27 MAART 1987. - Koninklijk besluit houdende uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum tot personen die de Belgische nationaliteit niet bezitten.
Art. 1-4
Artikel 1. Het toepassingsgebied van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum wordt uitgebreid tot de volgende personen:
1° degenen die het voordeel genieten van de toepassing van de Verordening (E.E.G.) nr. 1612/68 van 15 oktober 1968 van de Raad van de Europese Gemeenschappen, betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap;
2° de staatlozen die onder de toepassing vallen van het Verdrag betreffende de status van staatlozen, ondertekend te New-York op 28 september 1954 en goedgekeurd bij de wet van 12 mei 1960;
3° de vluchtelingen in de zin van artikel 49 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Om recht te hebben op het bestaansminimum moeten de hiervoren vermelde personen voldoen aan dezelfde voorwaarden als de Belgen, met inbegrip van de voorwaarde inzake de leeftijd van de meerderjarigheid zoals die overeenkomstig artikel 1, § 1, eerste lid, van de voornoemde wet van 7 augustus 1974 voor de Belgen geldt, tenzij ze zich, onder dezelfde voorwaarden als de Belgen, kunnen beroepen op de bepalingen van artikel 1, § 1, derde lid, van die laatste wet.
Art.2. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 januari 1976 betreffende het bestaansminimum wordt opgeheven.
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Emancipatie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.