31 JULI 1989. - Koninklijk besluit betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdeling " akkerbouwprodukten ", opgericht in de schoot van de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten. - (NOTA 1 : opgeheven wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft bij BESL 1994-03-10/31, art. 1, 2°, 003; Inwerkingtreding : 1994-01-01) (NOTA 2 : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG 1995-12-14/6, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1996) - (NOTA 3 : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap door BVR 2001-01-26/33, art. 9, 005; Inwerkingtreding : 15-03-2001) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-08-1989 en tekstbijwerking tot 18-04-1996)
Art. 1-12
Artikel 1. <Zie notas onder titel> Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° zaaizaden en pootgoed :
- landbouwzaden, dit wil ondermeer zeggen : zaaigranen, hybridemaïszaad, zaden van erwten, bonen en vitsen, grassen, klavers, voedergewassen, voederbieten, suikerbieten, oliehoudende en eiwithoudende gewassen;
- aardappelpootgoed;
- zaailijnzaad;
- tuinbouwzaden.
2° De Dienst : de Nationale Dienst voor afzet van land- en tuinbouwprodukten.
Art.2. <Zie notas onder titel> De verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdeling " Akkerbouwprodukten " worden als volgt vastgesteld voor zaaizaden en pootgoed :
1° Alle vermeerderaars betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage van 1 500 frank per te velde gekeurde hectare aardappelpootgoed vermeerderd in België;
2° Alle in België gevestigde kwekers, mandatarissen en instandhouders van zaaizaden en (of) pootgoed betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage van 25 000 frank;
3° Alle in België gevestigde handelaars-bereiders van zaaizaden betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage van 25 000 frank;
4° Alle in België gevestigde handelaars en handelaars-bereiders van pootgoed betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage van 5 000 frank;
5° Alle in België gevestigde loontrieerders van zaaizaden betalen een verplichte bijdrage van 25 000 frank.
De verplichte jaarlijkse bijdragen vermeld onder 2°, 3° en 4° zijn cumultatief tot maximum 50 000 frank.
Dit maximum bedraagt 75 000 frank indien de bijdrageplichtige behalve in de kategorieën sub 2°, 3° en 4°, eveneens als loontrieerder in België gevestigd is.
Art.3. <Zie notas onder titel> De verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdeling " Akkerbouwprodukten " worden als volgt vastgesteld voor hop :
Een verplichte jaarlijkse bijdrage van 1 050 frank is verschuldigd per in België geteelde hectare hop.
Deze bijdrage wordt door de Dienst geïnd als volgt :
1° 500 frank via de beroepsverenigingen van hopplanters;
2° 500 frank via de beroepsverenigingen van brouwerijen;
3° 50 frank via de beroepsverenigingen van hophandelaars.
Art.4. <Zie notas onder titel> <KB 1991-01-02/50, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 03-02-1991> De verplichte bijdragen voorzien in artikel 2 en 3 gelden tot en met 31 december 1991.
Art.5. <Zie notas onder titel> De verplichte bijdragen zijn van toepassing op de natuurlijke of rechtspersonen die uit hun activiteiten inkomsten verwerven in de zin van de artikelen 20, 1°, en 96 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Art.6. <Zie notas onder titel> De Dienst wordt belast met de inning van de bij dit besluit bedoelde verplichte bijdragen.
Art.7. <Zie notas onder titel> Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 27 december 1938 betreffende de oprichting van een Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 september 1955 en bij de wet van 11 april 1983.
De ambtenaren door de Minister van Landbouw aangewezen mogen alle lokalen, behalve deze die tot woning dienen, betreden in de uitoefening van hun opdracht onder meer om de aangiften te controleren.
Zij kunnen zich alle inlichtingen en bescheiden doen verstrekken die zij tot het volbrengen van hun opdracht nodig achten. Zij kunnen ondermeer proces-verbaal opstellen indien zij vaststellen dat de aangiften niet tijdig werden gedaan of onjuiste of onvolledige gegevens bevatten.
Art.8. <Zie notas onder titel> Het bedrag van de bijdrage wordt ter kennis gebracht van de bijdrageplichtige met de aanmaning binnen de dertig dagen volgend op de kennisgevingaanmaning tot betaling over te gaan.
Art.9. <Zie notas onder titel> De hiernagenoemde openbare besturen en private organismen verstrekken de Dienst op eenvoudige aanvraag al de nodige inlichtingen en gegevens die deze nodig heeft voor de toepassing van dit besluit :
De diensten van het Ministerie van Landbouw;
De diensten van het Ministerie van Economische Zaken;
De diensten van het Ministerie van Financiën;
De diensten van het Ministerie van Middenstand;
De beroepsverenigingen vermeld in artikel 3.
Art.10. <Zie notas onder titel> Het koninklijk besluit van 15 mei 1986 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdeling " Akkerbouwprodukten " opgericht in de schoot van de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten, gewijzigd door het koninklijk besluit van 14 juli 1987 wordt opgeheven.
Art.11. <Zie notas onder titel> Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1989, behalve het artikel 7 dat in werking treedt de tiende dag na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art. 12. <Zie notas onder titel> Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.