Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 JUNI 1989. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de sectoriële voorwaarden voor de lozing, in de gewone oppervlaktewateren, van afvalwater, afkomstig van de sector van de natriumcarbonaatproduktie.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De in dit besluit vastgestelde sectoriële voorwaarden zijn van toepassing op de lozing van afvalwater afkomstig van industrieën die soda (natriumcarbonaat) produceren als eindprodukt alsook calcium- en natriumchloride als bijprodukten.

Art.2. Aan de algemene voorwaarden voor het lozen van afvalwater in de gewone oppervlaktewateren vastgesteld in het koninklijk besluit van 3 augustus 1976 houdende algemeen reglement voor het lozen van afvalwater in de gewone oppervlaktewateren, in de openbare riolen en in de kunstmatige afvoerwegen voor regenwater, hierna " het algemeen reglement " genoemd, worden volgende aanvullende voorwaarden toegevoegd :
  1° het gehalte aan ammoniakale stikstof (N-NH4) in het geloosde water mag 50 milligram per liter niet overschrijden voor het proceswater en 30 milligram per liter voor het hulpafvalwater;
  2° het chloridegehalte (Cl-) van het geloosde water mag 15 gram per liter niet overschrijden.

Art.3. In afwijking van de voorwaarden vastgesteld in artikel 7, 5°, a) en b) van het algemeen reglement :
  1° mag het gehalte aan bezinkbare stoffen (tijdens een statische bezinking van twee uur) van het geloosde water, 2 milliliter per liter niet overschrijden;
  2° mag het gehalte aan zwevende stoffen in het geloosde water, 200 milligram per liter niet overschrijden.

Art.4. De lozingsvoorwaarden zijn vastgesteld op basis van het specifiek referentievolume van het effluent van 110 m3 per ton gefabriceerde soda. Wat het gehalte aan ammoniakale stikstof betreft wordt dit referentievolume evenwel vastgesteld respectievelijk op :
  - 8 m3 per ton gefabriceerde soda voor het proceswater;
  - 102 m3 per ton gefabriceerde soda voor het hulpafvalwater.

Art.5. Binnen drie jaar dienen de betrokken ondernemingen aan de Staatssecretaris voor Leefmilieu de informatie te verstrekken betreffende een vermindering van de verontreiniging voor wat betreft de ammoniakale stikstof, de bezinkbare stoffen en de zwevende stoffen, om hem toe te laten de in dit besluit vastgestelde lozingsvoorwaarden aan te passen.

Art. 6. Onze Eerste Minister en Onze Staatssecretaris voor Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.