8 MAART 1990. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de bepalingen van de programmawet van 22 december 1989 die betrekking hebben op het toezicht op de afwijkingen van het normale werkrooster van de deeltijdse werknemers(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-01-1992 en tekstbijwerking tot 30-06-2017)
HOOFDSTUK I. - Bijhouden van het controledocument.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Toezicht op de bepalingen van Titel II, Hoofdstuk IV, Afdelingen 2 en 3 van de programmawet van 22 december 1989.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 3-4
Bijlage.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Bijhouden van het controledocument.
Artikel 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 161 van de programmawet van 22 december 1989 moet het document bedoeld bij artikel 160 van dezelfde wet, volgens het model als bijlage bij dit besluit de volgende vermeldingen bevatten :- de toepassingsperiode van het document;- de dagtekening;- de naam en voornaam van de werknemer;- zijn inschrijvingsnummer in het personeelsregister;- de handtekening van de werknemer, gezet op hetzelfde ogenblik waarop elke vermelding bepaald bij artikel 161 genoteerd wordt;- de handtekening van de werkgever, zijn lasthebber of aangestelde, die ten minste één maal per week gezet wordt.
HOOFDSTUK II. - Toezicht op de bepalingen van Titel II, Hoofdstuk IV, Afdelingen 2 en 3 van de programmawet van 22 december 1989.
Art.2.Worden, onverminderd de plichten van de officieren van gerechtelijke politie, aangewezen als ambtenaren, belast met het toezicht op de uitvoering van Titel II, Hoofdstuk IV, Afdelingen 2 en 3 van de programmawet van 22 december 1989 en op de uitvoeringsbesluiten ervan binnen de grenzen die hun toegekend worden krachtens het koninklijk besluit van 23 december 1957 betreffende de verdeling van de bevoegdheden der ambtenaren en beambten van het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg en de Administratie der mijnen belast met de arbeidsinspectie, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 april 1965 en 9 maart 1976 :1° de ingenieurs van de Administratie van het Mijnwezen van het Ministerie van Economische Zaken;2° de inspecteurs en de adjunct-inspecteurs van de Administratie van de arbeidsbetrekkingen en -reglementering van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid;3° [1 de sociale inspecteurs van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid]1;4° de sociaal-bemiddelaars die hun ambt uitoefenen bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
(5° de hoofdcontroleurs, de controleurs en de adjunct-controleurs van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening alsmede de eerstaanwezend inspecteurs-hoofd van dienst, de eerstaanwezend inspecteurs, de inspecteurs, de eerstaanwezend adjunct-inspecteurs, de adjunct-inspecteurs 2e klasse en de adjunct-inspecteurs 1e klasse van de Algemene Inspectie van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.) <KB 1992-01-16/32, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 28-01-1992>
----------
(1)<KB 2017-06-22/02, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art.3. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de tweede maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art.4. Onze Minister van Economische Zaken en van het Plan, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Bijlage.
Art. N. Toepassingsperiode.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 16-03-90, p. 4843>