Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 JULI 1989. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Executieve.



Inhoudstafel:


Art. 1-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1982000712 



Uitvoeringsbesluit(en):

1990800781  2000031033 



Artikels:

Artikel 1. Onverminderd de aan haar leden toegestane delegaties beraadslaagt de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve collegiaal volgens de in Ministerraad toegepaste procedure van de consensus, en legt ze de beleidsopties vast in de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest behoren.

Art.2. § 1. De Executieve beraadslaagt over alle ontwerpen van ordonnanties, van besluiten van de Executieve en van reglementaire of organieke verordeningen.
  § 2. Ze beraadslaagt bovendien in de gevallen voorzien in de §§ 2 en 3 van artikel 83 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, gewijzigd door de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en door de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten.
  § 3. Ze beraadslaagt eveneens over alle voorstellen die een ongunstig advies vanwege de Inspectie van Financiën kregen en die het akkoord van de Minister belast met Financiën niet gekregen hebben.
  § 4. Iedere Minister van de Executieve kan altijd een aangelegenheid die verband houdt met een gedelegeerde bevoegdheid evoceren.
  Om het uitoefenen van het voornoemde evocatierecht mogelijk te maken, deelt elke Minister aan de andere leden van de Executieve de door zijn diensten behandelde dossiers mede, dit minstens eenmaal per maand.
  Wat het toezicht betreft worden de dossiers, die onderworpen zijn aan een termijn, eenmaal per week medegedeeld. Behoudens evocatie zal de beslissing tweeënzeventig uren na deze mededeling kunnen worden genomen.
  § 5. Een huishoudelijk reglement, vastgesteld door de Executieve, legt de praktische richtlijnen vast betreffende de modaliteiten voor het overmaken van de documenten aan het Secretariaat van de Executieve.

Art.3. § 1. De Executieve keurt het ontwerp van ordonnantie betreffende de begroting van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest goed en regelt de toekenning van de kredieten bedoeld om de uitgaven van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest te dekken.
  § 2. Voor wat de uitgaven ten laste van de begroting van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreft, oefent de Executieve dezelfde bevoegdheden uit als deze die door het koninklijk besluit van 5 oktober 1961 toegekend worden aan het Comité van Financiën en Begroting en aan het Ministerieel Comité voor Economische en Sociale Coördinatie betreffende de uitgaven ten laste van de Rijksbegroting.

Art.4. In afwijking van artikel 1 van dit besluit staat de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve delegatie van bevoegdheden toe aan de Ministers, vermeld in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve tot vaststelling van de bevoegdheden van de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve, voor wat betreft de uitvoering van de wettelijke en reglementaire beschikkingen in de volgende aangelegenheden :
  a) de bouw- en verkavelvergunningen, de desbetreffende beroepen uitgezonderd;
  b) de arbeidsvergunningen;
  c) de reglementaire premies enerzijds en de reglementaire afbraakvergoedingen bestemd voor de gemeenten anderzijds, die in het raam van het huisvestingsbeleid toegekend worden, dit voor zover de premies niet meer dan 150 000 F en de afbraakkosten niet meer dan 3 500 000 F bedragen;
  d) de toelagen en de terugvorderbare voorschotten aan de gemeenten voor de renovatie van alleenstaande openbare gebouwen, voor zover de renovatiekosten niet meer dan 3 500 000 F bedragen; voor de renovatie van gebouwengroepen, overeenstemmend met het koninklijk besluit van 28 maart 1977 voor zover de renovatiekosten niet meer dan 35 000 000 F bedragen; voor de aanleg van groene ruimten voor zover de kosten niet meer dan 10 000 000 F bedragen;
  e) het toezicht op de ondergeschikte besturen, met uitzondering van het volgende :
  1. het vervangend toezicht;
  2. de begrotingen, de rekeningen, de reglementen betreffende het toekennen van toelagen, en de beraadslagingen betreffende sociale voordelen in het onderwijs;
  3. de leningen van meer dan 50 000 000 F die door de gemeenten bij private banken aangegaan worden;
  4. de concessies van economische aard, de toetreding van gemeenten tot de intercommunalen of andere verenigingen en de oprichting van gemeentelijke of agglomeratie v.z.w.'s;
  5. de verwerving of de vervreemding van onroerende goederen, als de prijs meer dan 50 000 000 F bedraagt;
  6. de reglementering betreffende het gebruik van gemeentelijke infrastruktuur;
  7. de beraadslagingen van gemeentelijke overheden die het gevolg zijn van een schorsing door de Gouverneur;
  f) de toepassing van de wetgeving op de gewestelijke economische expansie voor zover het om investeringen gaat die niet meer dan 75 000 000 F bedragen;
  g) de studies waarvan de kostprijs niet meer dan 5 000 000 F bedraagt;
  h) de jacht, de visvangst, de bossen en de herverkaveling van landbouwgoederen;
  i) de gesubsidieerde werken waarvan de kostprijs niet meer dan 50 000 000 F bedraagt;
  j) het afsluiten van kontrakten voor de werken, benodigdheden en diensten waarvan de schatting en het bedrag exclusief BTW onder de bedragen liggen die in onderstaande tabel voorkomen :
  Openbare aanbesteding of algemene offerteaanvraag Beperkte aanbesteding of beperkte offerteaanvraag Onderhandse aanbesteding
  Werken 50 miljoen 30 miljoen 5 miljoen
  Benodigdheden 40 miljoen 15 miljoen 3 miljoen
  Diensten 20 miljoen 6 miljoen 1 miljoen

Art.5. 1° De Executieve beslist over ieder voorstel tot oprichting, decentralisatie, deconcentratie of herstructurering van de diensten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, met inbegrip van de organismen die geheel of gedeeltelijk werken met toelagen ten laste van de begroting van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.
  2° Onverminderd de delegaties die ze aan haar leden toestaat, beslist de Executieve over de benoemingen of bevorderingen in de gewestelijke administratie en in de organismen bedoeld in 3° hierna, uitgezonderd deze die volgens de regels van de vlakke loopbaan toegekend worden.
  3° De Executieve beslist over de oprichting van verenigingen of organismen die de emanatie zijn van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. De aktiviteitsverslagen en de financiële balansen ervan worden haar voorgelegd.
  4° De Executieve beslist, op voorstel van de bevoegde Minister, over de aanduiding van haar vertegenwoordigers in de instellingen die afhangen van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest of erdoor betoelaagd worden.

Art.6. Onverminderd de delegaties die ze aan haar leden toestaat is enkel de Executieve bevoegd om namens het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest adviezen ten behoeve van de nationale, gemeenschaps-, gewestelijke, Europese of internationale overheden of organismen uit te brengen.
  Inzake internationale betrekkingen zijn de in de nationale regering in voege zijnde gebruiken betreffende respectievelijk de Eerste Minister, de Minister van Buitenlandse Betrekkingen en de Ministers verantwoordelijk voor een departement van toepassing.

Art.7. Wat de aangelegenheden betreft die onder de bevoegdheid van meerdere Ministers van de Executieve vallen, ontstaat het overleg reeds in het stadium van uitwerking van de voorstellen met het oog op een gezamenlijke oppuntstelling.

Art.8. De Staatssecretarissen maken geen deel uit van de Executieve, maar kunnen door haar uitgenodigd worden om deel te nemen aan de debatten in de aangelegenheden die hen aanbelangen.

Art.9. De Executieve beslist geldig over de onderwerpen die op de dagorde voorkomen indien meer dan de helft van haar leden aanwezig is, uitgenomen indien er een vraag om een onderwerp uit te stellen werd ingediend vóór de zitting door een lid, waarvan de afwezigheid verantwoord is.

Art.10. De ontwerpen van ordonnantie en de in de Executieve beraadslaagde besluiten worden ondertekend door de Minister die bevoegd is voor de aangelegenheid die het voorwerp uitmaakt van het ontwerp van ordonnantie of van besluit. Ze worden medeondertekend door de Voorzitter van de Executieve.

Art.11. De medeondertekening door het lid van de Executieve, bevoegd voor financiën, begroting en personeel is evenwel vereist telkens als zijn goedkeuring opgelegd wordt door de beschikkingen betreffende zijn controleopdrachten.

Art.12. Het koninklijk besluit van 26 april 1982 houdende organisatie van de delegatie van bevoegdheden aan de leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve wordt opgeheven.

Art.13. Dit besluit heeft uitwerking op 12 juli 1989.

Art. 14. De Ministers van de Executieve worden belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.