Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 JANUARI 1989. - Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij kandidaat werkende of plaatsvervangende rechters in sociale en in handelszaken in de gelegenheid gesteld worden te voldoen aan het voorschrift van de wet van 15 mei 1987 tot weigering van artikel 206 van het Gerechtelijk Wetboek. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1985 en tekstbijwerking tot 30-08-2000).



Inhoudstafel:


Art. 1-15
Bijlage.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2000003479 



Artikels:

Artikel 1. De leden van de examencommissie belast met het afnemen van het mondeling en schriftelijk examen over de kennis van het Duits of het Frans bedoeld in artikel 206 van het Gerechtelijk Wetboek, alsmede de plaatsvervangers die moeten voldoen aan de voorwaarden gesteld voor de werkende leden die zij dienen te vervangen, worden door Ons benoemd. De Minister van Justitie wijst uit de leden van de examencommissie een secretaris en een plaatsvervangend secretaris aan.

Art.2. De voorzitter waakt over de regelmatigheid van de verrichtingen en handhaaft de orde op de vergaderingen. De secretaris maakt de notulen op, deze worden in een daartoe bestemd register ingeschreven. Hij houdt ook de geschriften bij.

Art.3. Er is jaarlijks één examenzitting : deze zitting neemt een aanvang de eerste dinsdag van de maand november.
  In geval van noodzaak kunnen buitengewone zittingen worden gehouden.

Art.4. De examencommissie houdt zitting in de plaats en in het lokaal aangewezen door de Minister van Justitie en op de door hem vast te stellen uren.
  Zij vergadert elke dag, uitgezonderd op zondag en wettelijke feestdagen.
  De aanwezigheid van de vijf examinatoren is voor de beraadslaging vereist.

Art.5. De vragen tot inschrijving worden bij ter post aangetekende brief aan de Minister van Justitie gezonden; zij vermelden de taal waarover de kandidaat wenst te worden ondervraagd.
  In een bericht dat ten minste een maand voor de opening van iedere zitting in het Belgisch Staatsblad wordt opgenomen, wordt de termijn voor het nemen van de inschrijvingen opgegeven.
  De lijst wordt door de Minister van Justitie toegezonden aan de voorzitter van de examencommissie die, bijgestaan door de secretaris, onverwijld overgaat tot de loting om de volgorde vast te stellen waarin de kandidaten zullen worden ondervraagd.
  De Minister deelt hun bij aangetekende brief mede op welke dag zij zich moeten aanmelden.
  Tussen de dag waarop de aangetekende brief wordt toegestuurd en de dag waarop de examens plaats hebben, moet ten minste een periode van acht dagen verlopen.

Art.6. De examenkosten zijn op (5 EUR) vastgesteld; zij worden bij de inschrijving voldaan. <KB 2000-07-20/56, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>

Art.7. Het mondeling examen geschiedt in het openbaar; het gaat het schriftelijk examen vooraf en bestaat in :
  1° het luidop lezen van één of meer wetteksten, gesteld in de taal waarover het examen loopt. Die teksten hebben betrekking op het handelsrecht en het sociaal recht;
  2° een onderhoud over een onderwerp uit het dagelijks leven.
  De examinandi worden beurtelings, naar de volgorde welke bij de loting werd vastgesteld, in de openbare vergadering opgeroepen.
  Het mondeling examen duurt ten hoogste een half uur.
  Wanneer al de examinandi ondervraagd zijn en zich verwijderd hebben, beraadslaagt de examencommissie op staande voet en beslist of zij tot het schriftelijk examen kunnen toegelaten worden. De uitslag van de beraadslagingen wordt in de processen-verbaal vermeld en onmiddellijk in openbare zitting afgekondigd.
  Is het aantal examinandi te groot om in een enkele vergadering voor allen de voormelde verrichtingen te kunnen ten einde brengen, dan verdeelt de examencommissie de lijst in twee of meer reeksen, naar de volgorde van de uitloting. De examencommissie beraadslaagt op staande voet en met gesloten deuren over het examen der examinandi van iedere reeks.

Art.8. De tot het schriftelijk examen toegelaten examinandi nemen plaats in de zaal naar de volgorde bij de loting vastgesteld.
  Het schriftelijk examen bestaat in het opstellen, in de taal waarover het examen loopt, van een commentaar op een in de andere taal gesteld vonnis of arrest.
  Het schriftelijk examen heeft plaats onder toezicht van de examencommissie en duurt twee uur.
  De examinandi mogen geen onderling contact hebben; zij mogen zich van juridische boeken, van woordenboeken en van wetboeken bedienen.
  Na iedere examenreeks beraadslaagt de examencommissie met gesloten deuren over de uiteindelijke toelating van de kandidaat.
  Het resultaat van de beraadslaging wordt vermeld in het proces-verbaal. Daarin wordt verklaard dat de voorschriften van de wet en van dit koninklijk besluit zijn nageleefd. Het is ondertekend door de voorzitter en door alle leden van de examencommissie die het examen hebben afgenomen. Het wordt onmiddellijk voorgelezen in openbare zitting.

Art.9. De examencommissie kan slechts toelating of uitstel uitspreken. Geen andere graad van verdienste mag aan de toelating worden toegevoegd, noch in de processen-verbaal, noch in de door de examencommissie afgegeven getuigschriften.

Art.10. De kandidaat die zich zonder wettige reden op de gestelde dag niet heeft aangemeld of die zich, aanwezig zijnde, zonder wettige reden heeft verwijderd, wordt met de uitgestelde kandidaten gelijkgesteld. De examencommissie oordeelt over de aangevoerde redenen.
  Worden zij geldig bevonden, dan wordt aan de kandidaat toelating verleend om zich bij het einde van de zittijd aan te melden.
  De geneeskundige verklaringen moeten door de gemeentebesturen gelegaliseerd zijn.

Art.11. Op straffe van nietigheid mag niemand fungeren als lid van de examencommissie bij een examen waaraan zijn echtgenoot, een bloedverwant of een aanverwant tot en met de vierde graad deelneemt.

Art.12. De door de examencommissie afgegeven getuigschriften zijn opgesteld en gedrukt overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd model.
  Zij worden ondertekend door de voorzitter en door al de leden der examencommissie die het examen hebben bijgewoond.
  Na bekleed te zijn met het zegel van het Ministerie van Justitie en de legalisatie van de handtekening door een gemachtigde ambtenaar van dat departement, worden zij aan de examinandi afgegeven.

Art.13. Het register der processen-verbaal wordt op het einde van iedere zittijd afgesloten en aan de Minister van Justitie bezorgd.

Art.14. Het bedrag van de zittingsvergoedingen toe te kennen aan de voorzitter en aan de leden van de examencommissie is per gepresteerd uur (examenzitting, vergadering van de examencommissie, voorbereidende werkzaamheden of verbetering) bepaald als volgt :
  Voorzitter : 250 frank;
  Leden : 225 frank.
  De leden die verblijven buiten de agglomeratie waar de examencommissie zitting houdt, ontvangen een reiskostenvergoeding gelijk aan de prijs van een treinkaartje in eerse klasse.
  Zij ontvangen eveneens een vergoeding voor verblijfkosten, toegekend aan het tarief bepaald voor het Rijkspersoneel.
  De leden van de examencommissie hebben recht op de vergoeding bepaald voor de categorie van de rangen 10 tot 14 tenzij zij in aanmerking komen voor de vergoedingen bepaald voor de categorie van de rangen 15 tot 17.
  Wanneer de examens plaatsvinden op een zaterdag, wordt de woonplaats geacht de zetel te zijn van de administratieve standplaats.

Art.15. Onze Minister van Jusitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Bijlage.
Art. N. <Nota : Geen Nederlandstalige bijlage; zie Franse versie voor het getuigschrift>