Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

31 MAART 1987. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 30 augustus 1985 waarbij het recht op werkloosheidsuitkeringen en op de daarmee gelijkgestelde uitkeringen afhankelijk wordt gemaakt van de voorafgaande afgifte van de kaart voor sociale zekerheid.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. Werknemers tewerkgesteld door een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Art. 3-5, 5bis
HOOFDSTUK III. Werknemers tewerkgesteld door een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.
Art. 6-8, 8bis
HOOFDSTUK IV. Overgangsbepaling.
Art. 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. _ Algemene bepalingen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  a) "de werknemers" : de werknemers bedoeld bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 augustus 1985 tot aanwijzing van de categorieën van personen die de kaart voor sociale zekerheid moeten aanvragen;
  b) "gedeeltelijke werkloosheid" : de werkloosheid waarin een werknemer zich bevindt die met een werkgever verbonden blijft door een arbeidsovereenkomst, maar wiens arbeidsprestaties tijdelijk verminderd of geschorst zijn;
  c) "gedeeltelijke werkloosheid wegens overmacht" : de gedeeltelijke werkloosheid die het gevolg is van een schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst in geval van overmacht bedoeld bij artikel 26, eerste lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
  d) "gedeeltelijke werkloosheid wegens technische stoornis" : de gedeeltelijke werkloosheid die het gevolg is van een schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst in geval van technische stoornis bedoeld bij artikel 49 van de voornoemde wet van 3 juli 1978;
  e) "gedeeltelijke werkloosheid wegens slecht weder" : de gedeeltelijke werkloosheid die het gevolg is van een schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst in geval van slecht weder bedoeld bij artikel 50 van de voornoemde wet van 3 juli 1978;
  f) "gedeeltelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk wegens economische oorzaken" : de gedeeltelijke werkloosheid die het gevolg is van de invoering van een regeling van gedeeltelijke arbeid of van een volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst in geval van gebrek aan werk wegens economische oorzaken bedoeld bij artikel 51 van de voornoemde wet van 3 juli 1978;
  g) "de zomerperiode" : de periode die gaat van 1 april tot en met 30 september;
  h) "de winterperiode" : de periode die gaat van 1 oktober tot en met 31 maart.

Art.2. Onder vervangingsdocument, bedoeld bij artikel 1, § 2, van het koninklijk besluit van 30 augustus 1985 waarbij het recht op werkloosheidsuitkeringen en op de daarmee gelijkgestelde uitkeringen afhankelijk wordt gemaakt van de voorafgaande afgifte van de kaart voor sociale zekerheid, wordt verstaan het formulier tot aanvraag van een kaart voor sociale zekerheid, bedoeld bij artikel 4, tweede lid, van het koninklijk besluit van 7 oktober 1985 tot uitvoering van artikel 1, derde en vierde lid, van de wet van 25 januari 1985 tot invoering van een kaart voor sociale zekerheid.

HOOFDSTUK II. _ Werknemers tewerkgesteld door een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Art.3. De werknemers die tewerkgesteld zijn door een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf moeten hun kaart voor sociale zekerheid of het vervangingsdocument bij het gemeentebestuur afgeven de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand waarin de werkloosheid een aanvang neemt in geval van gedeeltelijke werkloosheid wegens overmacht, technische stoornis, slecht weder of gebrek aan werk wegens economische oorzaken.

Art.4. § 1. Wanneer de bij artikel 3 bedoelde vormen van gedeeltelijke werkloosheid over meerdere kalendermaanden lopen, melden de betrokken werknemers zich de eerste effectieve werkloosheidsdag van elke maand aan bij het gemeentebestuur.
  § 2. Wanneer verschillende van de bij artikel 3 bedoelde vormen van gedeeltelijke werkloosheid voorkomen binnen éénzelfde kalendermaand, moeten de betrokken werknemers zich enkel de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand aanmelden bij het gemeentebestuur voor de eerste vorm van gedeeltelijke werkloosheid die zich voordoet.

Art.5. § 1. De betrokken werknemers moeten hun kaart voor sociale zekerheid of het vervangingsdocument bij het gemeentebestuur terugvragen :
  _ bij het einde van de effectieve werkloosheidsperiode, in geval van gedeeltelijke werkloosheid wegens overmacht of technische stoornis;
  _ bij het einde van de voorziene werkloosheidsperiode, in geval van gedeeltelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk wegens economische oorzaken;
  _ bij het einde van de kalendermaand, in geval van gedeeltelijke werkloosheid wegens slecht weder in de zomerperiode;
  _ bij het einde van de winterperiode, in geval van gedeeltelijke werkloosheid wegens slecht weder in die periode.
  § 2. Wanneer de betrokken werknemers nog effectief werkloos zijn bij het einde van één van de in § 1 bedoelde werkloosheidsperiodes wegens één van de bij artikel 3 bedoelde vormen van gedeeltelijke werkloosheid, dan moeten deze werknemers hun kaart voor sociale zekerheid of het vervangingsdocument slechts terugvragen bij het gemeentebestuur bij het einde van deze nieuwe gedeeltelijke werkloosheidsperiode.

Art. 5bis. <ingevoegd bij MB 1990-03-28/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 1990-04-01> De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing tot en met 31 maart 1990.
  De betrokken werknemers moeten hun kaart voor sociale zekerheid of het vervangingsdocument bij het gemeentebestuur terugvragen vóór uiterlijk 1 juni 1990.
  De betrokken werknemers bewaren zelf hun kaart voor sociale zekerheid gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 april 1990.

HOOFDSTUK III. _ Werknemers tewerkgesteld door een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.
Art.6. De werknemers die tewerkgesteld zijn door een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel moeten hun kaart voor sociale zekerheid of het vervangingsdocument bij het gemeentebestuur afgeven de eerste werkloosheidsdag van elke effectieve werkloosheidsperiode in geval van gedeeltelijke werkloosheid wegens overmacht, technische stoornis of gebrek aan werk wegens economische oorzaken.

Art.7. <MB 1987-06-29/34, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-07-1987> Wanneer twee van de bij artikel 6 bedoelde vormen van gedeeltelijke werkloosheid elkaar zonder onderbreking opvolgen binnen éénzelfde kalendermaand, moeten de betrokken werknemers zich niet meer aanmelden bij het gemeentebestuur de eerste effectieve werkloosheidsdag van die tweede werkloosheidsperiode.

Art.8. § 1. De betrokken werknemers moeten hun kaart voor sociale zekerheid of het vervangingsdocument bij het gemeentebestuur terugvragen bij het einde van elke effectieve werkloosheidsperiode bedoeld bij artikel 6.
  § 2. (Wanneer twee van de bij artikel 6 bedoelde vormen van gedeeltelijke werkloosheid elkaar zonder onderbreking opvolgen, hetzij binnen éénzelfde kalendermaand, hetzij over meerdere kalendermaanden moeten de betrokken werknemers de kaart voor sociale zekerheid of het vervangingsdocument slechts terugvragen bij het gemeentebestuur bij het einde van de ganse effectieve werkloosheidsperiode.) <MB 1987-06-29/34, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-07-1987>

Art. 8bis. <ingevoegd bij MB 1991-04-22/51, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 1991-05-01> De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing tot en met 30 april 1991.
  De betrokken werknemers moeten hun kaart voor sociale zekerheid of het vervangingsdocument bij het gemeentebestuur terugvragen voor uiterlijk 1 juli 1991.
  De betrokken werknemers bewaren zelf hun kaart voor sociale zekerheid gedurende een periode van drie jaar, tereken vanaf 1 mei 1991.

HOOFDSTUK IV. _ Overgangsbepaling.
Art.9. Voor het jaar 1987, en dit in afwijking van artikel 1, g en h, loopt de winterperiode tot en met 30 juni 1987 en begint de zomerperiode slechts op 1 juli 1987.

Art. 10. Dit besluit treedt in werking op 1 april 1987, met uitzondering van artikel 7 dat in werking treedt op 1 juli 1987.