Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

26 SEPTEMBER 1988. - Koninklijk besluit tot regeling van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen door sommige instellingen van openbaar nut die onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid ressorteren.



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De leidend ambtenaar alsmede de ambtenaren en beambten van de diensten door hem aangewezen om reden van hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden, van elk van de in het tweede lid opgesomde instellingen van openbaar nut, worden gemachtigd gebruik te maken van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen, binnen de perken, onder de voorwaarden en voor de doeleinden gesteld bij de artikelen 2 tot 6.
  De instellingen beoogd in het eerste lid zijn :
  1° de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;
  2° het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers;
  3° de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen.

Art.2. De in artikel 1 aangewezen instellingen zijn, uitsluitend voor het vervullen van de taken die, binnen de perken van de wetgevingen met de toepassing waarvan zij belast zijn, tot hun respectieve bevoegdheden behoren, alsmede voor het vervullen van de taken die hun zijn opgelegd door of krachtens een wets- of reglementsbepaling, gemachtigd in hun bestanden en repertoria het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken, alleen als identificatiemiddel.

Art.3. Behalve het gebruik geregeld door artikel 2, mag het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen worden gebruikt, alleen als identificatiemiddel, in de interne en externe betrekkingen welke nodig zijn uitsluitend voor het vervullen van de taken bepaald in artikel 2, alsmede van de taken die behoren tot de respectieve bevoegdheden van de in het tweede lid, 2°, bedoelde overheden en instellingen.
  Onder " externe betrekkingen " dienen te worden verstaan, onverminderd de toepassing van de internationale overeenkomsten inzake sociale zekerheid, de betrekkingen die aan de in artikel 1 bedoelde instellingen zijn opgelegd door of krachtens een wets- of reglementsbepaling :
  1° met de houder van dat nummer of diens wettelijke vertegenwoordigers;
  2° met de openbare overheden of de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen of gemachtigd krachtens artikel 8 van dezelfde wet;
  3° met de natuurlijke personen of rechtspersonen en de feitelijke verenigingen die ertoe gehouden zijn informatie te ontvangen of te verstrekken omtrent de houder van dat identificatienummer, in het kader van de verplichtingen welke hun zijn opgelegd door of krachtens een wets- of reglementsbepaling, alsmede met elke instelling van Belgisch recht die een opdracht van algemeen belang vervult en erkend is voor het uitvoeren van voormelde verplichtingen, of die, voor het uitvoeren van de werken die haar in het raam van die verplichtingen worden toevertrouwd, nominatief is aangewezen door de Koning om mededeling te bekomen van de nodige gegevens.
  De in het tweede lid, 3°, vermelde personen, instellingen en verenigingen mogen slechts over dat nummer beschikken gedurende de tijd nodig voor de uitvoering van de bedoelde verplichtingen en werken, en enkel tot dat doel.

Art.4. Wanneer een instelling bedoeld in artikel 1, een openbare overheid of een instelling bedoeld in artikel 3, tweede lid, 2°, aan een derde de uitvoering toevertrouwt van werken die nodig zijn uitsluitend voor het vervullen van de taken bepaald in artikel 3, eerste lid, onverminderd de toepassing van artikel 3, tweede lid, en van de internationale overeenkomsten inzake sociale zekerheid, is de instelling bedoeld in artikel 1, de openbare overheid of de instelling bedoeld in artikel 3, tweede lid, 2°, gemachtigd, uitsluitend voor de uitvoering van die werken, om het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken, alleen als identificatiemiddel.
  Onder " derde " dient te worden verstaan :
  1° een andere instelling bedoeld in artikel 1;
  2° een openbare overheid of een instelling bedoeld in artikel 3, tweede lid, 2°;
  3° de Belgische Maatschappij voor mechanografie ter toepassing van de sociale wetten, v.z.w., uitsluitend voor het uitvoeren van werken die haar worden toevertrouwd door een instelling aangewezen in artikel 1 of door een openbare overheid of een instelling bedoeld in 2°;
  4° elke instelling van Belgisch recht die een opdracht vervult van algemeen belang, en die door de Koning nominatief is aangewezen om mededeling te bekomen van de nodige gegevens, uitsluitend voor de uitvoering van die werken.
  De in het tweede lid, 3° en 4°, bedoelde derden mogen over dat nummer slechts beschikken gedurende de tijd nodig voor de uitvoering van die werken en enkel tot dat doel.

Art.5. § 1. Het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen door de natuurlijke persoon op wie het betrekking heeft of door wiens wettelijke vertegenwoordigers is toegelaten in de betrekkingen met een instelling beoogd in artikel 1 of met de natuurlijke personen of rechtspersonen en de feitelijke verenigingen bedoeld in artikel 3, tweede lid, 3°.
  § 2. De vermelding van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen is verplicht :
  1° in hoofde van de natuurlijke personen of rechtspersonen en de feitelijke verenigingen in de betrekkingen met een instelling beoogd in artikel 1 die hun worden opgelegd door of krachtens een wets- of reglementsbepaling of in hun betrekkingen met een instelling beoogd in artikel 1 die gericht zijn op het vervullen van de taken bedoeld in artikel 3, eerste lid, voorzover deze vermelding geschiedt ingevolge een mededeling die zelf dat identificatienummer vermeldt en die uitgaat van een instelling beoogd in artikel 1, of van een openbare overheid of een instelling aangewezen krachtens artikel 8 van de voormelde wet van 8 augustus 1983;
  2° wanneer deze vermelding geschiedt ingevolge een mededeling die dat nummer vermeldt en uitgaat van de persoon beoogd in § 1, van een houder van de machtiging beoogd in artikel 1, of van een openbare overheid of een instelling aangewezen krachtens artikel 8 van de voormelde wet van 8 augustus 1983;
  3° indien het een vermelding betreft van het identificatienummer van het Rijksregister op het resultaat van de werken uitgevoerd voor de naleving van de verplichtingen beoogd in artikel 3, tweede lid, 3°;
  4° indien het een vermelding betreft van het identificatienummer van het Rijksregister op het resultaat van de werken uitgevoerd door de derde bedoeld in artikel 4.

Art.6. De instellingen beoogd in artikel 1 zijn ertoe gehouden het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken, alleen als identificatiemiddel, in de interne en externe betrekkingen beoogd in artikel 3.
  De toepassing van het eerste lid moet uiterlijk op 1 januari 1990 verwezenlijkt zijn.

Art. 7. Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.