6 JANUARI 1987. - Koninklijk besluit betreffende de opschorting van de erkenning van nieuwe instellingen die de revalidatie en de sociale reclassering van de minder-validen beogen en betreffende de toekenning van toelagen voor de oprichting van deze instellingen. (NOTA : dit besluit wordt voor de Vlaamse Gemeenschap opgeheven bij BVE 1993-04-28/42, art. 9, Inwerkingtreding : 01-01-1993, in zoverre het de beschutte werkplaatsen van de Vlaamse Gemeenschap betreft) (NOTA : dit besluit wordt voor de Vlaamse Gemeenschap opgeheven bij BVR 2000-03-31/39, art. 4; Inwerkingtreding : 01-01-2000, in zoverre het de beschutte werkplaatsen, de centra voor beroepsopleiding of omscholing van personen met een handicap en de centra voor gespecialiseerde voorlichting bij beroepskeuze van de Vlaamse Gemeenschap betreft) (NOTA : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap bij BVR 2003-12-12/45, art. 1; Inwerkingtreding : 17-02-2004) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 17-02-2004).
Art. 1-6
Artikel 1. <Zie nota onder titel> De erkenning van nieuwe instellingen die behoren tot één van de vier categorieën bedoeld bij artikel 41 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-validen, wordt opgeschort.
De opschortingsmaatregel slaat eveneens op de erkenning van nieuwe afdelingen van centra voor beroepsopleiding of omscholing van minder-validen, tenzij deze afdelingen reeds erkende activiteiten aanvullen of vervangen.
Art.2. <Zie nota onder titel> De in artikel 1 bedoelde opschortingsmaatregel slaat niet op :
1° de overdracht van instellingen van een inrichtende macht naar een andere;
2° de instellingen die een regelmatige erkenningsaanvraag ingediend hebben voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit;
3° de instellingen die in oprichting zijn volgens een ontwerp waarvoor, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, reeds oprichtingstoelagen toegekend werden door het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen;
4° de instellingen die de verderzetting, de hervatting of de vervanging verzekeren van de activiteiten van een instelling waarvan de erkenning ingetrokken werd tussen 1 januari 1986 en de datum van inwerkingtreding van dit besluit;
5° de instellingen, waarvan de erkenning is ingetrokken vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit, die een nieuwe erkenningsaanvraag indienen binnen de zes maand na deze intrekking;
6° de wijziging van categorie inzake de erkende centra of diensten voor functionele revalidatie.
Art.3. <Zie nota onder titel> De toekenning van oprichtingstoelagen voor de bij artikel 1 bedoelde instellingen wordt eveneens opgeschort, behalve voor wat betreft de in artikel 2, 3° bedoelde instellingen, voor zover zij bewijzen dat hun activiteiten, binnen een termijn van zes maanden vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, volledig in overeenstemming zijn met de erkenningsvoorwaarden.
Art.4. <Zie nota onder titel> § 1. De in artikel 2, 2° tot 4° bedoelde instellingen dienen hun activiteiten volledig in overeenstemming met de erkenningsvoorwaarden te bewijzen binnen een termijn van zes maanden vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.
§ 2. De in artikel 2, 5° bedoelde instellingen kunnen op hun aanvraag opnieuw erkend worden zo zij hun activiteiten volledig in overeenstemming met de erkenningsvoorwaarden bewijzen binnen een termijn van zes maanden na de intrekking van de erkenning.
Art.5. <Zie nota onder titel> Voor elke categorie van instellingen houden de opschortingsmaatregelen, bedoeld bij dit besluit, op uitwerking te hebben vanaf de datum van inwerkingtreding van de reglementaire bepalingen tot vaststelling van de programmatienormen voor de erkenning van de bedoelde categorie van instellingen en van de kriteria voor de toekenning van oprichtingstoelagen.
Art. 6. <Zie nota onder titel> Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.