Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

5 NOVEMBER 1990. - Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur van de dienstplichtigen.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 18 van de wet van 22 december 1989 betreffende het statuut van de dienstplichtigen wordt in werking gesteld.

Art.2. § 1. De wekelijkse duur van de dienstprestaties van de dienstplichtigen komt overeen met die van het personeel van de actieve kaders beneden de rang van officier.
  De kandidaat-reserveofficieren worden evenwel als officier beschouwd, van zodra zij aangesteld zijn tot de graad van adjudant of een gelijkwaardige graad.
  § 2. In het kader van de wekelijkse arbeidsduur bedoeld in artikel 2, § 1, eerste lid nemen de dienstplichtigen deel aan het opleidings-, trainings-, onderhouds- en operationeel programma van hun eenheid. Anderzijds nemen ze deel aan volgende bijkomende prestaties :
  1° week-, dag-, wacht-, piket- en permanentiedienst;
  2° prestaties tijdens kamp-, oefen- en maneuverperiodes;
  3° prestaties van algemeen belang zoals vastgelegd in de militaire reglementen;
  4° prestaties in het kader van opeisingen of waarvoor militairen in noodomstandigheden ingezet of geconsigneerd worden.

Art.3. De bepaling van artikel 2, § 1, eerste lid is niet van toepassing :
  1° gedurende de periodes waarin de dienstplichtige in opleiding is en in elk geval :
  - wat de kandidaat-reserveofficieren betreft, gedurende de eerste zes maanden;
  - wat de kandidaat-reserveonderofficieren betreft, gedurende de eerste vier maanden;
  - wat de overige dienstplichtigen betreft, gedurende de eerste drie maanden;
  2° wanneer ten gevolge van internationale spanningen wordt beslist maatregelen te treffen die de gehele of gedeeltelijke mobilisatie van het leger voorbereiden of wanneer de nationale veiligheid of de openbare orde dit vereisen;
  3° in uitzonderlijke omstandigheden waarvan het bestaan en de duur door de Minister van Landsverdediging vastgesteld worden.

Art.4. Gedurende de verlengingsperiode van de werkelijke diensttermijn blijft de dienstplichtige die geen kandidaat-reserveofficier is onderworpen aan de bepalingen van dit besluit.

Art. 5. Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.