13 JANUARI 1989. - Koninklijk besluit tot vaststelling op 1 juli 1988 en op 1 januari 1990 van de weddeschalen verbonden aan de ambten van het administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel der rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs. (NOTA : Voor de Vlaamse Gemeenschap worden de woorden "en op 1 januari 1990" geschrapt bij BVR 1991-12-04/39, art. 5; Inwerkingtreding : 01-01-1990) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-02-1989 en tekstbijwerking tot 28-02-1992)
Art. 1-7
Artikel 1. <Nota 1 : Opgeheven voor de Franse Gemeenschap bij BFG 29-08-1990. Zie B.St. 07-11-1990, p. 21117>
<Nota 2 : Opgeheven voor de Duitstalige Gemeenschap bij BDG 06-03-1991. Zie B.St. 11-04-1991, p. 7530>
<Nota 3 : Impliciet opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap bij BVR 04-12-1991. Zie B.St. 28-02-1992, p. 4254>
Art.2. De in aanmerking komende diensten gepresteerd vóór de datum van benoeming tot eerste rekenplichtig correspondent, eerste opsteller, eerste secretaris-rekenplichtige, assistent-bibliothecaris en beheerder-secretaris worden volledig in aanmerking genomen.
Art.3. (Opgeheven) <BFG 29-08-1990, BDG 06-03-1991, BVR 04-12-1991>
Art.4. <Nota 1 : Opgeheven voor de Franse Gemeenschap bij BFG 29-08-1990. Zie B.St. 07-11-1990, p. 21117>
<Nota 2 : Opgeheven voor de Duitstalige Gemeenschap bij BDG 06-03-1991. Zie B.St. 11-04-1991, p. 7530>
<Nota 3 : Impliciet opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap bij BVR 04-12-1991. Zie B.St. 28-02-1992, p. 4254>
Art.5. De in aanmerking komende diensten gepresteerd vóór de datum van benoeming tot eerste amanuensis-ploegbaas worden volledig in aanmerking genomen.
Art.6. a) Voor iedere maand begrepen tussen 1 juli 1988 en 31 december 1989 bekomt het personeelslid bedoeld in artikel 3, wiens jaarwedde op 30 juni 1988 gekoppeld aan de spilindex 114,20 gelijk is aan of hoger is dan 322 380 frank, een maandelijkse weddebijslag die voor een ambt met volledige prestaties berekend wordt als volgt :
van 1 juli 1988 af : 1824 - 2 x het verschil van het bedrag van de solidariteitsbijdrage dat op zijn maandwedde zou ingehouden worden indien het percentage van december 1987 zou toegepast worden en het bedrag van de op zijn maandwedde in te houden solidariteitsbijdrage;
van 1 januari 1989 af : 1824 - het bedrag van de solidariteitsbijdrage dat op zijn maandwedde zou ingehouden worden, indien het percentage van december 1987 zou toegepast worden.
b) Indien het betrokken personeelslid belast is met een ambt met onvolledige prestaties wordt de weddebijslag berekend naar rato van deze prestaties.
c) Voor de personeelsleden die niet onderworpen zijn aan de solidariteitsbijdrage, alsmede voor de personeelsleden die niet meer aan de solidariteitsbijdrage zullen onderworpen zijn in 1989, wordt de weddebijslag berekend alsof zij onderworpen waren of onderworpen gebleven waren aan de solidariteitsbijdrage.
Op de weddebijslag, gekoppeld aan de spilindex 132,65, worden de sociale bijdragen ingehouden, met uitzondering van de solidariteitsbijdrage.
Art. 7. Onze Ministers van Onderwijs en Onze Staatssecretaris voor Onderwijs zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.