10 OKTOBER 1990. - Besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de wijze van berekening van het vakantiegeld van de personen die recht hebben op een overlevingspensioen ten laste van de " Radio-Télévision belge de la Communauté francaise " (Vertaling). (Nota : Opgeheven in de toekomst op een onbepaalde datum door BFG 2002-06-20/38, art. 7) (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 08-12-1990 en tekstbijwerking tot 20-09-2002)
Art. 1-9
Artikel 1. Het vakantiegeld bestaat uit een forfaitair gedeelte en een wijzigbaar gedeelte.
Art.2. Voor de jaren 1986, 1987 en 1988, is het forfaitair gedeelte van het vakantiegeld gelijk aan het bedrag van (525,41 EUR), vermenigvuldigd met het cijfer van de verhouding tussen het overlevingspensioen en de bruto totale gemiddelde bezoldiging zoals bepaald bij artikel 10 van het decreet van 3 juli 1986 betreffende de overlevingspensioenen toegekend aan de rechthebbenden van de vast benoemde personeelsleden van de " Radio-Télévision belge de la Communauté francaise (R.T.B.F.) ". <BFG 2002-06-20/62, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 20-09-2002>
Art.3. Voor het jaar 1989, is het forfaitair gedeelte van het vakantiegeld gelijk aan het bedrag van (530,37 EUR), vermeerderd met een percentage dat afhangt van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen van januari 1988 tot januari 1989, en met (148,74 EUR); het aldus bekomen bedrag wordt vermenigvuldigd met het cijfer van de verhouding tussen het overlevingspensioen en de bruto totale gemiddelde bezoldiging zoals bepaald bij artikel 10 van het decreet. <BFG 2002-06-20/62, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 20-09-2002>
Art.4. Met ingang van het jaar 1990, wordt het tijdens het voorgaande jaar toegekende forfaitair gedeelte telkens aangepast op grond van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen tussen de maand januari van het referentiejaar en de maand januari van het jaar gedurende hetwelk het vakantiegeld moet worden uitbetaald.
Art.5. Het wijzigbaar gedeelte van het vakantiegeld is gelijk aan 1 pct. van het totale jaarlijks pensioen, zoals dit gekoppeld is aan het indexcijfer van de consumptieprijzen dat het pensioen verschuldigd voor de maand maart van het vakantiejaar bepaalt.
Art.6. In voorkomend geval, worden het forfaitair gedeelte en het wijzigbaar gedeelte van het vakantiegeld berekend rekening houdend met het in artikel 16 van het decreet bepaalde minimum.
Art.7. Als de overleden ambtenaar onderworpen is geweest aan de pensioenregeling voor werknemers voor een periode tijdens welke hij diensten heeft gepresteerd die in aanmerking komen voor de berekening van het overlevingspensioen, trekt de " Radio-Télévision belge de la Communauté francaise " van het vakantiegeld dat zij moet betalen het bedrag van het vakantiegeld ten laste van de instelling voor sociale zekerheid af.
Art.8. Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 1986.
Art. 9. Het lid van de Executieve tot wiens bevoegdheid de Cultuur en de Communicatie behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.