14 APRIL 1988. - Koninklijk besluit tot regeling van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen, wat de openbare centra voor maatschappelijk welzijn betreft.
Art. 1-4
Artikel 1. De secretarissen en de ontvangers van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met inbegrip van de personen die het ambt van secretaris of dat van ontvanger waarnemen met toepassing van respectievelijk de artikelen 45, § 2 en 115, § 2, tweede lid, van de wet van 8 juli 1976 alsmede de door de hiervoren bedoelde titelvoerende of waarnemende secretarissen of ontvangers wegens hun functies aangewezen ambtenaren en beambten, worden gemachtigd gebruik te maken van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen, binnen de perken, onder de voorwaarden en voor de doeleinden, gesteld bij de artikelen 2 en 3 van dit besluit.
Art.2. De in artikel 1 bedoelde personen zijn gemachtigd om in de bestanden en repertoria van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken en dit alleen als identificatiemiddel en uitsluitend voor het vervullen van de taken die tot hun respectieve bevoegdheden behoren en binnen de perken van de wetgevingen met de toepassing waarvan zij belast zijn.
Art.3. Benevens het gebruik geregeld in artikel 2, mag het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen gebruikt worden, alleen als identificatiemiddel in de interne en externe betrekkingen die nodig zijn uitsluitend voor het vervullen van de taken bepaald in artikel 2 alsmede van de taken die behoren tot de respectieve bevoegdheden van de in het tweede lid, 2°, bedoelde overheden en instellingen.
Onder "externe betrekkingen" dienen te worden verstaan, de betrekkingen die aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zijn opgelegd door of krachtens een wets- of reglementsbepaling :
1° met de houder van dat nummer of diens wettelijke vertegenwoordiger;
2° met de openbare overheden of de instellingen gemachtigd krachtens artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Art. 4. Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Emancipatie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.