001125  1983021378 



Uitvoeringsbesluit(en):

1998033107  1998090251  2003033034 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Bestemmingen tot vaststelling van het leidend en onderwijzend personeel in de [1 gespecialiseerde scholen]1 .   ----------   (1)
Afdeling I. - Algemeenheden.
Artikel 1.§ 1. Het volume van de georganiseerde betrekkingen in de [1 gespecialiseerde scholen van het gemeenschapsonderwijs]1 en van de weddetoelagen in de [1 gespecialiseerde scholen van het gesubsidieerd onderwijs]1 wordt voor elk schooljaar en per inrichting bepaald volgens de normen van onderhavig besluit.
  § 2. Overeenkomstig titel V van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering zijn alle ambten in dezelfde mate toegankelijk zo voor vrouwen als voor mannen.
  § 3. (De voor de volgende normen in aanmerking komende leerlingen zijn die welke overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de organisatie van het [1 gespecialiseerd onderwijs]1 en vaststellende de toelatings- en behoudsvoorwaarden en de diverse niveaus van het [1 gespecialiseerd onderwijs]1 als regelmatige leerlingen dienen beschouwd te worden alsook de leerlingen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 16 van onderhavig besluit.) <DDG 1998-06-29/30, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-09-1990>
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 86, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.2.§ 1. Het volume van de door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde betrekkingen in de wervingsambten van het onderwijzend personeel van het [1 gespecialiseerd]1 kleuter-, lager- en secundair niveau wordt vastgelegd binnen de lesurenpakketten die aan iedere inrichting worden toegewezen.
  § 2. Een lesurenpakket wordt berekend door het aantal in aanmerking komende leerlingen per type te vermenigvuldigen met het aantal wekelijks ingerichte lesuren en te delen door een richtgetal per type.
  In het [1 gespecialiseerd secundair onderwijs]1 wordt een berekening van het lesurenpakket volgens de normen van artikel 21 vastgesteld.
  § 3. De lesurenpakketten worden samengesteld uit het totaal aantal periodes van 50 minuten, waarover de inrichting, respectievelijk op niveau van het basisonderwijs en op niveau van het secundair onderwijs, beschikt om haar onderwijs te verstrekken. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 11, § 1, 13, 21 en 25, § 3, worden deze lesurenpakketten elk jaar opnieuw bepaald per inrichting en aangewend voor de effectieve prestaties van het onderwijzend personeel in die inrichting.
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 87, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.3. § 1. In uitvoering van artikel 1, § 3, komen in aanmerking :
  1° (In de types 1, 2, 3, 4, 6, 7 en 8 het aantal regelmatige leerlingen ingeschreven op de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar;) <DDG 1998-06-29/30, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-09-1990>
  2° In het type 5 het aantal bepaald door de gemiddelde aanwezigheid van de regelmatige leerlingen :
  a) gedurende het vorige schooljaar, indien het type gedurende gans deze duur georganiseerd was;
  b) in de andere gevallen, gedurende de eerste 30 dagen te rekenen vanaf het begin van het schooljaar of van de openstelling van het type.
  § 2. (Indien het lesurenpakket dat voor het lopende schooljaar wordt vastgelegd, kleiner is dan het laatste overeenstemmend urenpakket van het vorige schooljaar, dan worden de boventallig geworden lesuren tot en met 30 september van het lopende schooljaar georganiseerd of gesubsidieerd.) <DDG 1998-06-29/30, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-09-1990>

Art.4. § 1. Telkens de schoolbevolking stijgt met minstens 10 pct. in vergelijking met de schoolbevolking die de laatste keer gediend heeft als basis voor het vaststellen van het urenpakket kan dit urenpakket in de loop van het schooljaar worden herberekend en gebruikt.
  Voor dit nieuw urenpakket worden in aanmerking genomen de leerlingen die voldoen aan artikel 1, § 3.
  § 2. Voor de types 1, 2, 3, 4, 6, 7 en 8 wordt deze aangroei slechts in aanmerking genomen indien de stijging van het aantal leerlingen gedurende tien opeenvolgende klasdagen ten minste 10 pct. bedraagt.
  § 3. Voor type 5 dient deze 10 pct. aangroei vastgesteld te worden door de gemiddelde aanwezigheid gedurende een periode van minstens twintig opeenvolgende klasdagen.

Art.5. Met het oog op bijzondere omstandigheden, kan de Exekutieve van de Duitstalige Gemeenschap voorslag van de Minister van Onderwijs een afwijking toestaan.

Art. 5bis. <Ingevoegd bij DDG 1996-03-04/40, art. 20; Inwerkingtreding : 18-04-1996> Het bijkomende lestijdenpakket vermeld in de artikelen 6, § 3, 21, 37, § 3, en 44 kan door de Regering verminderd worden met een jaarlijks vast te leggen percentage dat 10 % niet mag overschrijden.

Art. 5ter.[1 Het overeenkomstig de artikelen 6, § 3, 21, 34, 37, § 3, en 44 vastgelegde lestijdenpakket is tijdens de schooljaren 2009-2010 tot en met [3 [4 [5 2024-2025]5]4]3 gelijk aan het lestijdenpakket dat aan de gespecialiseerde school voor het schooljaar 2008-2009 werd toegekend.]1
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 88, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2014-05-05/12, art. 19, 015; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
  (3)<DDG 2019-05-06/10, art. 98, 020; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  (4)<DDG 2021-06-28/11, art. 119, 022; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
  (5)<DDG 2023-06-26/12, art. 38, 024; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art. 5quater.[2 Een voltijdse betrekking wordt ter beschikking gesteld van het centrum voor bevorderingspedagogiek om de taken te vervullen die vermeld worden in artikel 6, eerste lid, 4°, van het decreet van 11 mei 2009 over het Centrum voor bevorderingspedagogiek, ter verbetering van de gespecialiseerde pedagogische ondersteuning in de gewone en gespecialiseerde scholen, evenals ter aanmoediging van de ondersteuning van leerlingen met een beperking of met aanpassings- of leermoeilijkheden in de gewone en gespecialiseerde scholen.]2
  [1 Een voltijdse betrekking van onderwijzer voor het lager onderwijs wordt ter beschikking gesteld van het centrum voor bevorderingspedagogiek om de taken te vervullen die vermeld worden in artikel 6, eerste lid, 8°, van het decreet van 11 mei 2009 over het Centrum voor bevorderingspedagogiek, ter verbetering van de gespecialiseerde pedagogische ondersteuning in de gewone en gespecialiseerde scholen, evenals ter aanmoediging van de ondersteuning van leerlingen met een beperking of met aanpassings- of leermoeilijkheden in de gewone en gespecialiseerde scholen.]1
  ----------
  (1)<DDG 2018-06-18/08, art. 51, 019; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
  (2)<DDG 2020-06-22/15, art. 44, 021; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art. 5quinquies.[1 [3 [4 9,5]4 betrekkingen]3 van adviseur voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school worden ter beschikking gesteld van het centrum voor bevorderingspedagogiek om de taken te vervullen die vermeld worden in artikel 6, eerste lid, 3°, 5°, 6° en [3 10° tot 12°]3 van het decreet van 11 mei 2009 over het Centrum voor bevorderingspedagogiek, ter verbetering van de gespecialiseerde pedagogische ondersteuning in de gewone en gespecialiseerde scholen, evenals ter aanmoediging van de ondersteuning van leerlingen met een beperking of met aanpassings- of leermoeilijkheden in de gewone en gespecialiseerde scholen.]1
  [2 Met toepassing van artikel 25.1 kan de directeur van het Centrum voor bevorderingspedagogiek ten hoogste de tegenwaarde van een voltijdse betrekking van het overeenkomstig het eerste lid toegekende betrekkingenpakket benutten om personen in dienst te nemen die op honorariumbasis werken.]2
  ----------
  (1)<DDG 2016-06-20/09, art. 34, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
  (2)<DDG 2017-06-26/06, art. 28, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2017>
  (3)<DDG 2018-06-18/08, art. 52, 019; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
  (4)<BDG 2022-06-27/13, art. 23, 023; Inwerkingtreding : 01-09-2022>

Art.5sexies.[1 [2 ...]2
   Een gespecialiseerde school die op de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar minstens 150 leerlingen telt, kan een halve betrekking van het overeenkomstig artikel 5ter toegekende urenpakket omzetten in een halve betrekking voor een paramedische coördinator voor inclusieve scholen, als de gespecialiseerde school, samen met een gewone school, een inclusieve school organiseert.
   Een "inclusieve school" is een school die in samenwerking van een gewone school en een gespecialiseerde school georganiseerd wordt en waar kinderen met en zonder specifieke onderwijsbehoeften in klasverband, in kleine groepen of individueel onderwijs volgen, met ondersteuning van niet-onderwijzend personeel van de gespecialiseerde school, zoals bijvoorbeeld paramedisch personeel en verpleegkundigen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DDG 2019-05-06/10, art. 99, 020; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  (2)<DDG 2020-06-22/15, art. 45, 021; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Afdeling II. - [1 Gespecialiseerd basisonderwijs]1   ----------   (1)
Art.6.§ 1. [1 Onder gespecialiseerd basisonderwijs wordt het gespecialiseerd onderwijs in kleuterscholen en lagere scholen verstaan.]1
  § 2. [2 ...]2
  § 3. Het lesurenpakket van de inrichting is de som van de bekomen quotiënten per type.
  Enkel deze eindsom wordt afgerond tot de hogere eenheid.
  (Ten hoogste twee percent van dit lestijdenpakket kan overgedragen worden aan één of meerdere onderwijsinrichtingen behorend tot hetzelfde onderwijsnet.
  Deze overdracht gebeurt na raadpleging van het bestuurs- en onderwijzend personeel van de betrokken onderwijsinrichtingen.) <DDG 1994-06-27/43, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 30-08-1993>
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 90, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2009-05-11/15, art. 207, 4°, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.7. <DDG 1998-06-29/30, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-09-1990> De richtgetallen per type worden als volgt vastgesteld :


- het type 1 :richtgetal 8,25;
- het type 2 :tot en met 34 leerlingen : richtgetal 6
  vanaf de 35ste leerling : richtgetal 7;
- het type 3 :richtgetal 5,5;
- het type 4 :richtgetal 5,5;
- het type 8 :richtgetal 8.
(In afwijking van het eerste lid beloopt het richtgetal voor het aantal leerlingen van het kleuteronderwijs 4 voor de onderwijstypen 2 en 4.) <DDG 1999-05-25/76, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 01-09-1999>

Art.8. <DDG 25-06-1991, art. 2> De uren klasseraad en/of -directie en de lesuren tweede taal vallen in het lesurenpakket.

Art.9. Er wordt per inrichting een ambt van directeur opgericht of gesubsidieerd. Onder directeur wordt verstaan : directeur-schoolhoofd of hoofdonderwijzer.

Art.10.<DDG 25-06-1991, art. 3> § 1. De directeur van een [1 gespecialiseerde lagere school]1 wordt voor iedere onderwijspraktijk vrijgesteld :
  - voor 6 lesuren, indien het totaal aantal leerlingen kleiner dan of gelijk 19 is;
  - voor 12 lesuren, indien het totaal aantal leerlingen tussen 20 en 29 is;
  - [2 ...]2
  § 2. [1 Het inrichtingshoofd wordt vrijgesteld van het les geven, wanneer het totale aantal leerlingen 30 en meer bedraagt.]1
  § 3. (zie Franse versie)
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 91, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2010-10-25/05, art. 15, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2010>

Art.11.[1 Voor de leerlingen van het lager onderwijs die in aanmerking komen, kunnen bijzondere leermeesters godsdienst of niet-confessionele zedenleer de opdracht krijgen om per georganiseerde klas twee lesuren godsdienst of niet-confessionele zedenleer te geven.]1
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 92, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.12. De lesuren in de godsdienst of in de zedenleer vallen buiten het lesurenpakket.

Art.13.
  <Opgeheven bij DDG 2010-10-25/05, art. 16, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2010>

Art.14.In elke [1 gespecialiseerde basisschool]1 kunnen één of meer leden van het onderwijzend personeel ten belope van een volledige of onvolledige opdracht belast worden met opvoedende activiteiten en/of huisonderwijs.
  De lesuren besteed aan opvoedende activiteiten mogen niet meer bedragen dan een volledige opdracht per inrichting.
  Bovendien mag dit aantal lesuren ook niet groter zijn dan het aantal besteed aan het individueel onderwijs.
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 93, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Afdeling III. - Het huisonderwijs.
Art.15. Het huisonderwijs kan alleen worden georganiseerd of gesubsidieerd op het niveau van het lager onderwijs.

Art.16.Om in aanmerking te komen voor het huisonderwijs moet de leerling aan de volgende voorwaarden voldoen :
  a) leerplichtig zijn;
  b) in de onmogelijkheid verkeren te genieten van elke andere vorm van [1 gespecialiseerd onderwijs]1 ;
  c) in het bezit zijn van een inschrijvingsverslag zoals voorzien bij artikel 5 van de wet van 6 juli 1970 op het [1 gespecialiseerd onderwijs]1 ;
  d) rekening houdende met de vrije schoolkeuze, ingeschreven zijn in de dichtsbijgelegen inrichting voor [1 gespecialiseerde school]1 ongeacht het [1 type van gespecialiseerd onderwijs]1 dat deze organiseert;
  e) de onmogelijkheid tot vervoer of verplaatsing moet [1 te wijten]1 zijn aan de ernst van de handicap, die de aanleiding geeft tot de verwijzing naar het [1 gespecialiseerd onderwijs]1 ;
  f) [1 [2 De onderwijsinspectie]2 moet een met redenen omkleed advies verstrekt hebben.]1
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 94, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2012-06-25/09, art. 37, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.17.[1 [2 De onderwijsinspectie]2 controleert of het huisonderwijs tot de positieve ontwikkeling van de algemene persoonlijkheid van de leerling bijdraagt en of het diens sociale integratie niet verhindert of bemoeilijkt.]1
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 95, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2012-06-25/09, art. 38, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.18.§ 1. De [1 gespecialiseerde school]1 , die de inschrijving van een leerling ontvangt, moet voor deze leerling het type van onderwijs organiseren dat voor hem is voorgeschreven.
  § 2. De leerlingen worden ongeacht hun handicap, voor het berekenen van het lesurenpakket, administratief gelijkgesteld met leerlingen van het [1 basisonderwijs van type 4]1.
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 96, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.19.
  <Opgeheven bij DDG 2010-10-25/05, art. 17, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2010>

Afdeling IV. - [1 Gespecialiseerd secundair onderwijs]1 .   ----------   (1)
Art.20. De uren klasseraad en klassedirectie en de lesuren van de minderheidscursussen in de godsdienst of de zedenleer vallen buiten het lesurenpakket.

Art.21. Het lesurenpakket per school is de som van het aantal lesuren, per opleidingsvorm volgens de normen als volgend vastgesteld :
  Vorm 1 en 2 te samen :
  1 tot 4 leerlingen : 70 lesuren;
  5 tot 9 leerlingen : 105 lesuren;
  10 tot 19 leerlingen : 140 lesuren;
  20 tot 34 leerlingen : 175 lesuren;
  35 tot 39 leerlingen : 193 lesuren;
  40 tot 44 leerlingen : 210 lesuren;
  45 tot 50 leerlingen : 245 lesuren;
  vanaf de 51e leerling : 35 lesuren meer per 5 leerlingen meer.
  Vorm 3 :
  1 tot 7 leerlingen : 85 lesuren;
  8 tot 14 leerlingen : 155 lesuren;
  15 tot 19 leerlingen : 210 lesuren;
  20 tot 24 leerlingen : 245 lesuren;
  25 tot 34 leerlingen : 280 lesuren;
  35 tot 44 leerlingen : 315 lesuren;
  45 tot 59 leerlingen : 333 lesuren;
  60 tot 64 leerlingen : 350 lesuren;
  65 tot 69 leerlingen : 385 lesuren;
  vanaf de 70e leerling : 35 lesuren meer per 7 leerlingen meer.

Art.22. <DDG 1998-06-29/30, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-09-1990> Het aantal uren klassedirectie die buiten het lesurenpakket kunnen worden toegekend, wordt bepaald door het totaal aantal leerlingen door 12 te delen die op de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar ingeschreven zijn.

Art.23.§ 1. Er wordt per inrichting een ambt van directeur opgericht of gesubsidieerd. [1 De directeur is van het lesgeven vrijgesteld.]1
  § 2. [2 ...]2
  § 3. [2 ...]2
  § 4. [2 ...]2
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 98, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2009-05-11/15, art. 207, 4°, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.24.[1 Indien een gespecialiseerde school op de laatste schooldag van september van het lopende schooljaar ten minste 150 regelmatige leerlingen telt, kunnen [2 vier]2 betrekkingen van departementshoofd worden georganiseerd of gesubsidieerd.
  [3 Als een gespecialiseerde school die op de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar minstens 150 leerlingen telt, samen met een gewone school een inclusieve school organiseert, wordt, onverminderd het eerste lid, een extra betrekking in het ambt van departementshoofd georganiseerd of gesubsidieerd. Een vierde van die betrekking vloeit voort uit de omvorming van het lestijdenpakket dat overeenkomstig artikel 5ter wordt toegekend.]3
   De departementshoofden ressorteren onder de directeur.]1
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 99, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2016-06-20/09, art. 35, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
  (3)<DDG 2020-06-22/15, art. 46, 021; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.25.<DDG 1999-05-25/76, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 01-09-1999> Per [1 gespecialiseerde secundaire school]1 wordt een betrekking van werkmeester georganiseerd als het totaal aantal leerlingen 50 bereikt.
  [2 De betrekking in het ambt van werkmeester kan verdeeld worden over twee personeelsleden. In dat geval presteren de betrokken personeelsleden de helft van een voltijdse betrekking in het ambt van werkmeester.]2
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 100, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2019-05-06/10, art. 100, 020; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

Art. 25.1.[1 § 1. Met instemming van het basisoverlegcomité, de ondernemingsraad of het bijzondere onderhandelings- of overlegcomité kan het schoolhoofd ten hoogste de waarde van één betrekking van het toegekende lestijdenpakket benutten om specifieke maatregelen inzake voortgezette opleiding of coaching ter ondersteuning van het schoolpersoneel te financieren.
   Het gebruik van het in het eerste lid vermelde lestijdenpakket mag niet tot een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking leiden.
   § 2. De financiële tegenwaarde van een lestijd/jaar (= jaaruur) uit het lestijdenpakket stemt overeen met het brutojaarloon van een leerkracht uit looncategorie I (loonschaal I met teldag 30 september van het betrokken schooljaar) met een financiële anciënniteit van vijf jaar, gedeeld door 20.
   Het bedrag toegekend met toepassing van het eerste lid wordt als forfaitair bedrag overgemaakt. Het bedrag dat [2 uiterlijk op de 31e augustus die volgt op het betrokken schooljaar]2 niet werd gebruikt, wordt teruggestort. Daartoe bezorgt de inrichtende macht op het einde van dat jaar de overeenkomstige bewijzen met het oog op de controle ervan.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DDG 2014-05-05/12, art. 20, 015; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
  (2)<DDG 2021-06-28/11, art. 120, 022; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.26. (Abrogé) <DDG 1999-05-25/76, art. 18, 004; Inwerkingtreding : 01-09-1999>

HOOFDSTUK II. - Bestemmingen tot vaststelling van de ambten van administratief personeel en het opvoedend hulppersoneel in de [1 gespecialiseerde scholen]1 met uitzondering van de internate of semi-internaten.   ----------   (1)
Afdeling I. - Algemeenheden.
Art.27.§ 1. Het volume van de georganiseerde betrekkingen van het administratief en opvoedend hulppersoneel in de [1 gespecialiseerde scholen van het gemeenschapsonderwijs]1 en van de weddetoelagen in de gesubsidieerde [1 gespecialiseerde scholen van het gesubsidieerd onderwijs]1 , met uitzondering van de internaten en semi-internaten wordt per inrichting voor elk schooljaar bepaald volgens de normen van onderhavig besluit.
  § 2. [2 ...]2
  § 3. Overeenkomstig titel V van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering zijn alle ambten in dezelfde mate toegankelijk zo voor vrouwen als voor mannen.
  § 4. (De voor de volgende normen in aanmerking komende leerlingen zijn die welke overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de organisatie van het [1 gespecialiseerd onderwijs]1 en vaststellende de toelatings- en behoudsvoorwaarden en de diverse niveaus van het [1 gespecialiseerd onderwijs]1 als regelmatige leerlingen dienen beschouwd te worden, en die ingeschreven zijn op de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar.) <DDG 1998-06-29/30, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-09-1990>
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 102, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2009-05-11/15, art. 207, 4°, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.28. <DDG 1998-06-29/30, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-09-1990> Indien het lesurenpakket dat voor het lopende schooljaar wordt vastgesteld, kleiner is dan het laatste overeenstemmend lesurenpakket van het vorig schooljaar, dan worden de boventallig geworden uren tot en met 30 september van het lopende schooljaar georganiseerd of gesubsidieerd.

Art.29. § 1. Telkens de schoolbevolking stijgt met minstens 10 pct. in vergelijking met de schoolbevolking die de laatste keer gediend heeft als basis voor het vaststellen van het overeenkomstig urenpakket, kan in de loop van het schooljaar het urenpakket worden berekend en gebruikt.
  § 2. Deze aangroei wordt slechts in aanmerking genomen indien het aantal leerlingen gedurende 10 opeenvolgende klasdagen met ten minste 10 pct. stijgt.

Afdeling II. - [1 Gespecialiseerd basisonderwijs]1   ----------   (1)
Art.30.§ 1. [1 In de gespecialiseerde scholen van het gemeenschapsonderwijs die meer dan 74 leerlingen in het basisonderwijs tellen, wordt een volwaardige betrekking van rekenplichtig correspondent ingericht.]1
  § 2. [1 Indien het aantal leerlingen minder dan 75 bedraagt, worden voor de betrekking van rekenplichtig correspondent per week [2 18]2 uren voorzien.]1
  (§ 3. De wekelijkse werktijd van de rekenplichtig correspondent beloopt 36 uren van 60 minuten.) <DDG 2002-01-07/53, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 01-09-1999>
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 104, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2013-06-24/47, art. 80, 014; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.31.[1 Dezelfde normen zijn van toepassing op de basisscholen van het gesubsidieerd gespecialiseerd onderwijs.]1
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 105, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art. 31bis.<Ingevoegd bij DDG 1994-06-27/44, art. 1; Inwerkingtreding : 29-08-1994> De bepalingen van de artikelen 30 en 31 gelden niet voor de autonome [1 basisscholen van het gespecialiseerd onderwijs]1 met meer dan één vestiging, indien deze zijn ontstaan uit de fusie van toenmalige autonome [1 basisscholen van het gespecialiseerd onderwijs]1 en ten minste 10 km ver van elkaar gelegen zijn. In deze [1 basisscholen van het gespecialiseerd onderwijs]1 wordt een betrekking georganiseerd of gesubsidieerd op grond van volgende schoolbevolkingen :


SchoolbevolkingenBetrekking
minder dan 40rekenplichtig correspondent 15 uren/week,
van 40 tot 59rekenplichtig correspondent 26 uren/week,
van 60 tot 79rekenplichtig correspondent 32 uren/week,
80 en meerrekenplichtig correspondent [36] uren/week.
<DCG 2002-01-07/53, art. 12, 005; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-1999>
----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 106, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art. 31ter.[1 § 1 - In een gespecialiseerde basisschool worden de betrekkingen in het ambt van assistent in een gespecialiseerde basisschool georganiseerd of gesubsidieerd op de volgende basis:
   1° tot 25 leerlingen van het basisonderwijs: 0,5 voltijdse betrekking;
   2° 26-50 leerlingen van het basisonderwijs: 1 voltijdse betrekking;
   3° 51-75 leerlingen van het basisonderwijs: 1,5 voltijdse betrekking;
   4° 76-100 leerlingen van het basisonderwijs: 2 voltijdse betrekkingen;
   5° 101-125 leerlingen van het basisonderwijs: 2,5 voltijdse betrekkingen.
   Voor elke bijkomende begonnen groep van 25 leerlingen: één bijkomende halve betrekking.
   Het aantal betrekkingen wordt berekend op basis van het aantal leerlingen dat op de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar regelmatig ingeschreven was in de gespecialiseerde basisschool.
   Het betrekkingenpakket berekend overeenkomstig het eerste lid staat voor het lopende schooljaar ter beschikking.
   § 2 - Bij een voltijdse betrekking bedraagt de arbeidstijd van de assistent in een gespecialiseerde basisschool 36 uren van 60 minuten per week. De assistent in een gespecialiseerde basisschool presteert in de praktijk ten minste negen uren van 60 minuten in een gespecialiseerde basisschool.
   § 3 - Met inachtneming van de wekelijkse arbeidstijd vermeld in § 2 kan de inrichtende macht het betrekkingenpakket over verscheidene personeelsleden verdelen bij tijdelijke aanwijzing of aanstelling, alsook bij vaste benoeming of definitieve aanstelling.]1
  ----------
  (1)<BDG 2022-06-27/13, art. 24, 023; Inwerkingtreding : 01-09-2022>

Afdeling III. - [1 Gespecialiseerd secundair onderwijs]1   ----------   (1)
Art.32. Het volume van de door de Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerde betrekkingen in de wervingsambten van het administratief personeel en het opvoedend hulppersoneel op niveau van het secundair onderwijs wordt vastgesteld door een urenpakket.

Art.33.Er wordt per inrichting een ambt van [1 beheerder Financiën en Gebouwen]1 opgericht of gesubsidieerd. Dit ambt buiten het urenpakket.
  ----------
  (1)<DDG 2020-06-22/15, art. 47, 021; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.33.1. [1 In een gespecialiseerde secundaire school wordt, naast het urenpakket, een betrekking van IT-verantwoordelijke georganiseerd of gesubsidieerd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DDG 2021-06-28/11, art. 121, 022; Inwerkingtreding : 01-09-2021>


Art.34.(§ 1. [1 In de gespecialiseerde secundaire scholen]1 kan per volledige [1 groep]1 van 60 leerlingen een ambt van studiemeester-opvoeder in een externaat geschapen worden.
  De leerlingen van het type 3 zoals de leerlingen van de opleidingsvormen type 1 en 2 worden met 2 berekend.) <DDG 25-06-1991, art. 4>
  § 2. [2 De derde en de vierde betrekking van studiemeester-opvoeder in externaat kunnen in een betrekking van directiesecretaris en/of in een betrekking van [3 secretariaatsassistent]3 worden omgevormd.]2
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 109, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2010-06-28/08, art. 38, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2010>
  (3)<DDG 2021-06-28/11, art. 122, 022; Inwerkingtreding : 01-01-2022>

Afdeling IV. [1 - Gemeenschappelijke bepalingen voor het gespecialiseerd basisonderwijs en het gespecialiseerd secundair onderwijs]1   ----------   (1)
Art. 34.1.[1 Vanaf 1 januari 2010 kan in de categorie opvoedend hulppersoneel een betrekking als school- en leerbegeleider voor bevorderingspedagogiek worden georganiseerd of gesubsidieerd, indien de gespecialiseerde school op de laatste schooldag van september van het lopende schooljaar ten minste 150 regelmatige leerlingen telt. Indien het aantal leerlingen minder dan 150 bedraagt, kan [2 een 3/4de betrekking]2 van school- en leerbegeleider voor bevorderingspedagogiek worden georganiseerd of gesubsidieerd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DDG 2009-05-11/15, art. 110, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2021-06-28/11, art. 123, 022; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art. 34.2.[1 Hulp bij de ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in gespecialiseerde scholen
   § 1. Om de vaardigheden op het vlak van handelingsgerichte diagnostiek te stimuleren en de competenties op het gebied van bevorderingspedagogiek in de gespecialiseerde scholen te vergroten, worden het gespecialiseerd onderwijs 16 vierden van een betrekking ter beschikking gesteld.
   Elke inrichtende macht van het gespecialiseerd onderwijs krijgt een bepaald aantal vierden van een betrekking, berekend volgens deze formule :
   A x B/C
   A = aantal vierden van een betrekking dat overeenkomstig het eerste lid ter beschikking gesteld wordt van het gespecialiseerd onderwijs
   B = aantal leerlingen in de gespecialiseerde scholen van de inrichtende macht
   C = totaal aantal leerlingen in de gespecialiseerde scholen in de Duitstalige Gemeenschap
   Indien het eerste decimaal getal kleiner dan 5 is, wordt tot het vorige vierde van een betrekking afgerond. Vanaf een waarde van 5 wordt tot het volgende vierde van een betrekking afgerond.
   § 2. Als teldag voor de berekening geldt de laatste schooldag van januari van het voorgaande schooljaar.
   § 3. De volgende leerlingenaantallen worden samengeteld :
   1° het aantal regelmatige kleuters dat tijdens de maand januari gedurende ten minste vijf schooldagen ten belope van halve dagen aanwezig was;
   2° het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs;
   3° het aantal regelmatige leerlingen secundair onderwijs.
   § 4. Het betrekkingenpakket vastgelegd overeenkomstig de §§ 1 tot 3 is beschikbaar voor het lopende schooljaar.
   § 5. Het betrekkingenpakket vastgelegd overeenkomstig de §§ 1 tot 3 wordt door de inrichtende macht gebruikt om coördinatoren voor bevorderingspedagogiek in het gespecialiseerd onderwijs tijdelijk aan te stellen of tijdelijk aan te werven ofwel vast te benoemen of definitief aan te stellen.
   Het betrekkingenpakket wordt gevoegd bij het betrekkingenpakket berekend overeenkomstig artikel 5ter.
   § 6. Met toepassing van artikel 25.1 kan het schoolhoofd ten hoogste de tegenwaarde van één vierde van een betrekking van het overeenkomstig de §§ 1 tot 5 toegekende betrekkingenpakket benutten om specifieke maatregelen inzake voortgezette opleiding of coaching ter ondersteuning van het schoolpersoneel te financieren, waarbij de deler vermeld in artikel 25.1, § 2, eerste lid, 38 bedraagt.]1
  ----------
  (1)<DDG 2017-06-26/06, art. 30, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2017>

Art. 34.3.[1 In het centrum voor bevorderingspedagogiek [2 wordt anderhalve betrekking]2 van hoofdsecretaris opgericht.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DDG 2014-05-05/12, art. 21, 015; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
  (2)<DDG 2021-06-28/11, art. 124, 022; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

HOOFDSTUK III. - [1 Bepalingen betreffende de ambten van het paramedisch en psychosociaal personeel, met uitzondering van de internaten of semi-internaten]1   ----------   (1)
Afdeling I. - Algemeenheden.
Art.35.(§ 1. (In de [2 gespecialiseerde scholen]2 bevat de categorie van het paramedisch personeel de ambten van verple(e)g(st)er, kinesitherapeut, logopedist, ergotherapeut en kinderverzorg(st)er terwijl de categorie van het [1 psychosociaal personeel]1 [1 de ambten van maatschappelijk assistent en van psychosociaal begeleider]1 bevat.) <DDG 2005-06-06/32, art. 12, 1°, 006; Inwerkingtreding : 01-12-2004>
  § 2. Het volume van het aantal betrekkingen van het paramedisch personeel en van het [1 psychosociaal personeel]1 in de [1 gespecialiseerde scholen]1 met uitzondering van de internaten of semi-internaten wordt in elke inrichting en per schooljaar volgens de in Sectie 2 vastgelegde normen bepaald.) <DDG 01-06-1992, art. 3>
  § 3. Overeenkomstig titel V van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering zijn alle ambten in dezelfde mate toegankelijk zo voor vrouwen als voor mannen.
  § 4. (De voor de volgende normen in aanmerking komende leerlingen zijn die welke overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de organisatie van het [1 gespecialiseerd onderwijs]1 en vaststellende de toelatings- en behoudsvoorwaarden en de diverse niveaus van het [1 gespecialiseerd onderwijs]1 als regelmatige leerlingen dienen beschouwd te worden, en die ingeschreven zijn op de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar.) <DDG 1998-06-29/30, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 01-09-1990>
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 112, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2010-10-25/05, art. 19, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2010>

Art.36.In afwijking op artikel 1, § 4, komen niet in aanmerking de leerlingen, die hetzij :
  a) als interne of semi-interne in een internaat of een semi-internaat ingeschreven zijn;
  b) huisonderwijs volgen;
  c) in een medische inrichting of ziekenhuis verblijven en [1 gespecialiseerd onderwijs]1 van type 5 volgen;
  d) tijdens de openstellingsuren van de school revaliderende of therapeutische behandelingen ondergaan, die verstrekt worden door personen wier ambt niet georganiseerd of gesubsidieerd wordt op de kredieten van Nationale Opvoeding.
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 113, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Afdeling II. - Berekeningswijze der ambten.
Art.37.§ 1. [1 Het volume van de door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde betrekkingen van het paramedisch en psychosociaal personeel van de gespecialiseerde scholen wordt door een urenpakket vastgelegd.]1
  § 2. Om het aantal toegekende uren te bekomen voor de leerlingen van eenzelfde type en van eenzelfde niveau vermenigvuldigt dat het aantal leerlingen met een richtgetal.
  § 3. Het urenpakket dat aan de inrichtingen wordt toegekend is de som van de produkten bekomen volgens § 2 van dit artikel.
  § 4. [2 ...]2
  § 5. [3 Het urenpakket berekend overeenkomstig § 3 kan met maximaal vier betrekkingen van psychosociaal begeleider worden verhoogd. Die vier betrekkingen vloeien voort uit de omvorming van maximaal één betrekking van studiemeester-opvoeder in een externaat en de omvorming van maximaal drie betrekkingen van het lestijdenpakket voor onderwijzend personeel dat wordt berekend overeenkomstig artikel 5ter.]3
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 114, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2009-05-11/15, art. 207, 4°, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (3)<DDG 2018-06-18/08, art. 53, 019; Inwerkingtreding : 01-09-2018>

Art.38. <DDG 1998-06-29/30, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-09-1990> Indien het lesurenpakket dat voor het lopende schooljaar wordt vastgelegd, kleiner is dan het laatste overeenstemmend lesurenpakket van het vorig schooljaar, dan worden de boventallig geworden uren tot en met 30 september van het lopende schooljaar georganiseerd of gesubsidieerd.

Art.39. § 1. In de loop van het schooljaar kan het urenpakket opnieuw berekend worden en gebruikt telkens als de schoolbevolking die de laatste keer gediend heeft als basis voor het vaststellen van het overeenkomstig urenpakket.
  § 2. Deze aangroei wordt slechts in aanmerking genomen indien het aantal leerlingen gedurende 10 opeenvolgende klasdagen met ten minste 10 pct. stijgt.

Art.40. De richtgetallen worden als volgt vastgesteld.


TypeNiveauRichtgetal
1lager onderwijs1
 secundair onderwijs0,5
2basisonderwijs3,9
 secundair onderwijs1,5
3basisonderwijs0,7
 secundair onderwijs0,3
4basisonderwijs5
 secundair onderwijs3,5
6basisonderwijs1,7
 secundair onderwijs1,5
7basisonderwijs2,9
 secundair onderwijs1,6
8lager onderwijs1
HOOFDSTUK IV. - [1 Bepalingen betreffende het paramedisch personeel en het voor het internaat toegekend personeel in de gespecialiseerde scholen van het gemeenschapsonderwijs]1 .
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 115, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Afdeling I. - Algemeenheden.
Art.41.[1 Hoofdstuk IV is van toepassing op de gespecialiseerde scholen van het gemeenschapsonderwijs.]1   ----------   (1)
Art.42.Het volume van de betrekkingen van het paramedisch personeel en van het personeel, toegekend in het kader van het internaat, wordt per [1 gespecialiseerde school]1 en voor elk schooljaar bepaald volgens de normen van onderhavig besluit.
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 117, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.43.§ 1. [1 ...]1
  § 2. Overeenkomstig titel V van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering zijn alle ambten in dezelfde mate toegankelijk zo voor vrouwen als voor mannen.
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 207, 4°, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.44.§ 1. Het urenpakket is de som van de produkten bekomen door voor elk type en niveau van onderwijs, het aantal in aanmerking komende interne leerlingen te vermenigvuldigen met het overeenkomstig richtgetal.
  § 2. (In aanmerking komende interne leerlingen zijn die welke als regelmatige leerlingen dienen beschouwd te worden overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de organisatie van het [1 gespecialiseerd onderwijs]1 en vaststellende de toelatings- en behoudsvoorwaarden en de diverse niveaus van het [1 gespecialiseerde school]1 , die op de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar als interne leerlingen ingeschreven zijn en die in een [1 gespecialiseerde school]1 de lessen volgen.) <DDG 1998-06-29/30, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 01-09-1990>
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 118, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art. 44.1.[1 Aan een gespecialiseerde school waar een internaat bij hoort, worden voor het ambt van studiemeester-opvoeder van een internaat bijkomend 32 uur per week toegekend.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DDG 2009-05-11/15, art. 119, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.45. § 1. Telkens de schoolbevolking met minstens 10 pct. stijgt in vergelijking met deze, die de laatste keer als basis gediend heeft voor het vaststellen van het overeenkomstig urenpakket, kan dit urenpakket in de loop van het schooljaar worden herberekend en gebruikt.
  § 2. Deze leerlingenaangroei wordt slechts in aanmerking genomen, indien deze stijging gedurende 10 opeenvolgende klasdagen behouden blijft.

Art.46. <DDG 1998-06-29/30, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 01-09-1990> Indien het lesurenpakket dat voor het lopende schooljaar wordt vastgelegd, kleiner is dan het laatste overeenstemmend lesurenpakket van het vorig schooljaar, dan worden de boventallig geworden uren tot en met 30 september van het lopende schooljaar georganiseerd.

Art.47. De richtgetallen worden als volgt vastgesteld :


TypeNiveauRichtgetal
1lager onderwijs7
 secundair onderwijs6,5
2basisonderwijs
  secundair onderwijs
  (uitgez. opleidingsvorm 1)
  secundair onderwijs
  opleidingsvorm 1
12,9
  8,5
  
  10,5
3basisonderwijs6,7
 secundair onderwijs6,3
4basisonderwijs14
 secundair onderwijs12,5
6basisonderwijs8,7
 secundair onderwijs8,5
7basisonderwijs9,9
 secundair onderwijs8,6
8lager onderwijs7
Afdeling II. - Verdeling van het urenpakket voor het paramedisch personeel en voor het personeel, toegekend in het kader van het internaat.

Art.48.§ 1. De inrichtingen en instituten voor [1 gespecialiseerd onderwijs]1 die bezocht worden door de interne leerlingen, krijgen, voor de behandelingen die hen door het paramedisch personeel worden verstrekt gedurende de openstellingsuren voor de externe leerlingen, een aantal uren ter beschikking, herkend volgens de richtgetallen die van toepassing zijn op de externe leerlingen van hetzelfde type en niveau van onderwijs.
  § 2. De uren bedoeld in § 1, worden in mindering gebracht van het urenpakket zoals bepaald in artikel 44, § 1. Het saldo van deze bewerking is het urenpakket dat wordt toegekend aan het [1 de gespecialiseerde school van het gemeenschapsonderwijs]1 in het kader van zijn internaat.
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 120, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>

Art.49. Ongeacht het aantal interne leerlingen bedraagt het urenpakket na de aftrek, zoals voorzien in artikel 48 per instituut ten minste 140 uren.
Afdeling III. - Bepalingen in verband met het paramedisch personeel, het opvoedend hulppersoneel en het administratief personeel toegekend in het kader van het internaat.

Art.50. Er wordt per instituut een ambt van internaatbeheerder opgericht. Dit ambt wordt niet op het urenpakket aangerekend.

Art.51. Binnen het lesurenpakket kunnen in de categorie van het paramedisch personeel de ambten van kinderverzorg(st)er, verple(e)g(st)er, kinesitherapeut, logopedist en ergotherapeut worden ingericht.
Art.52. Binnen het urenpakket kan in de categorie van het opvoedend hulppersoneel de ambten van kinderverzorger, verpleger, kinesitherapeut, logopedist en ergotherapeut worden ingericht.

Art.53. Binnen het urenpakket kunnen in de categorie van het administratief personeel de ambten van klerk-typist en rekenplichtig-correspondent worden ingericht.

HOOFDSTUK IVbis. (Ingevoegd bij DDG 2000-10-23/31, art. 8; Inwerkingtreding : 01-09-1999) - Overdracht van lestijdenpakket.

Art. 53bis.(Ingevoegd bij DDG 2000-10-23/31, art. 8; Inwerkingtreding : 01-09-1999) § 1. [1 Het lestijdenpakket kan binnen eenzelfde onderwijsinrichting van het ene onderwijsniveau op het andere evenals van de ene personeelscategorie op de andere worden overgedragen.]1
  [2 In afwijking van het eerste lid mag het betrekkingenpakket vermeld in artikel 34.2 niet overgedragen worden.]2
  § 2. De overdracht mag niet tot gevolg hebben dat personeelsleden wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld worden.
  Een benoeming of een aanstelling in vast verband zijn niet toegelaten voor een betrekking of gedeelte van betrekking opgericht met toepassing van § 1.
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 121, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2017-06-26/06, art. 31, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2017>

HOOFDSTUK IVter. - Overgangsbepaling.
Art. 53ter.[1 § 1. Voor het schooljaar 2009-2010 wordt, naast het lestijdenpakket berekend overeenkomstig artikel 5ter, een aanvullend lestijdenpakket toegekend voor de integratie van leerlingen die gespecialiseerde pedagogische ondersteuning in het basisonderwijs nodig hebben.
   Dit lestijdenpakket stemt overeen met vier voltijdse betrekkingen, verhoogd met de uren die worden berekend door de betrekkingen van de gesubsidieerde contractuele personeelsleden die voor het schooljaar 2003-2004 toegekend werden met het oog op de integratie van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, te vermenigvuldigen met de overeenstemmende administratieve delers. Onder administratieve delers verstaat men 28 voor een kleuteronderwijzer en 24 voor een leraar lager onderwijs.
   § 2. Elke door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde school voor gespecialiseerd onderwijs krijgt elk schooljaar, naast het overeenkomstig artikel 5ter verkregen lestijdenpakket, een bepaald aantal vierden van een betrekking dat volgens de volgende formule wordt berekend :


[<font color="red">1</font> 122 x A/B]<font color="red">1</font> 
(<font color="red">1</font>)<DDG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2015062919" target="_blank">2015-06-29/19</a>, art. 27,1°, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
A = aantal op de laatste schooldag van januari van het voorgaande schooljaar in een gewone school ingeschreven regelmatige leerlingen bij wie een behoefte aan gespecialiseerde pedagogische ondersteuning werd vastgesteld overeenkomstig artikel 93.7 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen en die door de betrokken gespecialiseerde school werden begeleid;
   B = totaal aantal van de op de laatste schooldag van januari van het voorgaande schooljaar in een gewone school ingeschreven regelmatige leerlingen bij wie overeenkomstig artikel 93.7 van hetzelfde decreet van 31 augustus 1998 een behoefte aan gespecialiseerde pedagogische ondersteuning vastgesteld is.
   Indien het eerste decimaal getal van het aantal vierden van een betrekking vastgelegd overeenkomstig het eerste lid kleiner dan 5 is, wordt tot het vorige vierde van een betrekking afgerond. Vanaf een waarde van 5 wordt tot het volgende vierde van een betrekking afgerond.
   Het betrekkingenpakket vastgelegd overeenkomstig het eerste lid komt voor 50 % in aanmerking voor een definitieve benoeming of een definitieve aanstelling.
   Het overeenkomstig het eerste lid toegekende betrekkingenpakket kan geheel of gedeeltelijk door een door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde school voor gespecialiseerd onderwijs op een andere door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde school worden overgedragen, indien de betrokken inrichtende machten hiermee instemmen. De overdracht kan op gelijk welk ogenblik gebeuren en geldt voor het lopende schooljaar.
   § 3. Een bepaald aantal vierden van een betrekking van de som van het betrekkingenpakket vastgelegd overeenkomstig artikel 5ter en de voorgaande paragraaf moet voor de ondersteuning van de integratie van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs worden aangewend. Het aantal vierden van een betrekking dat elke gespecialiseerde school voor de integratie dient te voorzien, wordt als volgt berekend :


[<font color="red">1</font> 172 x A/B]<font color="red">1</font> 
  
(<font color="red">1</font>)<DDG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2015062919" target="_blank">2015-06-29/19</a>, art. 27,2°, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
A = aantal op de laatste schooldag van januari van het voorgaande schooljaar in een gewone school ingeschreven leerlingen bij wie een behoefte aan gespecialiseerde pedagogische ondersteuning vastgesteld werd overeenkomstig artikel 93.7 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen en die door de betrokken gespecialiseerde school werden begeleid;
   B = totaal aantal van de op de laatste schooldag van januari van het voorgaande schooljaar in een gewone school ingeschreven leerlingen bij wie overeenkomstig artikel 93.7 van hetzelfde decreet van 31 augustus 1998 een behoefte aan gespecialiseerde pedagogische ondersteuning vastgesteld is.
   Indien het eerste decimaal getal van het aantal vierden van een betrekking vastgelegd overeenkomstig het eerste lid kleiner dan 5 is, wordt tot het vorige vierde van een betrekking afgerond. Vanaf een waarde van 5 wordt tot het volgende vierde van een betrekking afgerond.
   Indien een gespecialiseerde school met toepassing van § 2, vierde lid, een betrekkingenpakket aan een andere gespecialiseerde school heeft overgedragen, moet het overgedragen aantal betrekkingen van het volgens § 3, eerste lid, vastgelegde aantal vierden van een betrekking worden afgetrokken.
   Indien aan een gespecialiseerde school met toepassing van § 2, vierde lid, een betrekkingenpakket van een andere gespecialiseerde school is overgedragen, moet het overgedragen aantal vierden van een betrekking bij het volgens § 3, eerste lid, vastgelegde aantal vierden van een betrekking worden geteld.
   § 4. Ten minste 5 % van het volgens § 3 vastgelegde betrekkingenpakket mag eerst na 30 september van het lopende schooljaar worden aangewend.
   Indien het eerste decimaal getal van het aantal vierden van een betrekking vastgelegd overeenkomstig het eerste lid kleiner dan 5 is, wordt tot het vorige vierde van een betrekking afgerond. Vanaf een waarde van 5 wordt tot het volgende vierde van een betrekking afgerond.
   Onverminderd het eerste lid mogen ten minste vier vierden van een betrekking eerst na 30 september van het lopende schooljaar worden aangewend.
   § 5. Bij de toewijzing van de integratie-uren zorgt de gespecialiseerde school ervoor dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften die in een Franstalige afdeling van een gewone school ingeschreven zijn, begeleid worden door personeelsleden die de Franse taal grondig beheersen.
   § 6. Indien de integratie van een leerling in een gewone school in de loop van een schooljaar wordt afgebroken, dan kan het betrekkingenpakket dat voor de integratie van die leerling was uitgetrokken tot het eind van het schooljaar op de nieuwe ondersteuningsplaats worden aangewend.
   § 7. De bepalingen van de §§ 2 tot en met 6 gelden voor de schooljaren [2 2015-2016 tot en met [5 [6 2024-2025]6]5]2.]1
  ----------
  (1)<DDG 2009-05-11/15, art. 122, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<DDG 2015-06-29/19, art. 27,3°, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
  (3)<DDG 2017-06-26/06, art. 32, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2017>
  (4)<DDG 2020-06-22/15, art. 48, 021; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  (5)<BDG 2022-06-27/13, art. 25, 023; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
  (6)<DDG 2023-06-26/12, art. 39, 024; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art. 53quater.[1 § 1. Bovenop het overeenkomstig artikel 5ter vastgelegd lestijdenpakket krijgt een gespecialiseerde basisschool een bijkomende halve betrekking, indien zij op 30 september van het lopende schooljaar vijf leerlingen meer telt dan op 30 september 2008. Voor elke verdere begonnen groep van vijf bijkomende leerlingen wordt een bijkomende halve betrekking toegekend.    Bovenop het overeenkomstig artikel 5ter vastgelegd lestijdenpakket krijgt een gespecialiseerde secundaire school een bijkomende betrekking, indien zij op 30 september van het lopende schooljaar zeven leerlingen meer telt dan op 30 september 2008. Voor elke verdere begonnen groep van zeven bijkomende leerlingen wordt een bijkomende betrekking toegekend.    Het overeenkomstig het eerste lid vastgelegde lestijdenpakket staat voor het lopende schooljaar ter beschikking.    § 2. De bepalingen van § 1 gelden voor de schooljaren 2009-2010 tot en met [3 [4 [5 2024-2025]5]4]3.]1   ----------   (1)   (2)   (3)   (4)   (5)
Art. 53quinquies. [1 In afwijking van artikel 34.2 stemt het betrekkingenpakket om coördinatoren voor bevorderingspedagogiek in het gespecialiseerd onderwijs tijdelijk aan te stellen of tijdelijk aan te werven ofwel vast te benoemen of definitief aan te stellen, voor de schooljaren 2017-2018 en 2018-2019 overeen met het betrekkingenpakket dat met toepassing van artikel 5quater aan de betrokken gespecialiseerde school is toegekend voor het schooljaar 2016-2017.
   Tijdens de schooljaren 2017-2018 en 2018-2019 wordt onder het betrekkingenpakket vermeld in artikel 34.2, § 6, verstaan : het betrekkingenpakket vermeld in het vorige lid.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DDG 2017-06-26/06, art. 33, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2017>


Art.53sexies.[1 § 1 - Bovenop het overeenkomstig artikel 34 vastgelegd lestijdenpakket krijgt een gespecialiseerde secundaire school 3,75 betrekkingen in het ambt van studiemeester-opvoeder voor het schooljaar [2 2024-2025 ]2.
   § 2 - Bovenop het overeenkomstig hoofdstuk IV vastgelegd lestijdenpakket krijgt een internaat 2,5 betrekkingen in het ambt van internaatsopvoeder voor het schooljaar [2 2024-2025]2.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BDG 2022-06-27/13, art. 26, 023; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
  (2)<DDG 2023-06-26/12, art. 41, 024; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.

Art.54. Wat de Duitstalige Gemeenschap betreft, worden opgegeven :
  - Koninklijk besluit nr. 65 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel worden bepaald in de inrichtingen voor buitengewoon onderwijs.
  - Koninklijk besluit nr. 66 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het administratief personeel en het opvoedend hulppersoneel worden bepaald in de inrichtingen voor buitengewoon onderwijs met uitzondering van de internaten of semi-internaten.
  - Koninklijk besluit nr. 67 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het paramedisch personeel worden bepaald in de inrichtingen voor het buitengewoon onderwijs, met uitzondering van de internaten of semi-internaten.
  - Koninklijk besluit nr. 184 tot vaststelling van de wijze waarop voor de Rijksinstituten voor buitengewoon onderwijs de ambten worden bepaald van het paramedisch personeel en van het personeel, toegekend in het kader van het internaat.

Art. 55. Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 september 1990.