9 FEBRUARI 1990. - Koninklijk besluit betreffende de uitvoering van reglementaire bepalingen met betrekking tot de sociale zekerheid voor werknemers.
Art. 1-4
Artikel 1. De inschrijving op de inventaris, bijgehouden door de instelling belast met de inning van de bijdragen, van de onderaannemers van de werkgevers, die werken uitvoeren in het kader van de verplichtingen die aan die werkgevers zijn opgelegd door een wettelijke of reglementaire bepaling betreffende de sociale zekerheid of krachtens een dergelijke bepaling wordt gelijkgesteld met een nominatieve aanwijzing voor de toepassing van de volgende bepalingen :
1° artikel 2, tweede lid, 3° en 6°, van het koninklijk besluit van 5 december 1986 tot regeling van de toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, in hoofde van de instellingen van openbaar nut die onder het Ministerie van Sociale Voorzorg ressorteren;
2° artikel 3, tweede lid, 3°, en artikel 4, tweede lid, 4°, van het koninklijk besluit van 5 december 1986 tot regeling van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen door de instellingen van openbaar nut die onder het Ministerie van Sociale Voorzorg ressorteren;
3° artikel 2, tweede lid, 3°, artikel 4, tweede lid, 3°, en artikel 5, tweede lid, 2°, van het koninklijk besluit van 5 december 1986 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas in de mate dat zij belast is met het bijhouden van de individuele rekening der werknemers;
4° artikel 2, tweede lid, 3°, artikel 4, tweede lid, 3°, en artikel 5, tweede lid, 3°, van het koninklijk besluit van 5 december 1986 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van instellingen die, in het kader van de wetgeving betreffende de ziekte- en invaliditeitsverzekering, opdrachten van algemeen belang vervullen;
5° artikel 2, tweede lid, 3°, artikel 4, tweede lid, 3°, en artikel 5, tweede lid, 3°, van het koninklijk besluit van 5 december 1986 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de kinderbijslagfondsen bedoeld in artikel 19 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders;
6° artikel 2, tweede lid, 3°, artikel 4, tweede lid, 3°, en artikel 5, tweede lid, 3°, van het koninklijk besluit van 5 december 1986 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de bijzondere vakantiefondsen bedoeld in artikel 44 van de gecoördineerde wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers en van de Compensatiedienst voor betaald verlof der zeelieden;
7° artikel 2, tweede lid, 3°, artikel 4, tweede lid, 3°, en artikel 5, tweede lid, 3°, van het koninklijk besluit van 5 december 1986 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van instellingen die, in het kader van de wetgeving betreffende de pensioenen der werknemers, opdrachten van algemeen belang vervullen;
8° artikel 2, tweede lid, 3°, artikel 4, tweede lid, 3°, en artikel 5, tweede lid, 3°, van het koninklijk besluit van 5 december 1986 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van instellingen die, in het kader van de wetgeving betreffende de arbeidsongevallen der werknemers, opdrachten van algemeen belang vervullen;
9° artikel 2, tweede lid, 3° en 6°, van het koninklijk besluit van 26 september 1988 tot regeling van de toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, in hoofde van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid ressorteren;
10° artikel 3, tweede lid, 3°, en artikel 4, tweede lid, 4°, van het koninklijk besluit van 26 september 1988 tot regeling van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen door sommige instellingen van openbaar nut die onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid ressorteren.
Art.2. De instelling belast met de inning van de bijdragen bepaalt de voorwaarden waarbij de inschrijving van de onderaannemer op de in artikel 1 bedoelde inventaris is onderworpen, alsmede de modaliteiten volgens dewelke deze wordt bijgehouden.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1990.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.