8 DECEMBER 1986. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van de resolutie nr. 33 van 22 mei 1986 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart met betrekking tot het Reglement betreffende het Onderzoek van Rijnschepen.
Art. 1-2
BIJLAGEN.
Art. N1-1N1, N2
Artikel 1. De resolutie nr. 33 van 22 mei 1986 van de centrale Commissie voor de Rijnvaart die voorkomt in de bijlage bij dit besluit, is goedgekeurd.
Art.2. Onze Minister van Buitenlandse Betrekkingen, Onze Minister van Openbare Werken en Onze Minister van Verkeerswezen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 december 1986.
BOUDEWIJN
Van Koningswege :
De Minister van Buitenlandse Betrekkingen,
L. TINDEMANS
De Minister van Openbare Werken,
L. OLIVIER
De Minister van Verkeerswezen en Buitenlandse Handel,
H. DE CROO
BIJLAGEN.
Art. N1. Reglement betreffende het Onderzoek van Rijnschepen. - Resolutie nr. 33 van 22 mei 1986 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart.
Op de voordracht van haar Comité van het Reglement van Onderzoek, neemt de Centrale Commissie, overeenkomstig artikel 1.08 van het Reglement betreffende het Onderzoek van Rijnschepen, de wijziging aan, aangebracht in artikel 1.06 en in de bij deze resolutie gevoegde bijlage G.
Die voorschriften zullen van kracht zijn van 1 oktober 1986 tot 30 september 1989 onder voorbehoud van de volgende overgangsbepalingen :
a) De bepalingen van de artikelen 3.04, cijfer 10, 5.05, cijfer 7, 5.09 en 6.16 zijn niet van toepassing op zeeschepen waarvan de kiel vóór 1 oktober 1987 zal geplaatst zijn.
b) De overige bepalingen van artikel 1.06 zijn pas vanaf 1 oktober 1991 van toepassing op zeeschepen waarvan de kiel vóór 1 oktober 1987 geplaatst zijn.
Art. 1N1. Bijlage : bij de resolutie nr. 33 van 22 mei 1986 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart.
Artikel 1.06 dient gelezen als volgt :
" Artikel 1.06. Zeeschepen.
1. Voor de schepen die de zee- of kustvaart mogen uitoefenen (zeeschepen), wordt het certificaat van onderzoek, voor zover zij er géén bezitten, vervangen door een speciaal certificaat waaruit blijkt dat zij geschikt zijn voor de Rijnvaart. De schepen moeten beantwoorden aan de bepalingen van artikelen 3.03, 3.04, 5.05, cijfer 7, 5.09, 6.16, 7.01, 7.02, cijfer 1, litera's a en b, alsook, in voorkomend geval, aan de bepalingen van hoofdstuk 9.
2. De Commissie van Onderzoek geeft het speciaal certificaat af overeenkomstig het model in bijlage G. De geldigheidsduur van het speciaal certificaat wordt geregeld volgens artikel 2.06 van dit Reglement.
3. Zeeschepen die gevaarlijke goederen in de zin van het ADNR op de Rijn vervoeren, moeten echter in het bezit zijn van een certificaat van onderzoek. "
Art. N2. MODEL VAN DE BIJLAGE G. (Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 27/01/1987, p. 1125)
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 8 december 1986.
BOUDEWIJN
Van Koningswege :
De Minister van Buitenlandse Betrekkingen,
L. TINDEMANS
De Minister van Openbare Werken,
L. OLIVIER
De Minister van Verkeerswezen en Buitenlandse Handel,
H. DE CROO