3 AUGUSTUS 1987. - Koninklijk besluit betreffende het kijk- en luistergeld. (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG 2003-04-24/30, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 07-05-2003) (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 12-08-1987 en tekstbijwerking tot 07-05-2003)
Art. 1-15
Bijlagen.
Art. N1-N4
Artikel 1. (Zie NOTA'S onder opschrift) Al wie op de eerste dag van de maand, volgend op die gedurende welke dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, bij de Dienst Kijk- en Luistergeld niet ingeschreven is voor het houden van een " radio in woning ", zoals bedoeld in artikel 29, 1°, van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld en na die datum, in de loop van 1987, houder wordt van een dergelijk ontvangtoestel, is 72 frank verschuldigd per maand die nog moet verlopen tot het einde van dat jaar. Elke begonnen maand wordt als een volle maand aangerekend.
Art.2. (Zie NOTA'S onder opschrift) Al wie op de eerste dag van de maand, volgend op die gedurende welke dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, bij de Dienst Kijk- en Luistergeld niet ingeschreven is voor het houden van een televisietoestel en na die datum in de loop van 1987, houder wordt van een dergelijk toestel, is, naargelang van de eerste letter van zijn naam of benaming, per maand die nog moet verlopen tot het einde van de voor 1987 geldende periode, 273 frank verschuldigd als het een zwart-wit televisietoestel betreft en 426 frank als het een kleurentelevisietoestel betreft. Elke begonnen maand wordt als een volle maand aangerekend.
Art.3. (Zie NOTA'S onder opschrift) Al wie op 1 januari 1988 bij de Dienst Kijk- en Luistergeld reeds ingeschreven is voor het houden van één of meer autoradiotoestellen en al wie op die datum bij voormelde dienst reeds ingeschreven is voor het houden van één of meer " radio's in woning ", zoals bedoeld in artikel 29, 1°, van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, alsmede voor één of meer televisietoestellen en die zijn kijkgeld in eenmaal betaalt, moet voor 1988, volgens de beginletter van zijn naam of benaming, de navolgende bedragen kwijten : <Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12/08/1987, p. 12081>
Art.4. (Zie NOTA'S onder opschrift) Al wie op 1 januari 1988 bij de Dienst Kijk- en Luistergeld enkel ingeschreven is voor het houden van één of meer televisietoestellen en die zijn kijkgeld in eenmaal betaalt, moet voor 1988, volgens de beginletter van zijn naam of benaming, het navolgende bedrag kwijten : <Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12/08/1987, p. 12081>
Art.5. (Zie NOTA'S onder opschrift) Al wie op 1 januari 1988 bij de Dienst Kijk- en Luistergeld reeds ingeschreven is voor het houden van één of meer " radio's in woning ", zoals bedoeld in artikel 29, 1°, van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, alsmede van één of meer televisietoestellen en die zijn kijkgeld in tweemaal betaalt, moet voor 1988, volgens de beginletter van zijn naam of benaming, de navolgende bedragen kwijten : <Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12/08/1987, p. 12082>
Art.6. (Zie NOTA'S onder opschrift) Al wie op 1 januari 1988 bij de Dienst Kijk- en Luistergeld enkel ingeschreven is voor het houden van een of meer televisietoestellen en die zijn kijkgeld in tweemaal betaalt, moet voor 1988, volgens de beginletter van zijn naam of benaming, de navolgende bedragen kwijten : <Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12/08/1987, p. 12083>
Art.7. (Zie NOTA'S onder opschrift) Het kijkgeld verschuldigd voor de periode waarin het houden aanvangt moet in eenmaal worden gekweten.
Al wie het verschuldigde kijkgeld in tweemaal of opnieuw in eenmaal wenst te betalen moet dit vóór de begindatum van de periode schriftelijk melden aan de Dienst Kijk- en Luistergeld.
Art.8. (Zie NOTA'S onder opschrift) Al wie reeds een videoregistreertoestel of een autonoom beeldscherm bezit en die houder wordt van het ander autonome deel dat noodzakelijk is om de ontvangen beeldsignalen op te nemen en onmiddellijk op het beeldscherm weer te geven is het overeenstemmende kijkgeld verschuldigd van zodra de elkaar aanvullende delen in hetzelfde verblijf gehouden worden.
Art.9. (Zie NOTA'S onder opschrift) De door de televisieverdelers maandelijks en jaarlijks te verstrekken abonneelijsten of andere als zodanig geldende informatiedragers moeten worden opgemaakt per gemeente, per postnummer, per straat en per huisnummer in stijgende volgorde.
De maandelijkse lijsten moeten eveneens, op dezelfde wijze geordend, de opzeggingen vermelden.
Voor nieuwe abonnees mogen de betaaldatum en de wijze van betaling worden vermeld, in de plaats van het inschrijvingsnummer bij de Dienst Kijk- en Luistergeld.
Art.10. (Zie NOTA'S onder opschrift) Het model van het in artikel 13 van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld bedoelde huurbewijs wordt in bijlage 1 bij dit besluit weergegeven.
Dit bewijs wordt in voorkomend geval door de verhuurder aan de huurder overhandigd samen met het televisietoestel of met het voertuig uitgerust met een autoradiotoestel. Het moet aan de verhuurder worden teruggegeven zodra de huurperiode eindigt.
De verhuurder moet een lijst bijhouden waarop de nummers van de huurbewijzen worden vermeld met naast elk nummer de naam en het adres van de huurder waaraan het bewijs werd overhandigd.
De verhuurder moet jaarlijks, in de loop van de maand januari, een afschrift van die lijst, afgesloten op 31 december en opgemaakt per nummer in stijgende volgorde, naar de Dienst Kijk- en Luistergeld zenden.
Daarenboven moet hij ten laatste de tiende van elke maand, een op dezelfde wijze opgemaakte lijst afgesloten op de laatste dag van de vorige maand naar de Dienst Kijk- en Luistergeld zenden, waarop de wijzigingen in de toestand sedert de vorige aangifte vermeld zijn.
De huurbewijzen voor het houden van televisietoestellen in hotelkamers en soortgelijke logementen vermelden het woord " hotel ". Zij zijn niet geldig voor een televisietoestel dat op een andere plaats is opgesteld.
De verhuringen aan hotels en soortgelijke logementen moeten op de jaarlijks en maandelijks in te dienen lijsten in een afzonderlijke rubriek worden vermeld. Andere informatiedragers die voldoen aan de door de Dienst Kijk- en Luistergeld gestelde eisen mogen die lijsten vervangen.
Art.11. (Zie NOTA'S onder opschrift) Voor de aangifte van de verhuringen moet de verhuurder, ten laatste de tiende van elke maand aan de Dienst Kijk- en Luistergeld een lijst zenden waarvan het model in de bijlage 2 bij dit besluit wordt weergegeven, afgesloten op de laatste dag van de vorige maand en die al de tijdens die maand verrichte verhuringen samenvat.
Deze samenvattende lijst vermeldt de naam en voornaam of de benaming van de verhuurder, zijn adres, het hem toegekende BTW-nummer, de maand en het jaar waarop de lijst betrekking heeft evenals voor elke categorie toestellen, het aantal huurders op de laatste dag van de vorige maand, het aantal nieuwe huurders, het aantal opzeggingen, het aantal verkopen na verhuring en het aantal huurders op het einde van de maand.
De verhuurder moet daarenboven bij zijn maandelijkse aangifte een lijst voegen waarvan het model in de bijlage 3 is weergegeven en waarop de volgende inlichtingen worden verstrekt betreffende de verhuringen aan huurders waaraan geen huurbewijs moet worden overhandigd omdat zij één van de overige in artikel 20 van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld vermelde documenten hebben getoond :
1° de naam en voornaam of de benaming en het adres van de verhuurder en het hem toegekende BTW-nummer;
2° de maand en het jaar waarop de lijst betrekking heeft;
3° de naam en voornaam of de benaming en het adres van de huurders;
4° de aard van het document dat de huurders hebben getoond en, in voorkomend geval, het inschrijvingsnummer bij de Dienst Kijk- en Luistergeld dat er op vermeld staat. Voor de huurders die spontaan betaald hebben en hun inschrijvingsnummer nog niet kennen, mogen de datum en de wijze van betaling worden vermeld;
5° de aard en het aantal van de gehuurde toestellen;
6° de formule " Deze verklaring is oprecht en volledig " gevolgd door de datum en de handtekening van de verhuurder.
Andere informatiedragers die voldoen aan de door de Dienst Kijk- en Luistergeld gestelde eisen mogen die lijsten vervangen.
Art.12. (Zie NOTA'S onder opschrift) Het model van het formulier bedoeld in artikel 27, § 2, van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld wordt in bijlage 4 weergegeven.
Art.13. (Zie NOTA'S onder opschrift) De formulieren bedoeld in de artikelen 11 en 12 van dit besluit en de speciale omslagen voor het portvrij verzenden aan de Dienst Kijk- en Luistergeld van deze documenten alsmede van de lijsten of vervangende informatiedragers bedoeld in artikel 9 van dit besluit en van de inlichtingen die de gemeentebesturen luidens artikel 27, § 2, van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld verplicht zijn aan de Dienst Kijk- en Luistergeld te verstrekken, kunnen op eenvoudige aanvraag bij deze dienst bekomen worden.
Art.14. (Zie NOTA'S onder opschrift) Opgeheven worden :
1° het koninklijk besluit van 29 januari 1960 ter uitvoering van de wet van 26 januari 1960 betreffende de taksen op de toestellen voor het ontvangen van radio-omroepuitzendingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 september 1964, 24 december 1966, 9 september 1967, 1 februari 1974 en 3 augustus 1977;
2° in het koninklijk besluit van 24 december 1966 betreffende de netten voor distributie van radio-omroepuitzendingen in de woningen van derden, artikel 11, tweede lid, de artikelen 32 tot 35 en artikel 36, b en c;
3° het koninklijk besluit van 2 mei 1968 betreffende de netten voor distributie van radio-omroepuitzendingen in hotelinrichtingen, ziekenhuizen, klinieken of asylen.
Art.15. (Zie NOTA'S onder opschrift) Onze Eerste Minister en Onze Staatssecretaris voor Posterijen, Telegrafie en Telefonie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Bijlagen.
Art. N1. (Zie NOTA'S onder opschrift) Bijlage 1. - HUURBEWIJS Nr.
<Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12/08/1987, p. 12090>
Art. N2. (Zie NOTA'S onder opschrift) Bijlage 2. - AANGIFTE VAN DE VERHURINGEN.
Samenvattende maandelijkse lijst voorgeschreven bij artikel 11 van het koninklijk besluit van 3 augustus 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, ten laatste de tiende van elke maand te zenden naar de Dienst Kijk- en Luistergeld. <Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12/08/1987, p. 12091>
Art. N3. (Zie NOTA'S onder opschrift) Bijlage 3. - LIJST VAN DE VERHURINGEN EN HUURVERKOPEN AAN DE HOUDERS VAN EEN DOCUMENT BEDOELD IN ARTIKEL 20, 1°, 2°, 4° EN 5° VAN DE WET VAN 13 JULI 1987 BETREFFENDE HET KIJK- EN LUISTERGELD.
Samenvattende maandelijkse lijst voorgeschreven bij artikel 11 van het koninklijk besluit van 3 augustus 1987 ten laatste de tiende van elke maand te zenden naar de Dienst Kijk- en Luistergeld. <Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12/08/1987, p. 12092>
Art. N4. (Zie NOTA'S onder opschrift) Bijlage 4. - ADRESWIJZIGING.
<Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12/08/1987, p. 12093>