14 FEBRUARI 1989. - Ministerieel besluit waarbij voor sommige personen die in de diamantnijverheid tewerkgesteld zijn een andere indeling van de arbeidsuren kan toegestaan worden.
Art. 1-8
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de personen die in een werkplaats diamant bewerken en op hun werkgever indien zij door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn.
Art.2. In afwijking op artikel 1 van de wet van 16 mei 1938 tot regeling van de arbeidsduur in de diamantnijverheid mogen de arbeidsuren ingedeeld worden als volgt :
- 6 uur tot 9 u. 45 m.
- 10 u. 15 m. tot 14 uur
of
- 14 uur tot 17 u. 45 m.
- 18 u. 15 m. tot 22 uur.
Op vrijdag begint de eerste ploeg om 7 uur en eindigt de tweede ploeg om 21 uur.
Art.3. Het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel richt onder zijn leden een toezichtscommissie op.
Art.4. Zonder toestemming van de toezichtscommissie kan geen gebruik worden gemaakt van de bij artikel 2 bedoelde indeling.
Art.5. De toestemming wordt slechts verleend door de toezichtscommissie en zij blijft geldig indien :
- de afwijking gerechtvaardigd is door het gebruik van nieuwe technologieën;
- het gebruik van de afwijking een gunstige weerslag heeft op de werkgelegenheid;
- de afwijking van toepassing is op het geheel van een werkplaats of van een technische bedrijfseenheid in de zin van artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 november 1983 houdende vaststelling van de regels voor het bijhouden van een aanwezigheidsregister in de diamantnijverheid;
- de werknemers, op wie de afwijking van toepassing is, in het register, opgelegd door voornoemd koninklijk besluit van 30 november 1983, afgescheiden van de andere werknemers die in de werkplaats werken, zijn opgenomen.
Art.6. Het verzoek tot toelating moet bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel worden gericht.
De toezichtscommissie moet binnen twee maanden volgend op de dag van de verzending van de aangetekende brief een gemotiveerde beslissing nemen betreffende het verzoek tot toelating.
Art.7. § 1. De personen die het verzoek tot toelating heeft ingediend of de werknemers op wie dit verzoek betrekking heeft, kunnen bij de Minister van Tewerkstelling en Arbeid een beroep instellen :
- tegen de beslissing van de toezichtscommissie;
- tegen de afwezigheid van een beslissing van de toezichtscommissie binnen de bij artikel 6 bedoelde termijn van twee maanden.
§ 2. De Minister kan bij besluit de beslissing van de toezichtscommissie hervormen of een beslissing nemen zo de commissie geen beslissing heeft genomen binnen de bij artikel 6 bedoelde termijn.
Art. 8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1989.