18 MAART 1987. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de sectoriële voorwaarden voor de lozing, in de gewone oppervlaktewateren en in de openbare riolen, van cadmiumhoudend afvalwater en tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 november 1985 tot vaststelling van de sectoriële voorwaarden voor de lozing van afvalwater, afkomstig van de sector van de non-ferrometalen in de gewone oppervlaktewateren en in de openbare riolen.
Art. 1-8
Artikel 1. De in dit besluit vastgestelde sectoriële voorwaarden gelden voor het lozen van afvalwater afkomstig van de industriële bedrijven waarin cadmium of cadmium bevattende stoffen worden verwerkt en die behoren tot de in artikel 3, 1° tot 13°, vermelde sectoren.
Art.2. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° "cadmium":
_ het chemisch element cadmium;
_ het cadmium in cadmiumverbindingen;
2° "verwerking van cadmium":
elk industrieel proces dat de produktie of het gebruik van cadmium met zich meebrengt, of elk ander industrieel proces waaraan de aanwezigheid van cadmium, inherent is;
3° "industrieel bedrijf":
een bedrijf waarin cadmium of cadmium bevattende stoffen worden verwerkt;
4° "bestaand bedrijf":
een industrieel bedrijf dat in werking is vóór de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad;
5° "nieuw bedrijf":
_ een industrieel bedrijf dat in werking werd gesteld na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad;
_ een bestaand industrieel bedrijf waarvan de capaciteit voor de verwerking van cadmium met 20 % is uitgebreid na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art.3. Aan de algemene voorwaarden voor het lozen van afvalwater in de gewone oppervlaktewateren, vastgesteld in het koninklijk besluit van 3 augustus 1976 houdende algemeen reglement voor het lozen van afvalwater in de gewone oppervlaktewateren, in de openbare riolen en in de kunstmatige afvoerwegen voor regenwater, hierna "het algemeen reglement" genoemd, worden de volgende aanvullende voorwaarden toegevoegd:
1° voor de winning van zink, de raffinage van lood en zink, en de fabricage van de non-ferro metalen en van metallisch cadmium:
a) het gehalte aan cadmium van het geloosde water mag 0,9 milligram per liter niet overschrijden en het maandgemiddelde van de hoeveelheid cadmium die geloosd wordt mag 0,3 milligram per liter niet overschrijden;
b) voor de nieuwe bedrijven bedragen de bovenvermelde waarden respektievelijk: 0,6 milligram per liter en 0,2 milligram per liter.
Vanaf 1 januari 1989 gelden deze ook voor de bestaande bedrijven;
2° voor de fabricage van cadmiumverbindingen:
a) het gehalte aan cadmium van het geloosde water mag 1,5 milligram per liter niet overschrijden en het maandgemiddelde van de hoeveelheid cadmium die geloosd wordt mag 0,5 gram per kilogram verwerkt cadmium niet overschrijden;
b) voor de nieuwe bedrijven, bedragen de sub a) bovenvermelde voorwaarden respektievelijk: 0,6 milligram per liter en 0,2 gram per kilogram verwerkt cadmium.
Vanaf 1 januari 1989, gelden deze waarden ook voor de bestaande bedrijven;
c) de sub 2°, a) en b) hierboven vermelde sectoriële lozingsvoorwaarden, zijn vastgesteld op basis van het specifiek referentievolume van het effluent van 1 kubieke meter per kilogram verwerkt cadmium;
3° voor de fabricatie van pigmenten:
a) het gehalte aan cadmium van het geloosde water mag 0,6 milligram per liter niet overschrijden en het maandgemiddelde van de hoeveelheid cadmium die geloosd wordt mag 0,12 gram per kilogram verwerkt cadmium niet overschrijden;
b) de sub 3°, a) hierboven vermelde sectoriële lozingsvoorwaarden zijn vastgesteld op basis van het specifiek referentievolume van het effluent van 0,6 kubieke meter per kilogram verwerkt cadmium;
4° voor de fabricage van de stabilisatoren:
a) het gehalte aan cadmium van het geloosde water mag 1,5 milligram per liter niet overschrijden en het maandgemiddelde van de hoeveelheid cadmium die geloosd wordt mag 0,5 gram per kilogram verwerkt cadmium niet overschrijden;
b) voor de nieuwe bedrijven, bedragen die sub a) bovenvermelde voorwaarden respektievelijk: 0,6 milligram per liter en 0,2 gram per kilogram verwerkt cadmium.
Vanaf 1 januari 1989, gelden deze waarden ook voor de bestaande bedrijven;
c) de sub 4°, a) en b) hierboven vermelde sectoriële lozingsvoorwaarden, zijn vastgesteld op basis van het specifiek referentievolume van het effluent van 1 kubieke meter per kilogram verwerkt cadmium;
5° voor de fabricage van primaire en secundaire batterijen:
a) het gehalte aan cadmium van het geloosde water mag 0,6 milligram per liter niet overschrijden en het maandgemiddelde van de hoeveelheid cadmium die geloosd wordt mag 0,6 gram per kilogram verwerkt cadmium niet overschrijden;
b) de sub 5°, a) hierboven vermelde sectoriële lozingsvoorwaarden, zijn vastgesteld op basis van het specifiek referentievolume van het effluent van 3 kubieke meter per kilogram verwerkt cadmium;
6° voor de galvanotechniek:
a) het gehalte aan cadmium van het geloosde water mag 1,5 milligram per liter niet overschrijden en het maandgemiddelde van de hoeveelheid cadmium die geloosd wordt mag 0,3 gram per kilogram verwerkt cadmium niet overschrijden;
b) voor de nieuwe bedrijven, bedragen de sub a) bovenvermelde voorwaarden respektievelijk: 0,6 milligram per liter en 0,12 gram per kilogram verwerkt cadmium.
Vanaf 1 januari 1989, gelden deze waarden ook voor de bestaande bedrijven;
c) de sub 6°, a) en b) hierboven vermelde sectoriële lozingsvoorwaarden, zijn vastgesteld op basis van het specifiek referentievolume van het effluent van 0,6 kubieke meter per kilogram verwerkt cadmium;
d) de toepassing van de sectoriële voorwaarden voor bedrijven, die niet meer dan 10 kg cadmium per jaar lozen en waarvan het totaal volume van de galvanische baden minder dan 1,5 m3 bedraagt kan tot 1 januari 1989 worden uitgesteld, als technische of administratieve omstandigheden zulks dwingend vereisen;
7° voor de sector van de glasnijverheid:
a) het gehalte aan cadmium van het geloosde water mag 1,5 milligram per liter niet overschrijden;
b) voor de nieuwe bedrijven, bedraagt de sub a) hierboven vermelde voorwaarde 0,6 milligram per liter.
Vanaf 1 januari 1989 gelden deze voorwaarden ook voor de bestaande bedrijven;
8° voor de sector van de inrichtingen voor het reinigen van vaten:
a) het gehalte aan cadmium van het geloosde water mag 1,5 milligram per liter niet overschrijden;
b) voor de nieuwe bedrijven, bedraagt de sub a) hierboven vermelde voorwaarde 0,6 milligram per liter.
Vanaf 1 januari 1989 geldt deze waarde ook voor de bestaande bedrijven;
9° voor de sector van de grafische industrie:
a) het gehalte aan cadmium van het geloosde water mag 1,5 milligram per liter niet overschrijden;
b) voor de nieuwe bedrijven, bedraagt de sub a) hierboven vermelde voorwaarde 0,6 milligram per liter.
Vanaf 1 januari 1989 geldt deze waarde ook voor de bestaande bedrijven;
10° voor de private en openbare stortplaatsen:
a) het gehalte aan cadmium van het geloosde water mag 1,5 milligram per liter niet overschrijden;
b) voor de nieuwe bedrijven, bedraagt de sub a) hierboven vermelde voorwaarde 0,6 milligram per liter.
Vanaf 1 januari 1989 geldt deze waarde ook voor de bestaande bedrijven;
11° voor de sector van de inrichtingen die uitsluitend vloeibare produkten opslaan:
a) het gehalte aan cadmium van het geloosde water mag 1,5 milligram per liter niet overschrijden;
b) voor de nieuwe bedrijven, bedraagt de sub a) hierboven vermelde voorwaarde 0,6 milligram per liter.
Vanaf 1 januari 1989 geldt deze waarde ook voor de bestaande bedrijven;
12° voor de sector der textielveredeling:
het gehalte aan cadmium van het geloosde water mag 0,01 milligram per liter niet overschrijden;
13° voor de sector van de inrichtingen voor het reinigen van wagens en binnenschepen welke vloeibare produkten transporteren:
het gehalte aan cadmium van het geloosde water mag 0,2 milligram per liter niet overschrijden.
Art.4. Aan de algemene voorwaarden die door het algemeen reglement voor de lozing van afvalwater in de openbare riolen zijn vastgesteld, worden de volgende aanvullende voorwaarden toegevoegd:
1° voor de bedrijfstakken en sectoren vermeld in artikel 3, 1° tot 11° en 13°: de in de bedoelde bepalingen vermelde voorwaarden;
2° voor de sector van de textielveredeling mag het gehalte aan cadmium van het geloosde water 0,05 milligram per liter niet overschrijden.
Art.5. § 1. De sectoriële voorwaarden gelden normaliter op het punt waar het cadmium bevattende afvalwater het industriële bedrijf verlaat.
Indien het cadmium bevattende afvalwater buiten het industriële bedrijf wordt behandeld in een zuiveringsinstallatie die bestemd is voor de verwijdering van cadmium, gelden de sectoriële voorwaarden op het punt waar het afvalwater de zuiveringsinstallatie verlaat;
§ 2. De maandgemiddelde gehalten aan cadmium zijn waarden gewogen op basis van het afvalwaterdebiet en het daggemiddelde van de hoeveelheid cadmium die geloosd wordt mag tweemaal het maandgemiddelde dat in de sectoriële norm is opgenomen, niet overschrijden.
§ 3. Er wordt een monster genomen dat representatief is voor de lozing gedurende een tijdvak van 24 uur. De in de loop van een maand geloosde hoeveelheid cadmium moet worden berekend op basis van de hoeveelheden cadmium die dagelijks worden geloosd.
Art.6. § 1. De referentieanalysemethode voor het bepalen van het cadmiumgehalte in water is de atoomabsorptiespectrofotometrie na een passende conservering en behandeling van het monster.
De waarnemingsdrempels moeten zodanig zijn dat de cadmiumconcentratie kan worden gemeten met een nauwkeurigheid van min of meer 30 % en een precisie van min of meer 30 % bij een tiende van de in de vergunning vermelde, toegestane maximum cadmiumconcentratie;
§ 2. Het debiet van de lozingen moet worden bepaald met een nauwkeurigheid van min of meer 20 %;§ 3. Onder waarnemingsdrempel, wordt verstaan: de laagste waarde voor de betrokken parameter die kan worden waargenomen;
onder nauwkeurigheid, wordt verstaan: het verschil tussen de werkelijke waarde van de betrokken parameter en de experimenteel vastgestelde gemiddelde waarde;
onder precisie, wordt verstaan: het interval waarin 95 pct. van de resultaten worden gevonden van metingen die volgens deze methode op een zelfde monster worden uitgevoerd.
Art.7. In artikel 2, 2° van het koninklijk besluit van 27 november 1985 tot vaststelling van de sectoriële voorwaarden voor de lozing van afvalwater afkomstig van de sector van de non-ferrometalen in de gewone oppervlaktewateren en in de openbare riolen, worden de woorden "totaal cadmium: 1" geschrapt.
Art. 8. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.