Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

10 JANUARI 1990. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van de resolutie nr. 29 van 24 november 1988 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart met betrekking tot het Reglement betreffende het Onderzoek van Rijnschepen.



Inhoudstafel:


Art. 1-2
Bijlage.
Art. N, 1N, 2N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1976033001 



Uitvoeringsbesluit(en):

1993015010 



Artikels:

Artikel 1. De resolutie nr. 29 van 24 november 1988 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart waarvan de tekst voorkomt in de bijlage bij dit besluit, is goedgekeurd.

Art.2. Onze Minister van Verkeerswezen en Onze Minister van Buitenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 10 januari 1990.
  BOUDEWIJN
  Van Koningswege :
  De Minister van Verkeerswezen,
  J.-L. DEHAENE
  De Minister van Buitenlandse Zaken,
  M. EYSKENS

Bijlage.
Art. N. Reglement betreffende het Onderzoek van Rijnschepen. - Resolutie nr. 29 van 24 november 1988 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. - Zeeschepen (artikel 1.06 en bijlage G).
  De Centrale Commissie,
  op voorstel van haar Comité van het Reglement van Onderzoek,
  neemt, overeenkomstig artikel 1.08 van het Reglement betreffende het Onderzoek van Rijnschepen, het amendement op artikel 1.06 en bijlage G bij deze resolutie aan.
  Deze voorschriften zullen van kracht zijn van 1 april 1989 tot 31 maart 1992, onder voorbehoud van de volgende overgangsbepalingen :
  a) Op zeeschepen die niet bestemd zijn voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in de zin van het ADNR en waarvan de kiel vóór 1 oktober 1987 geplaatst werd :
  - zijn de voorschriften van de artikelen 3.04, cijfer 10, 5.05, cijfer 7, 5.09 en 6.16 niet van toepassing,
  - zijn de voorschriften van de artikelen 3.03 en 3.04, cijfers 1 tot 9, slechts van toepassing met ingang van 1 oktober 1991.
  b) De voorschriften van de artikelen 3.04, cijfer 10, 5.05, cijfer 7, 5.09 en 6.16 zijn niet van toepassing op zeeschepen bestemd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in de zin van het ADNR en waarvan de kiel vóór 1 april 1976 geplaatst werd.

Art. 1N. Bijlage bij de resolutie nr. 29 van 24 november 1988 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart.
  Artikel 1.06. en bijlage G dienen gelezen als volgt :
  " Artikel 1.06. Zeeschepen.
  1. Voor de schepen die de zee- of kustvaart mogen uitoefenen (zeeschepen), wordt het certificaat van onderzoek, voor zover zij er geen bezitten, vervangen door een speciaal certificaat waaruit blijkt dat zij geschikt zijn voor de Rijnvaart. De schepen moeten beantwoorden aan de bepalingen van artikelen 3.03, 3.04, 5.05, cijfer 7, 5.09, 6.16, 7.01, 7.02, cijfer 1, litera's a en b, alsook, in voorkomend geval, aan de bepalingen van hoofdstuk 9.
  2. Inzake bemanningen mogen zeeschepen :
  - hetzij zich aan hoofdstuk 14 van dit Reglement onderwerpen;
  - hetzij blijven varen onder het stelsel van de bemanningen zoals voorzien bij de bepalingen van Resolutie A.481 (XII) van de Internationale Maritieme Organisatie en van het Internationaal Verdrag van 1978 betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, brevettering en wachtdienst, op voorwaarde dat de bemanning in aantal ten minste overeenstemt met de minimumbemanning zoals voorzien in hoofdstuk 14 voor de exploitatiewijze B, gelet met name op de artikelen 14.08 en 14.12.
  De desbetreffende documenten waaruit de bekwaamheid van de bemanningsleden en hun aantal blijken, moeten zich dan aan boord bevinden. Bovendien moet zich een houder van het Rijnschipperspatent, geldig voor de afgelegde sectie, aan boord bevinden. Die houder van het patent moet na hooguit 14 uren varen per tijdvak van 24 uur door een andere houder van het patent vervangen worden.
  De volgende aantekeningen moeten in het scheepsjournaal aangebracht worden :
  - Naam van de aan boord zijnde houders van het patent en begin en einde van hun wacht.
  - Begin, onderbreking, hervatting en einde van de reis met de volgende vermeldingen : datum, uur, plaats met kilometerpunt.
  3. De Commissie van Onderzoek geeft het speciaal certificaat af overeenkomstig het model in bijlage G. De geldigheidsduur van het speciaal certificaat wordt geregeld volgens artikel 2.06 van dit Reglement. "

Art. 2N. Bijlage G. " (Model) Commissie van Onderzoek ..... Speciaal certificaat voor op de Rijn varende zeeschepen nr. ..... " (Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 20/04/1990, p. 7397)
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 januari 1990.
  BOUDEWIJN
  Van Koningswege :
  De Minister van Verkeerswezen,
  J.-L. DEHAENE
  De Minister van Buitenlandse Zaken,
  M. EYSKENS