13 MAART 1989. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 63, § 1, van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, gewijzigd bij de wetten van 22 december 1970 en 28 juli 1976.
Art. 1-9
Bijlage.
Art. N
Artikel 1. < NOTA : Voor het Brusselse Gewest werd artikel 1 opgeheven door BESL 1992-07-03/34, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 09-07-1992> Het gemeentebestuur is gehouden aan personen die erom verzoeken afdrukken van of uittreksels uit de volgende bescheiden af te geven :
- bij koninklijk besluit vastgesteld streek- of gewestplan en bijbehorende verordenende voorschriften;
- bij ministerieel besluit vastgesteld ontwerp-, streek- of gewestplan en bijbehorende verordenende voorschriften;
- bij koninklijk besluit goedgekeurde algemene en bijzondere gemeentelijke plannen van aanleg en bijbehorende verordenende voorschriften;
- algemene en gemeentelijke bouw- en verkavelingsverordeningen;
- krachtens artikel 6, § 1, van de wet van 12 juli 1956 tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen door de Koning goedgekeurde perceelplannen;
- rooiplannen.
Die afdrukken of uittreksels worden binnen een termijn van dertig dagen na de datum van het verzoek afgegeven.
Art.2. < NOTA : Voor het Brusselse Gewest werd artikel 2 opgeheven door BESL 1992-07-03/34, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 09-07-1992> Gedurende ten minste twee dagen per week, welke door het college van burgemeester en schepenen behoren te worden vastgesteld, kan elke belanghebbende derde op het gemeentehuis kennis nemen van de inhoud van de afgegeven bouw- en verkavelingsvergunningen.
Art.3. < NOTA : Voor het Brusselse Gewest werd artikel 3 opgeheven door BESL 1992-07-03/34, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 09-07-1992> Gedurende ten minste twee dagen per week, welke door het college van burgemeester en schepenen behoren te worden vastgesteld, kunnen de aanpalende eigenaars in verband met de ingediende bouw- of verkavelingsaanvragen de in bijlage I van dit besluit vermelde inlichtingen bij het college inwinnen. De stukken van het dossier mogen hun evenwel niet worden medegedeeld.
Art.4. < NOTA : Voor het Brusselse Gewest werd artikel 4 opgeheven. (BESL 1992-07-03/33, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 09-07-1992> Het college van burgemeester en schepenen is gehouden aan de belanghebbenden een stedebouwkundig attest nr. 1 af te geven.
Dat attest behoort te worden aangevraagd aan de hand van formulier I A en wordt afgegeven aan de hand van formulier I B, waarvan de modellen bij dit besluit zijn gevoegd.
Het neemt de door de gemachtigde ambtenaar verstrekte inlichtingen over wanneer het goed niet gelegen is binnen de grenzen van een door de Koning goedgekeurd bijzonder plan van aanleg van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw of binnen een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Dat attest wordt binnen veertig dagen na de aanvraag afgegeven wanneer het advies van de gemachtigde ambtenaar niet vereist is en binnen vijfenzeventig dagen wanneer dit advies vereist is.
Een afschrift van het attest wordt op de dag waarop het aan de aanvrager wordt afgegeven, aan de gemachtigde ambtenaar toegestuurd.
Art.5. < NOTA : Voor het Brusselse Gewest werd artikel 5 opgeheven. (BESL 1992-07-03/33, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 09-07-1992> De gemachtigde ambtenaar is gehouden een stedebouwkundig attest nr. 1 af te geven aan de publiekrechtelijke rechtspersonen bedoeld in artikel 48 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw en aan de personen die de in dat artikel bedoelde installaties en leidingen van openbaar nut aanleggen.
Dat attest behoort te worden aangevraagd aan de hand van formulier I C en wordt afgegeven aan de hand van formulier I D waarvan de modellen bij dit besluit zijn gevoegd.
Het wordt binnen vijfenzeventig dagen na de indiening van de aanvraag afgegeven.
De gemachtigde ambtenaar verzoekt voorafgaandelijk om het advies van het college van burgemeester en schepenen.
Dit college brengt binnen dertig dagen advies uit. Na het verstrijken van deze termijn wordt het advies geacht gunstig te zijn.
Een afschrift van het attest wordt op de dag waarop het aan de aanvrager wordt afgegeven aan het college van burgemeester en schepenen toegestuurd.
Art.6. < NOTA : Voor het Brussels Gewest wort artikel 6 opgeheven. (BESL 1992-07-06/34, art. 33, 004; Inwerkingtreding : 14-07-1992)> Het college van burgemeester en schepenen is gehouden aan de belanghebbenden een stedebouwkundig attest nr. 2 af te geven.
Dat attest behoort te worden aangevraagd aan de hand van formulier II A en wordt afgegeven aan de hand van formulier II B, waarvan de modellen bij dit besluit zijn gevoegd.
Het neemt het door de gemachtigde ambtenaar verstrekte advies over wanneer het goed niet gelegen is binnen de grenzen van een door de Koning goedgekeurd bijzonder plan van aanleg als bedoeld in artikel 16 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw of binnen een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, ofwel wanneer de aanvraag een afwijking vereist met toepassing van artikel 51 van de genoemde wet.
Dat attest wordt binnen dertig dagen na de aanvraag afgegeven wanneer het advies van de gemachtigde ambtenaar niet vereist is en binnen vijfenzeventig dagen wanneer het advies vereist is.
Een afschrift van het attest wordt op de dag waarop het aan de aanvrager wordt afgegeven, aan de gemachtigde ambtenaar toegestuurd.
Art.7. < NOTA : Voor het Brussels Gewest wort artikel 7 opgeheven. (BESL 1992-07-06/34, art. 33, 004; Inwerkingtreding : 14-07-1992)> De gemachtigde ambtenaar is gehouden een stedebouwkundig attest nr. 2 af te geven aan de publiekrechtelijke rechtspersonen bedoeld in artikel 48 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw en aan de personen die de in dat artikel bedoelde installaties en leidingen van openbaar nut aanleggen.
Dat attest behoort te worden aangevraagd aan de hand van formulier II C en wordt afgegeven aan de hand van formulier II D waarvan de modellen bij dit besluit zijn gevoegd.
Het wordt binnen vijfenzeventig dagen na de indiening van de aanvraag afgegeven.
De gemachtigde ambtenaar verzoekt voorafgaandelijk om het advies van het college van burgemeester en schepenen.
Dit college brengt binnen dertig dagen advies uit. Na het verstrijken van deze termijn wordt het advies geacht gunstig te zijn.
Een afschrift van het attest wordt op de dag waarop het aan de aanvrager wordt afgegeven aan het college van burgemeester en schepenen toegestuurd.
Art.8. Het koninklijk besluit van 22 oktober 1971 tot uitvoering van artikel 63 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw wordt, voor wat het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreft, opgeheven.
Art.9. Onze Minister van het Brusselse Gewest en Onze Staatssecretaris voor het Brusselse Gewest zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Bijlage.
Art. N. Staat van inlichtingen voor de aanpalende eigenaars. <Niet opgenomen om technische redenen; zie B.St. 03-05-1989, p. 7493-75017. Gewijzigd door BESL 1992-07-03/33, art. 5; Inwerkingtreding : 09-07-1992>