7 JANUARI 1989. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen en tot uitvoering van artikel 132 van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen.
Art. 1-5
Artikel 1. <wijzigingsbepaling van art. 56bis van het KB 1967-12-22/02>
Art.2. § 1. De aanpassing beoogd bij artikel 132 van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, gewijzigd bij de wet van 7 november 1987 en bij de programmawet van 30 december 1988, gebeurt, onder de voorwaarden bepaald door artikel 131 van dezelfde wet, door het bedrag van het op 1 december 1988 toekenbaar pensioen, voor de verminderingen toegepast krachtens de bepalingen vervat in de artikelen 3 §§ 1 en 2, 18, 20 en 31, 1° en 2°, van het koninklijk besluit nr 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, te vermenigvuldigen met :
- 1,06134 als de gerechtigde de voorwaarden vervult die beoogd zijn bij artikel 9, § 1, 1°, van het voormeld koninklijk besluit nr 72 van 10 november 1967;
- 1,04640 in de andere gevallen.
Deze aanpassing mag nochtans niet tot gevolg hebben een pensioen uit te keren dat meer bedraagt dan het minimum waarin in de §§ 1 tot 4 van het voormeld artikel 131 is voorzien.
§ 2. (opgeheven vanaf 01-01-1990) <KB 1990-01-02/36, art. 3, 002>
Art.3. De bepalingen van artikel 56bis, § 2, van het voornoemd koninklijk besluit van 22 december 1967 zijn toepasselijk op de uitkomst van de in artikel 2 beoogde bewerkingen.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 1989.
Art. 5. Onze Minister van Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Pensioenen zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.