3 FEBRUARI 1988. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de sectoriële voorwaarden voor de lozing, in de gewone oppervlaktewateren van afvalwater afkomstig van de sector van de fabricatie van de peroxyden.
Art. 1-6
Artikel 1. De in dit besluit vastgestelde sectoriële voorwaarden gelden voor het lozen van afvalwater afkomstig de fabricatie van de organische en de anorganische peroxyden.
Art.2. Aan de algemene voorwaarden voor het lozen van afvalwater in de gewone oppervlaktewateren, vastgesteld in het koninklijk besluit van 3 augustus 1976 houdende algemeen reglement voor het lozen van afvalwater in de gewone oppervlaktewateren, in de openbare riolen en in de kunstmatige afvoerwegen voor regenwater, hierna "het algemeen reglement" genoemd, worden volgende aanvullende voorwaarden toegevoegd:
1° wat het lozen van afvalwater afkomstig van de fabricatie van de anorganische peroxyden betreft, mag het chemisch zuurstofverbruik (COD) van het geloosde water 500 milligram per liter niet overschrijden;
2° wat het lozen van afvalwater afkomstig van de fabricatie van de organische peroxyden betreft:
a) mag het chemisch zuurstofverbruik (COD) van het geloosde water 1 000 milligram per liter niet overschrijden;
b) mag het gehalte aan fenolen van het geloosde water 1,5 milligram per liter niet overschrijden.
Art.3. § 1. Wat het lozen van afvalwater afkomstig van de fabricatie van de anorganische peroxyden betreft:
1° mag, in afwijking van de voorwaarden, vastgesteld in artikel 7, 2°, van het algemeen reglement, de pH van het geloosde water niet meer dan 10 of niet minder dan 6,5 bedragen;
2° zijn de bij artikel 7, 3°, van het algemeen reglement gestelde beperkingen met betrekking tot het biochemisch zuurstofverbruik (BOD) niet van toepassing.
§ 2. Wat het lozen van afvalwater afkomstig van de fabricatie van de organische peroxyden betreft:
1° mag, in afwijking van artikel 7, 3°, van het algemeen reglement, het biochemisch zuurstofverbruik in vijf dagen en bij 20° C (BOD) van het geloosde water, 100 milligram per liter niet overschrijden;
2° mag, in afwijking van artikel 7, 5°, b), van het algemeen reglement, het gehalte aan zwevende stoffen in het geloosde water, 120 milligram per liter niet overschrijden.
Art.4. De lozingsvoorwaarden zijn vastgesteld op basis van het specifiek referentievolume van het effluent van:
1° 9 m3 per ton gefabriceerd produkt voor de anorganische peroxyden;
2° 50 m3 per ton gefabriceerd produkt voor de organische peroxyden.
Indien voor een welbepaalde onderneming blijkt dat de verandering van produktie het volume van het geloosde water niet gevoelig wijzigt, gelden de bovengemelde specifieke volumes per ton geïnstalleerde capaciteit.
Art.5. Het koninklijk besluit van 22 april 1977 tot vaststelling van de sektoriële voorwaarden voor de lozing van afvalwater afkomstig van de sektoe van de fabricatie van de peroxyden in de openbare riolen en in de gewone oppervlaktewateren, wordt opgeheven.
Art. 6. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.