Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

27 APRIL 1990. - Koninklijk besluit tot vaststelling, wat de openbare centra voor maatschappelijk welzijn betreft, van de uitzonderingen bedoeld in artikel 34, § 5 van de wet van 23 december 1974, betreffende de budgettaire voorstellen 1974-1975.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De verrichtingen uitgevoerd door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn betreffende de aankoop, de huur of de financieringshuur van materieel voor informatieverwerking, de levering van toepassingsprogramma's en van diensten op dat gebied zijn niet aan het goedkeuringstoezicht onderworpen, wanneer zij :
  a) strekken tot uitbreiding van de bestaande informatica-installaties of -systemen, voor zover de waarde, exclusief BTW, van de nieuwe opdracht, gecumuleerd met de eventuele uitbreidingen tijdens het lopende jaar, 10 pct. van de waarde van de basisopdracht niet te boven gaat zonder een jaarbedrag van 5 miljoen frank in aankoopwaarde of 1 miljoen frank in huur- of in financieringshuurwaarde te overschrijden;
  b) strekken tot de levering van toepassingsprogramma's en van diensten waarvan de waarde, exclusief BTW, gecumuleerd met de waarde van de contracten van dit type gesloten tijdens hetzelfde jaar 1 000 000 frank niet overschrijden;
  c) strekken tot de verbinding door middel van eenvoudige terminals, met het Rijksregister van de natuurlijke personen;
  d) uitsluitend betrekking hebben op medisch- of hospitaalgebied.

Art.2. Een afschrift van elk contract betreffende de verrichtingen bedoeld in artikel 1 wordt binnen een maand na de ondertekening van dit contract medegedeeld aan de toezichthoudende overheid.

Art.3. De in artikel 1 bedoelde beslissingen die genomen zijn vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven aan goedkeuring onderworpen.

Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5. Onze Eerste Minister en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Emancipatie zijn, ieder wat hem betreft belast met de uitvoering van dit besluit.