5 JULI 1989. - Besluit van de Vlaamse Executieve houdende oprichting van een interuniversitaire commissie tot herziening van het milieurecht in het Vlaamse Gewest.
Art. 1-7
Artikel 1. Oprichting commissie.
§ 1. Er wordt een interuniversitaire commissie tot herziening van het milieurecht in het Vlaamse Gewest opgericht, samengesteld uit de meest gezaghebbende specialisten inzake milieurecht, derwijze dat voldoende deskundigheid aanwezig is inzake elk van de rechtstakken welke bij het milieurecht een rol spelen, inzonderheid het constitutioneel recht, het administratief recht, het strafrecht en het privaatrecht.
§ 2. De commissieleden voeren de in artikel 2 bepaalde opdracht in alle onafhankelijkheid uit.
Art.2. Opdracht van de commissie.
De in artikel 1 bedoelde commissie heeft tot opdracht een voorontwerp van kaderdecreet inzake milieuhygiëne uit te werken en aanbevelingen te doen om de doelmatigheid van het milieuhygiënerecht te verhogen.
Hierbij moet de volgende doelstellingen worden nagestreefd :
1° een rationalisatie en vereenvoudiging van de milieuwetgeving;
2° een verhoging van de doelmatigheid van de strafrechtelijke en andere middelen tot handhaving van het milieurecht;
3° een efficiënter gebruik van geëigende milieubeleidsinstrumenten zoals o.m. kwaliteitsdoelstellingen, controle op bronnen van verontreiniging, heffingen en andere economische maatregelen, veiligheidsmaatregelen en saneringswerken, integratie van milieuaspecten in andere beleidsdomeinen, milieubeleidsplanning.
Art.3. Samenstelling commissie.
De in artikel 1 bedoelde commissie is als volgt samengesteld :
- voorzitter :
de heer H. Bocken, gewoon hoogleraar RUG;
- ondervoorzitter :
de heer W. Lambrechts, gewoon hoogleraar UIA;
- leden :
de heren :
- M. Boes, gewoon hoogleraar KUL;
- A. De Nauw, hoogleraar VUB;
- M. Faure, advokaat te Antwerpen, docent RU Leiden;
- L. Lavrysen, referendaris bij het arbitragehof, vrijwillig wetenschappelijk medewerker aan de RUG.
Art.4. De nadere modaliteiten met betrekking tot de in artikel 2 omschreven opdracht worden bij afzonderlijke overeenkomst tussen de betrokken partijen geregeld.
Art.5. Het besluit van de Vlaamse (regering) van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen is niet van toepassing op de personen die zetelen in de in artikel 1 bedoelde commissie. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 5 juli 1989 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1991.
Art. 7. De (Vlaamse Minister) van Leefmilieu, Natuurbehoud en Landinrichting is belast met de uitvoering van dit besluit. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>