Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

24 SEPTEMBER 1990. - Besluit van de Executieve tot oprichting van een Raad van de Ouders van Leerlingen in de Franse Gemeenschap <VERTALING>. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-12-1990 en tekstbijwerking tot 08-07-1994)



Inhoudstafel:


Art. 1-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1994029276 



Artikels:

Artikel 1. Bij het Ministerie van Onderwijs, Onderzoek en Vorming wordt een Raad van de ouders van leerlingen in de Franse Gemeenschap opgericht.
  Deze Raad is gelast :
  1. advies uit te brengen over alle algemene problemen inzake onderwijs en opvoeding, hetzij uit eigen beweging, hetzij op verzoek van de Ministers die voor het onderwijs bevoegd zijn.
  2. de voormelde Ministers alle nuttige suggesties te doen voor de bevordering van het onderwijs en van de opvoeding van de jeugd.

Art.2. De Raad is samengesteld uit :
  1. een voorzitter en (twee ondervoorzitters), benoemd door de Executieve; <BFG 1994-04-22/37, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1994>
  2. 6 werkende leden en 6 plaatsvervangers die de "Fédération des Associations de Parents de l'Enseignement officiel (FAPEO)", en de "Confédération nationale des Associations de Parents de l'Enseignement libre (CNAP)", vertegenwoordigen;
  3. 12 werkende leden en 12 plaatsvervangers, gekozen door de betrokken Ministers uit een dubbeltal kandidaten.
  De werkende leden en de plaatsvervangers vertegenwoordigen, in gelijk aantal, de ouders van leerlingen van de inrichtingen voor officieel onderwijs in de Franse Gemeenschap en de ouders van leerlingen van de inrichtingen voor vrij onderwijs in de Franse Gemeenschap. Het dubbeltal wordt aan de Ministers gezamenlijk voorgedragen door de nieuwe representatieve groeperingen van ouderverenigingen van het onderwijs van de Franse Gemeenschap.

Art.3. De voorzitter, (de ondervoorzitters) en de leden van de Raad worden voor een termijn van 4 jaar door de Executieve benoemd. <BFG 1994-04-22/37, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1994>

Art.4. De werkende leden en de plaatsvervangers bedoeld in art. 2, 3° moeten bij hun aanwijzing ouder zijn van ten minste één kind, ingeschreven in het kleuteronderwijs, het lager of secundair onderwijs, en lid zijn van een oudervereniging aangesloten bij één van 2 verbonden bedoeld in art. 2, 2°. De Executieve vervangt om de 3 maanden elk lid dat niet meer deel uitmaakt van de Raad : het nieuw aangewezen lid voleindigde het mandaat van zijn voorganger.

Art.5. <BFG 1994-04-22/37, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1994> De ondervoorzitters vertegenwoordigen respectievelijk beide in artikel 2, 2°, bedoelde ouderverenigingen.

Art.6. In de Raad wordt een bestuur opgericht, bestaande uit :
  1° de voorzitter;
  2° (de ondervoorzitters); <BFG 1994-04-22/37, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1994>
  3° 4 leden gekozen onder zijn werkende leden met inachtneming van de in art. 2, 2° en 3°, bepaalde pariteit.
  Het bestuur coördineert de werkzaamheden van de Raad en de commissies en staat in voor de betrekkingen met de bevoegde overheid en met derden.
  Het kan ook alle maatregelen treffen om de werking van de Raad te coördineren met een gelijkaardige instelling in een ander taalstelsel, onder voorwaarden die door de bevoegde Ministers bepaald worden.

Art.7. Het secretariaat staat onder het gezag van het bestuur en wordt waargenomen door een ambtenaar met ten minste de rang van bestuurssecretaris, aangewiezen in het Ministerie van Onderwijs, Onderzoek en Vorming.

Art.8. De Raad komt minstens eens per kwartaal bijeen : hij wordt bijeengeroepen door zijn voorzitter op diens initiatief of op verzoek van de bevoegde Ministers of op schriftelijk verzoek van ten minste 4 werkende leden.
  Elke oproepingsbrief vermeldt de agendapunten.

Art.9. De Raad beslist geldig wanneer meer dan de helft van de in artikel 2, 2° en 3° bedoelde leden aanwezig zijn.
  Elke beslissing wordt bij gewone meerderheid genomen.

Art.10. De Raad kan uit zijn leden commissies vormen, waarvan hij samenstelling, bevoegdheid en duur bepaalt. Die commissies kunnen personen omvatten die buiten de Raad gekozen zijn wegens hun bijzondere bevoegdheid, door de Raad erkend zijn en met raadgevende stem zitting hebben.
  De commissies worden door een daartoe aangewezen bestuurslid voorgezeten.

Art.11. De Raad stelt een huishoudelijk reglement op en legt het de Executieve ter goedkeuring voor.

Art.12. Het mandaat van lid van de Raad is onbezoldigd. De leden genieten de vergoedingen voor reiskosten, toegekend aan de leden van de commissies, comités en raden van de Franse Gemeenschap.
  Voor de berekening van die vergoedingen worden zij gelijkgesteld met de ambtenaren met de graad van directeur in de besturen van de Franse Gemeenschap. De personen waarvan de medewerking gevraagd wordt overeenkomstig artikel 10, worden voor hun reiskosten vergoed zoals de leden van de Raad.

Art.13. De werkingsuitgaven van de Raad en van zijn secretariaat worden bekostigd ten laste van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Onderzoek en Vorming.

Art. 14. De Minister van Onderwijs en Vorming, Sport, Toerisme en Internationale Betrekkingen en de Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek zijn belast met de uitvoering van dit besluit.