27 AUGUSTUS 1990. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van de resolutie nr. 35 van 5 mei 1988 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart met betrekking tot het Reglement betreffende het Onderzoek van Rijnschepen.
Art. 1-2
Bijlage.
Art. N
Artikel 1. De resolutie nr. 35 van 5 mei 1988 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart die voorkomt in de bijlage tot dit besluit, is goedgekeurd.
Art.2. Onze Minister van Verkeerswezen en Onze Minister van Buitenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Motril, 27 augustus 1990.
BOUDEWIJN
Van Koningswege :
De Minister van Verkeerswezen,
J.-L. DEHAENE
De Minister van Buitenlandse Zaken,
M. EYSKENS
Bijlage.
Art. N. Reglement betreffende het Onderzoek van Rijnschepen. - Resolutie nr. 35 van 5 mei 1988 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. - Veiligheid aan boord van passagierschepen.
De Centrale Commissie, op voorstel van haar Comité van het Reglement voor Onderzoek, vervangt de krachtens de resolutie 1984-I-27 aangenomen overgangsmaatregelen door de volgende :
1. De voorschriften van artikel 11.08 cijfer 2.b en van artikel 11.10 cijfer 8, tweede zin, betreffende de enige brandslang, zijn slechts toepasselijk op nieuwe schepen waarvan de kiel na 30 september 1984 is gelegd alsmede op de onderdelen die omgebouwd werden.
2. De voorschriften van de artikelen 11.08, cijfer 3, 11.10, cijfer 7, 1e zin, en cijfer 8, behalve voor wat betreft de enige brandslang, en 11.11, cijfer 6, zijn van toepassing vanaf 1 oktober 1989.
De voorschriften van artikel 11.10 cijfer 7, 2e zin, zijn van toepassing vanaf 1 mei 1991.
3. De voorschriften van de artikelen 11.08, cijfer 4, 11.10, cijfer 9 en 11.11, cijfers 4, 7 en 8, zijn van toepassing vanaf 1 oktober 1985.
4. De huidige voorschriften van de artikelen 11.08, cijfer 2a, 11.09 en 11.10, cijfer 2 1e, 4e, 5e, 6e en 7e zin, cijfers 3 en 4, 3e zin, cijfers 5 en 6, zijn van toepassing vanaf 1 oktober 1989.
5. De huidige voorschriften van artikel 11.10, cijfer 1 en cijfer 2, 2e en 3e zin, zijn van toepassing op de hotelschepen vanaf 1 mei 1991.
6. De huidige voorschriften van artikel 11.10, cijfer 2, 2e zin, zijn van toepassing op passagiersschepen die geen hotelschepen zijn en waarvan de kiel voor 1 april 1976 is gelegd, vanaf 1 oktober 1989 met de volgende beperking :
In plaats van een dragende staalconstructie voor de trappen, volstaat het dat de trappen die moeten dienst doen als vluchtweg, zodanig worden gebouwd dat zij bij brand ongeveer even lang bruikbaar blijven als trappen met een dragende staalconstructie.
7. De huidige voorschriften van artikel 11.10, cijfer 4, 1e en 2e zin,
- zijn van toepassing op hotelschepen vanaf 1 mei 1991.
- zijn van toepassing op passagierschepen die geen hotelschepen zijn en waarvan de kiel voor 1 april 1976 is gelegd, vanaf 1 oktober 1989 met de volgende beperking :
verven, lakken, behandelingsprodukten alsmede andere behandelingsmaterialen voor de buitenkant van bekledingen moeten moeilijk ontvlambaar zijn en mogen geen gevaarlijke rook of giftige gassen doen ontstaan alleen wanneer zij worden aangebracht op oppervlakken tegenover de vluchtwegen.
8. Indien evenwel de toepassing van de voorschriften van de artikelen 11.08, cijfer 2a en 11.10, cijfers 1 tot 6, na het verstrijken van de overgangstermijn, niet praktisch te verwezenlijken is of onredelijke uitgaven zou teweegbrengen, kan de Commissie voor Onderzoek afwijkingen van deze voorschriften toestaan op basis van aanbevelingen die werden opgesteld in gemeen overleg tussen de bevoegde organen van de Rijnoeverstaten en België. Deze afwijkingen moeten op het certificaat van onderzoek vermeld staan.
9. De hotelschepen die
- voor 1 oktober 1989 nog niet voldoen aan de voorschriften van artikel 11.10, cijfer 2, 1e zin, cijfer 3 en 4, 3e zin, cijfers 5, 6, 7, 1e zin, en cijfer 8;
- voor 1 mei 1991 nog niet voldoen aan de voorschriften van artikel 11.10, cijfer 1 en cijfer 2, 2e en 3e zin, cijfer 4, 1e en 2e zin, en cijfer 7, 2e zin;
moeten als compensatie vanaf 1 oktober 1985 zijn uitgerust met de door de Commissie voor Onderzoek voorgeschreven bijkomende brandblussers die op geschikte plaatsen moeten worden aangebracht.
10. De passagiersschepen die geen hotelschepen zijn en waarvan de kiel voor 1 april 1976 is gelegd, en die voor 1 oktober 1989 nog niet voldoen aan de voorschriften van artikel 11.10, cijfer 2, 1e, 4e, 5e, 6e en 7e zin, cijfers 3 en 4, 3e zin, cijfers 5, 6 en 8, en van artikel 11.10, cijfer 2, 2e zin, en cijfer 4, 1e en 2e zin, rekening houdend met de beperkingen vermeld in punten 6 en 7 van de huidige overgangsmaatregelen, moeten als compensatie vanaf 1 oktober 1985 zijn uitgerust met de door de Commissie voor Onderzoek voorgeschreven bijkomende brandblussers die op geschikte plaatsen moeten worden aangebracht.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 27 augustus 1990.
BOUDEWIJN
Van Koningswege :
De Minister van Verkeerswezen,
J.-L. DEHAENE
De Minister van Buitenlandse Zaken,
M. EYSKENS