Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

11 SEPTEMBER 1989. - KONINKLIJK BESLUIT betreffende de pachtprijzencommissies . (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewesr bij BWG2016-11-24/08, art. 5; Inwerkingtreding : 16-12-2016)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-12-1989 en tekstbijwerking tot 06-12-2016)



Inhoudstafel:


Art. 1
Art. 1 Vlaams Gewest
Art. 2
Art. 2 Vlaams Gewest
Art. 3
Art. 3 Vlaams Gewest
Art. 4
Art. 4 Vlaams Gewest
Art. 5-7
Art. 7 Vlaams Gewest
Art. 8
Art. 8 Vlaams Gewest
Art. 9
Art. 9 Vlaams Gewest
Art. 10
Art. 10 Vlaams Gewest
Art. 11
Art. 11 Vlaams Gewest
Art. 12
Art. 12 Vlaams Gewest
Art. 13
Art. 13 Vlaams Gewest
Art. 14-17



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1970031301 



Uitvoeringsbesluit(en):

1995016239  1998016023  2015202082  2016027319  2016036020 



Artikels:

Artikel 1. <KB 1995-10-24/31, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 14-11-1995> In elke provincie en in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad wordt een pachtprijzencommissie ingesteld.
  De pachtprijzencommissies stellen, voor elke landbouwstreek van hun provincie en van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad de coëfficiënten vast voor de berekening van de maximaal toegelaten pachtprijzen van de gronden en van de gebouwen.

Art. 1_VLAAMS_GEWEST.    [1 In het Vlaamse Gewest wordt een pachtprijzencommissie ingesteld die per provincie en per landbouwstreek de coëfficiënten, vermeld in artikel 2 en 3 van de wet van 4 november 1969 tot beperking van de pachtprijzen, vaststelt voor de berekening van de maximaal toegelaten pachtprijzen van de gronden en van de gebouwen.]1
  ----------
  (1)<BVR 2016-06-03/10, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 11-07-2016>


Art.2. (De voorzitter wordt door Ons benoemd uit de ambtenaren van ten minste rang 13 van het Ministerie van Landbouw.) <KB 1992-09-29/33, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 14-09-1992>
  De plaatsvervangend voorzitter wordt op dezelfde wijze benoemd.
  De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter moeten ofwel doen blijken van de voldoende kennis van de andere landstaal dan deze van hun diploma, op de wijze bepaald bij het koninklijk besluit van 30 november 1966 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, samengevat op 18 juli 1966 ofwel ingeschreven zijn op een taalrol die overeenstemt met het taalgebied van de hoofdplaats van de betrokken provincie.

Art. 2_VLAAMS_GEWEST.
[1 De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, hierna de minister te noemen, benoemt uit de personeelsleden van het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter.]1
  ----------
  (1)<BVR 2016-06-03/10, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 11-07-2016>

Art.3. § 1. De drie leden-pachters worden door Ons benoemd uit een lijst van zes door de Provinciale Landbouwkamer van de betrokken provincie voorgedragen kandidaten.
  De drie plaatsvervangende leden-pachters worden op dezelfde wijze benoemd.
  ((In het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad worden de drie leden-pachters door Ons benoemd uit een lijst van zes kandidaten waarvan drie kandidaten worden voorgedragen door de provinciale landbouwkamer van Vlaams-Brabant en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en drie door de provinciale landbouwkamer van Waals-Brabant en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. De drie plaatsvervangende leden-pachters worden op dezelfde wijze benoemd.) <KB 1998-01-20/52, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 20-03-1998>
  Ten laatste zes maanden voor het verstrijken van de mandaten van de leden en van hun plaatsvervangers deelt elke Provinciale Landbouwkamer aan de Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft de kandidatenlijsten mede, waarop, per kandidaat, voorkomen : zijn naam, voornamen en adres, de zetel van zijn bedrijf, evenals de oppervlakte van de in de provincie of in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad gelegen gronden en gebouwen welke hij pacht, verpacht of als eigenaar gebruikt.) <KB 1995-10-24/31, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 14-11-1995>
  Wanneer deze lijsten niet binnen de gestelde tijd aan de Minister van Landbouw zijn medegedeeld, worden de benoemingen zonder voordracht van kandidaten gedaan.
  § 2. De drie leden-grondeigenaars worden door Ons benoemd uit een lijst van zes door de Koninklijke Federatie van Belgische Notarissen voorgedragen kandidaten.
  De drie plaatsvervangende leden-grondeigenaars worden op dezelfde wijze benoemd.
  (Ten laatste zes maanden voor het verstrijken van de mandaten van de leden en van hun plaatsvervangers deelt de voorzitter van de Federatie aan de Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft de kandidatenlijsten mede waarop per kandidaat voorkomen : zijn naam, voornamen en adres, de zetel van het of de landbouwbedrijven waarvan al of een deel van de gronden en gebouwen die ervan afhangen zijn eigendom zijn; evenals de oppervlakte van de in de provincie of in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad gelegen gronden en gebouwen welke hij onderscheidenlijk pacht, verpacht of als eigenaar gebruikt.) <KB 1995-10-24/31, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 14-11-1995>
  Wanneer deze lijsten niet binnen de gestelde tijd aan de Minister van Landbouw zijn medegedeeld, worden de benoemingen zonder voordracht van kandidaten gedaan.
  § 3. (De kandidatenlijsten bedoeld in de §§ 1 en 2 worden derwijze samengesteld dat de belangrijkste landbouwstreken vertegenwoordigd zijn.) <KB 1995-10-24/31, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 14-11-1995>
  § 4. De leden en plaatsvervangende leden worden benoemd voor drie jaar. Zij kunnen opnieuw worden voorgesteld. Bij langdurige ziekte, overlijden of ontslag van een lid voleindigt zijn plaatsvervanger zijn mandaat, en wordt een nieuwe plaatsvervanger benoemd onder de kandidaten bedoeld in §§ 1 en 2, die niet werden benoemd.

Art. 3_VLAAMS_GEWEST.    § 1. [1 De minister benoemt vijf leden-pachters uit een lijst van tien door de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij voorgedragen kandidaten.   De minister benoemt vijf plaatsvervangende leden-pachters uit de lijst, vermeld in het eerste lid.   Bij gebreke aan de voordracht, vermeld in het eerste lid, binnen de door de minister bepaalde termijn, benoemt de minister de leden-pachters en plaatsvervangende leden-pachters, zonder deze voordracht.]1  § 2. [1 De minister benoemt vijf leden-grondeigenaars uit een lijst van tien gezamenlijk door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat en Landelijk Vlaanderen vzw voorgedragen kandidaten.   De minister benoemt vijf plaatsvervangende leden-grondeigenaars uit de lijst, vermeld in het eerste lid.   Bij gebreke aan de voordracht, vermeld in het eerste lid, binnen de door de minister bepaalde termijn, benoemt de minister de leden-grondeigenaars en plaatsvervangende leden-grondeigenaars, zonder deze voordracht.]1  § 3. [1 ...]1  § 4. De leden en plaatsvervangende leden worden benoemd voor drie jaar. Zij kunnen opnieuw worden voorgesteld. Bij langdurige ziekte, overlijden of ontslag van een lid voleindigt zijn plaatsvervanger zijn mandaat [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BVR 2016-06-03/10, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 11-07-2016>


Art.4. Elke pachtprijzencommissie wordt bijgestaan door een secretaris die door de Minister van Landbouw onder de rijkslandbouwkundig ingenieurs van het Ministerie van Landbouw wordt aangewezen. De plaatsvervangend secretaris wordt op dezelfde wijze aangewezen.
  De secretaris heeft geen medebeslissende stem.

Art. 4_VLAAMS_GEWEST.    [1 Een personeelslid van het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij neemt het secretariaat waar.]1
  ----------
  (1)<BVR 2016-06-03/10, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 11-07-2016>


Art.5. De pachtprijzencommissie vergadert op dag en uur door de voorzitter vastgesteld. De leden worden door de secretaris opgeroepen.

Art.6. Wanneer een lid verhinderd is aan een vergadering van de Commissie deel te nemen, deelt hij dit onmiddellijk aan de secretaris mede. Deze nodigt zonder verwijl het plaatsvervangend lid uit om aan de vergadering deel te nemen.
  Wanneer een lid niet op de vergadering aanwezig is, kan de secretaris onmiddellijk het plaatsvervangend lid uitnodigen om aan de vergadering deel te nemen.

Art.7. Wanneer een lid of een plaatsvervangend lid, zonder voldoende rechtvaardiging afwezig blijft, wordt het door Ons ontslagen en onmiddellijk vervangen op de enkele voordracht van de Minister van Landbouw.

Art. 7_VLAAMS_GEWEST.    <Opgeheven bij BVR 2016-06-03/10, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 11-07-2016>


Art.8.De commissie kan enkel geldig beraadslagen en beslissen wanneer, behalve de voorzitter ten minste twee leden-pachters en twee leden-grondeigenaars aanwezig zijn.

Art. 8_VLAAMS_GEWEST.   De commissie kan enkel geldig beraadslagen en beslissen wanneer, behalve de voorzitter ten minste [1 drie]1 leden-pachters en [1 drie]1 leden-grondeigenaars aanwezig zijn.
  ----------
  (1)<BVR 2016-06-03/10, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 11-07-2016>

Art.9.De commissie neemt haar beslissingen bij eenvoudige meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

Art. 9_VLAAMS_GEWEST.   De commissie neemt haar beslissingen bij eenvoudige meerderheid van stemmen. [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BVR 2016-06-03/10, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 11-07-2016>

Art.10. <KB 1995-10-24/31, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 14-11-1995> De commissie kan beslissen om een of meer leden van andere commissies uit te nodigen aan de vergadering deel te nemen zonder medebeslissende steun, indien zij vreest dat de coëfficiënten, vastgesteld voor een landbouwstreek, die de grenzen van de provincie of het administratief arrondissement overschrijdt, zeer uiteenlopende pachtprijzen opleveren.

Art. 10_VLAAMS_GEWEST.    <Opgeheven bij BVR 2016-06-03/10, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 11-07-2016>


Art.11. De pachtprijzencommissies stellen de coëfficiënten vast uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de termijn van drie jaar, bedoeld in artikel 2, § 2, eerste lid van de wet tot beperking van de pachtprijzen ingevoegd in de wet van 4 november 1969 tot wijziging van de pachtwetgeving en van de wetgeving betreffende het recht van voorkoop ten gunste van huurders van landeigendommen en van elke daarop volgende termijn van drie jaar.

Art. 11_VLAAMS_GEWEST.    [1 De pachtprijzencommissie stelt de coëfficiënten, vermeld in artikel 2 en 3 van de wet van 4 november 1969 tot beperking van de pachtprijzen, vast voor het einde van 2016 en voor het einde van elke daarop volgende termijn van drie jaar als vermeld in artikel 2, § 2, eerste lid van de wet van 4 november 1969 tot beperking van de pachtprijzen.]1
  ----------
  (1)<BVR 2016-06-03/10, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 11-07-2016>


Art.12. Wanneer de pachtprijzencommissies de in artikelen 2 en 3 van de wet tot beperking van de pachtprijzen bedoelde coëfficiënten hebben vastgesteld, neemt de secretaris die op in notulen die door de aanwezige leden en door hemzelf worden ondertekend.
  De secretaris stuurt onverwijld een uittreksel van de notulen aan de Minister van Landbouw.

Art. 12_VLAAMS_GEWEST.   [1 Als de pachtprijzencommissie de coëfficiënten, vermeld in artikel 2 en 3 van de wet van 4 november 1969 tot beperking van de pachtprijzen, heeft vastgesteld, worden die opgenomen in de notulen die door de voorzitter en de aanwezige leden worden ondertekend.]1
  ----------
  (1)<BVR 2016-06-03/10, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 11-07-2016>


Art.13. De door de commissies genomen beslissingen waarbij maximum coëfficiënten worden vastgesteld worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 13_VLAAMS_GEWEST.    [1 Als de pachtprijzencommissie de coëfficiënten, vermeld in artikel 2 en 3 van de wet van 4 november 1969 tot beperking van de pachtprijzen, heeft vastgesteld, worden die opgenomen in de notulen die door de voorzitter en de aanwezige leden worden ondertekend.]1
  ----------
  (1)<BVR 2016-06-03/10, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 11-07-2016>


Art.14. Het koninklijk besluit van 13 maart 1970 betreffende de provinciale pachtprijzencommissies, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 september 1984, wordt opgeheven.

Art.15. § 1. In afwijking van artikel 3, § 1, derde lid, en § 2, derde lid, worden de eerste kandidatenlijsten binnen dertig dagen na de inwerkingtreding van dit besluit aan de Minister van Landbouw medegedeeld.
  § 2. De commissies stellen de coëfficiënten voor de eerste maal vast vóór 16 december 1989.

Art.16. Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 17. Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris voor Landbouw zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.