14 FEBRUARI 1990. - Besluit van de Vlaamse Executieve houdende nadere regelen betreffende de milieuheffingen ter bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging.
Art. 1-4
Artikel 1. De (Vlaamse Minister) bevoegd voor Financiën wordt aangeduid in uitvoering van artikel 6 van het decreet van 20 december 1989, houdende bepalingen tot uitvoering van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid waar dit artikel het artikel 32 van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging aanvult met de artikelen 32quaterdecies, 32quinquiesdecies, 32sexiesdecies en 32septiesdecies. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
Art.2. § 1. De (Vlaamse Minister) van Financiën en Begroting stelt de met inning belaste ontvanger aan, bevoegd voor de betrokken provincies. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
§ 2. Hij neemt de nodige maatregelen tot het domiciliëren van het in ontvangst nemen van bezwaarschriften en het afleveren van de ontvangstbewijzen bij de Administratie voor Financiën en Begroting.
§ 3. De verschuldigde bedragen zullen gestort worden op een op het aanslagbiljet vermeld rekeningnummer bij het Gemeentekrediet van België, via het systeem " scharnierrekening ".
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1990.
Art. 4. De (Vlaamse Minister) van Financiën en Begroting en de (Vlaamse Minister) van Leefmilieu, Natuurbehoud en Landinrichting worden, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>