Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

8 JANUARI 1988. - Koninklijk besluit met betrekking tot de afrekeningen die dienen te worden vastgesteld in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 289 van 31 maart 1984 houdende bepaalde tijdelijke maatregelen inzake matiging van de inkomsten der zelfstandigen met het oog op de vermindering van de openbare lasten en het financieel evenwicht van het sociaal statuut van de zelfstandigen.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° " het Rijksinstituut " : het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen;
  2° " de Nationale Kas " : de Nationale Kas voor Beroepskrediet;
  3° " koninklijk besluit nr. 289 " : het koninklijk besluit nr. 289 van 31 maart 1984 houdende bepaalde tijdelijke maatregelen inzake matiging van de inkomsten der zelfstandigen met het oog op de vermindering van de openbare lasten en het financieel evenwicht van het sociaal statuut der zelfstandigen.

Art.2. Ten einde het Rijksinstituut toe te laten over te gaan tot het opmaken, krachtens het koninklijk besluit nr. 289, van de door dit besluit bedoelde afrekeningen, deelt de Nationale Kas aan genoemd Instituut de toestand mee van de individuele rekeningen van de zelfstandigen die voorlopige stortingen hebben verricht in uitvoering van genoemd koninklijk besluit.

Art.3. Zodra het Rijksinstituut in het bezit is van de inlichtingen die noodzakelijk zijn met het oog op de berekening van de bijdrage bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 289, stelt het voor elke betrokken zelfstandige een afrekening op, met betrekking tot, respectievelijk de jaren 1984, 1985 en 1986.
  Deze afrekening wordt aan de persoon in kwestie verzonden.

Art.4. De in artikel 3 bedoelde afrekening dient te vermelden :
  1° de basisbijdrage die is verschuldigd en de manier waarop het bedrag ervan werd vastgesteld;
  2° het bedrag van de voorlopige bijdragen die voor het betrokken jaar werden betaald en die op de individuele rekening bij de Nationale Kas werden ingeschreven;
  3° het bedrag van de nalatigheids- of moratoriuminteresten alsmede hun berekeningswijze;
  4° het saldo dat, naar gelang het geval, het te betalen of terug te storten bedrag uitmaakt.

Art.5. Wanneer de afrekening resulteert in een debetsaldo wordt erop vermeld op welke financiële rekening genoemd saldo dient gestort te worden en onder welke voorwaarden bijkomende nalatigheidsinteresten verschuldigd zijn in geval van niet betaling.

Art.6. Wanneer de afrekening een creditsaldo meebrengt wordt het bedrag ervan terugbetaald door het Rijksinstituut.

Art.7. De affectatie, op de afrekeningen die zijn vastgesteld krachtens dit besluit, van de voorlopige stortingen die werden verricht op de rekeningen bedoeld in artikel 7, § 2 van het koninklijk besluit nr. 289, deblokkeert genoemde rekeningen.
  Het Rijksinstituut deelt aan de Nationale Kas mede welke afrekeningen dergelijke affectatie inhouden.

Art. 8. Onze Minister van Middenstand en Onze Staatssecretaris voor Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.