Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 FEBRUARI 1988. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de sectoriële voorwaarden voor de lozing, in de gewone oppervlaktewateren, van afvalwater, afkomstig van de sector steengroeven, cementbedrijven, zandgroeven en ondernemingen van baggerwerken.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1977042216 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De in dit besluit vastgestelde sectoriële voorwaarden gelden voor het lozen van afvalwater, afkomstig van steengroeven, cementbedrijven, zandgroeven en ondernemingen van baggerwerken die het afvalwater in bezinkingsvijvers behandelen, met uitzondering van de bedrijven die op rivieren werken.

Art.2. In afwijking van de voorwaarden vastgesteld in artikel 7, 5°, a) en b), van het koninklijk besluit van 3 augustus 1976 houdende algemeen reglement voor het lozen van afvalwater in de gewone oppervlaktewateren, in de openbare riolen en in de kunstmatige afvoerwegen voor regenwater, mogen in het geloosde water, het gehalte aan bezinkbare stoffen, tijdens een statische bezinking van twee uren, en het gehalte aan zwevende stoffen respektievelijk de waarden 2 milliliter per liter en 200 milligram per liter niet overschrijden wanneer de windsnelheid, gemeten op 1,50 m hoogte, 28 km/u. overtreft, of wanneer het debiet van het geloosde water groter is dan het maximumdebiet bij droog weer vermeld in de lozingsvergunning.

Art.3. De bedrijven zijn verplicht een windmeter ter beschikking te stellen waarmede de snelheid van de wind kan gemeten worden op 1,50 m hoogte in de nabijheid van de uitlaat van de bezinkingsvijvers.

Art.4. Het koninklijk besluit van 22 april 1977 tot vaststelling van de sektoriële voorwaarden voor de lozing van afvalwater afkomstig van de sektor steengroeven, cementbedrijven, zandgroeven en ondernemingen van baggerwerken (met uitzondering van de werken uitgevoerd op rivieren) in de gewone oppervlaktewateren, wordt opgeheven.

Art. 5. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.